Hoofdstuk 12, Het Einde Van Alles?

237 21 9
                                    

Hoi allemaal, ik zal jullie niet te lang in spanning houden, lees maar snel verder. Ik wil eventjes zeggen dat de eindbeslissing erg moeilijk was. Om te maken. Nouja, hopelijk vinden jullie het leuk/mooi! Ik hoop dit boek of een van mijn andere boeken ooit uit te kunnen geven!Veel leesplezier met het hoofdstuk: Het Einde Van Alles?

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 Ik draai me om. Ik zit in de hoek van mijn kamer met Hadewich nog geen meter van me af. Ze staat met een rood gezicht nog geen meter van mij af. Ik hoor haar hijgen. De stoom komt bijna letterlijk uit haar oren. Ik probeer op te staan maar ik heb me terwijl ik naar boven sprintte erg hard gestoten. Toch zet ik door. Ik heb ergere pijn gekend. Als ik sta krijg ik meteen een klap in mijn gezicht. Ze pakt mijn haren en geeft er een harde ruk aan. Ik huil en word meegetrokken. Ze loopt de kamer uit terwijl ik op de grond lig met pijn aan mijn hoofd. Ik hoor dat ze de kamer op slot doet. Nee, dit kan niet. Ze kan me hier niet laten zitten! Ik ren naar de deur en ik probeer hem open te maken. De deur zit echt op slot. Ik trek nog een paar keer aan de deur, maar tevergeefs. Ik krijg hem niet open. Ik ga huilend op de grond zitten, maar na vijf minuten heb ik genoeg van mijn zelfmedelijden. Ik pak mijn schaar en ga voor de spiegel staan, ik knip een van mijn lange, blonde, lokken af. Ik vind dit bijzonder, ik knip iets van mijzelf af, en toch voel ik het niet. Ik ga rustig verder met mijn andere lokken. Ik eindig met een mooi kapsel, iets langer dan een bob. Ondertussen ben ik wat rustiger geworden en ben ik over de situatie gaan nadenken. Allemaal dingen die door mijn hoofd spoken. Vragen, woorden, songteksten, nu weet ik waar zangers het over hebben. Ik pak spullen die belangrijk voor me zijn en stop ze in mijn met bloemetjesprint bekleedde Eastpack rugzak. Ik doe mijn ketting die ik van papa en mama heb gekregen om. Het is een zilver boekje, op de achterkant staat mijn vingerafdruk van toen ik net geboren was. Op de voorkant staat een mooi tekstje:

Lieve Nona,

Onthoud: Wij zullen altijd van je houden, wat er ook gebeurt.

Klein meisje, eigewijze puber, of volwassen vrouw.

Je bent en blijft ons mooie, kleine, lieve meisje.

Liefs,

Papa en Mama

Ik slik een traan weg als ik het lees. Ik doe de ketting om en trek een dikke trui aan.

Ik probeer zo stil mogelijk te zijn, misschien denkt Hadewich dat ik dan in slaap ben gevallen. Ik slaap op zolder en kijk uit mijn raam. Het is bijna onmogelijk om hieruit te klimmen. Maar ik moet en zal hier weg. Samen met Boy. Ik kijk nog een maal naar mijn blonde lokken die op de grond voor mijn make-up tafel liggen. Dat was mijn verleden. Ik doe mijn raam open en ik probeer eruit te klimmen. Een voet op de vensterbank, andere voet erop. Langzaam en voorzichtig stap ik op een dakpan. Het voelt stevig aan. *Bonk bonk bonk* Ik schrik, het zijn voetstappen. Ik stap snel het dak op en klim naar de zijkant. De klimop aan ons huis komt nu goed van pas. Ik klim zo snel mogelijk, maar ik hoor een klik. Hadewich is in mijn kamer! Ik kruip en kruip en kruip over het dak naar de klimop. Hadewich kijkt naar buiten en ziet me kruipen. "NONA!!!! KOM TERUG! IK BEN NOG NIET KLAAR MET JOU!" Ik ben bang maar zet door. Stap voor stap ga ik via de klimop naar beneden. Bij de 1e verdieping stop ik. Nog meer gebonk? Dit is de trap niet, dit is op een raam. Boy! Ik probeer naar zijn raam te klimmen en gebaar dat hij het open moet maken. Boy vindt het erg spannend want dit heeft hij nooit mogen doen. Ik hoor de tuindeur opengaan. Ik gebaar dat Boy moet opschieten. Ik kijk naar beneden. Hadewich kijkt om zich heen en loopt naar de zijkant van het huis. Nu zal ze erachter gaan komen dat ik niet meer daar ben. "AAAAAAAHHH!!!!" Hadewich uit haar woede met een harde, krachtige, schelle schreeuw. Het raam is eindelijk open. Ik klim naar binnen, net op tijd, want er vliegen weer een paar scheldwoorden door de lucht. Ik til Boy op, hij is zwaarder dan ik dacht. "Waar gaan we naartoe?" Ik houd mijn tranen in. Hij denkt dat dit normaal is. "Jij gaat naar mama en je blijft daar wonen" "Waarom?" "Omdat je hier geen fijn leven hebt" Hij snapt er vrij weinig van maar accepteert het. Ik pak Meeer Fluf, zijn lievelingsknuffel en we gaan. Als we de trap af moeten lopen zet ik Boy neer. Gelukkig zat zijn kamerdeur niet op slot. "We moeten erg stil zijn, oké?" "Doen we verstoppertje?" "Ja, een soort van."

Beneden aangekomen pak ik mijn fietssleutel erg zachtjes en we rennen naar mijn fiets, vanaf hier is het stille gedoe over. Ik steek mijn fietssleutel in het slot en rijd de straat alvast een stuk op, ik zet hem op de standaart en til Boy snel achterop. "Hou je goed vast!!!" Schreeuw ik, en we rijden.Mama woont ver weg, zo'n 15 KM fietsen, maar ik heb het ervoor over. We zijn bijna de straat uit en dan horen we een harde knal en een schreeuw. "NONA EN BOY!!! TERUGKOMEN!" "Ik ben bang Nona" Zegt Boy met een zacht stemmetje. "Ik ook Boy, ik ook." Ik fiets hard door, en we zijn bij de grote weg. "Hoe lang moeten we fietsen Nona?" "Nu nog maar een kwartiertje, Boy, daarna zijn we bij mama." We hebben niet zo veel om over te praten, daar zijn we te erg voor in shock. En zo komen we na een kwartier lang snel fietsen bij mama aan.

"We zijn er, Boy!" Ik sta te huilen. We hebben het gered. We zijn klaar met de ellende. Nouja, Boy dan.Ik bel aan. Mama doet open en ze kijkt verbaasd, maar erg gelukkig onze kant op."Mama, luister" Zeg ik snel. "lees deze brief goed door. Mis me niet. Ik hou van je." Ik geef mama en Boy een knuffel en spring weer op mijn fiets. Het laatste wat ik Boy hoor zeggen is: "Waar gaat Nona naartoe?" en het laatste wat ik mama hoor roepen is: "Nonaaaaa!!!!!!!!" Waarschijnlijk gaat ze op haar fiets springen en mij achterna rijden. Dan kan Boy thuis zitten met mama's vriend. Maar mama is niet zo snel, want als zij bij mijn bestemming is, ben ik al weg.

Ik nader het station en pak mijn stoepkrijt uit mijn Eastpack.Ik zet mijn fiets op slot en loop naar het perron, daar begin ik te tekenen. Het landschap, de jurk, de fantasiewezens. Allemaal uit Alice In Wonderland. Daaronder schrijf ik:

Ik wil net zoals Alice verdwijnen, in een konijnenhol.

Als er iets tegen zit, zeg het dan.

Sluit jezelf niet op in je hart.

Ik ga nu, waarheen weet ik niet, maar weg van hier.

Ik spring in mijn konijnenhol hier ver vandaan.

Eindig je leven niet met een Fake Smile.

~Who in the world am I? Ah, that's the great puzzle - Alice In Wonderland~

Fake Smile (Kortverhaal)حيث تعيش القصص. اكتشف الآن