Hoofdstuk 6

237 15 3
                                    

Heeeey daar het spijt me voor het "vreselijk spannende einde" van dit hoofdstuk maar ik kon gewoon echt niets beters bedenken want anders zou het hoofdstuk te lang worden.

Omdat de Hobbit in December uitkomt (1 DAG NA MIJN VERJAARDAG JOEPIEEEEEE) heb ik besloten het boek maar weer eens te gaan lezen. Tolkien is en blijft gewoon awesome en ik weet dat ik nooit zo goed als hem zal kunnen schrijven maar ik raad het je toch echt aan om het te lezen als je dat nog niet gedaan hebt.

Ook ben ik bezig met nieuwe karakter tekeningen. Ik zal jullie karakters ook proberen te tekenen, maar ik weet nu al dat hobbits en dwergen nogal lastig zullen worden. Welke proporties zal ik in hemelsnaam moeten gebruiken?!?

Sorry voor deze lange intro maarjaa... Zoals gewoonlijk: VEEL LEESPLEZIER EN BEDANKT VOOR AL JULLIE LIEVE COMMENTS!

xxx Gimli (eh ik bedoel Sarah)

Hoofdstuk 6  

De dagen die daarop volgden deed ik de hele dag niets anders dan piekeren over de woorden van de elf en het felle licht. Ik had zo mijn vermoedens maar ik wist dat ik die niet uit kon spreken, zelfs niet tegen Wyrnia of Eolain.

‘We zullen niet overnachten in Isendale, maar in één keer doorgaan naar Wulps Cleft.’ Wyrnia tuurde naar de verte. ‘Wulps Cleft is groter…’

‘Waarom mogen we eigenlijk niet opvallen?’ vroeg Eolain terwijl ze voorop liep. ‘En waarom kunnen we niet gewoon paarden nemen? Dat gaat toch veel sneller?’

Myrnir gaf antwoord. ‘Geen vragen, weet je nog? Maar ja, omdat je nou eenmaal zo vreselijk nieuwsgierig bent; we worden achtervolgd…’ hij zei dit expres heel mysterieus en Eolains ogen werden groot.

‘Achtervolgd!? Gaaf! Door wie!?’

Myrnir sloeg zijn ogen ten hemel. ‘Als ik had gezegd dat we richting de Doemberg zouden gaan had je me ook geloofd.’

‘We willen gewoon niet opvallen,’ suste Wyrnia Eolain. ‘En we nemen geen paarden omdat we niet goed overweg kunnen met jullie soort paarden.’

‘Wie kan er nou niet goed overweg met de paarden uit de Rohirim?!’ vroeg Eolain ongelovig. ‘Ze zijn sterk, trouw, snel, mooi, noem maar op!’

Myrnir schudde zijn hoofd. ‘Ze zijn anders dan de Noordse Paarden. En ze voelen dat wij die gewend zijn. Je kunt ze elkaars tegenpolen noemen.’

‘Dus Noordse Paarden zijn zwak, niet loyaal, sloom en lelijk?’

‘Nee, niet op die manier!’ zuchtte Myrnir. Eolain haalde haar schouders op. ‘Hoe dan?’

‘Maar Eolain, denk eens na,’ zei Wyrnia. ‘Denk je niet dat er mensen zijn die jou zoeken?’

Eolain stond even stil en keek bedenkelijk na. ‘Eh… Goed punt.’

‘Dat bedoel ik,’ zei Wyrnia met een klein glimlachje. ‘Dus daarom nemen we geen paarden en blijven we niet in Isendale overnachten.’

Die nacht lag ik weer wakker. Het kwam niet door de harde grond waar ik op lag, en ook niet door het gesnurk van Myrnir, maar mijn hoofd zat zoals gewoonlijk vol met allerlei vragen en gedachtes. Toen ik na een hele tijd nog niet sliep besloot ik om op te staan en maar een klein rondje te lopen. Ik zou niet ver van het kamp weg gaan, nee, dat zou erg stom zijn. Wat was een betere manier om ’s nachts in problemen verzeild te raken dan door weg te gaan van het kamp? Het leek wel een van die slechte avonturiersverhalen die Eolain zo graag las.

Ik besloot om op een steen te gaan zitten en staarde naar het landschap dat zich voor me uit strekte. Het was nog steeds licht heuvelachtig met hier en daar wat bos. Ik keek naar boven, naar de immense sterrenhemel en vroeg me af of er nog meer plaatsen waren zoals Midden Aaarde. Of er nog andere werelden waren, ver weg, naast een andere ster en onbereikbaar. Of er nu ook iemand op een van die werelden naar de sterrenhemel keek en zich precies hetzelfde als ik afvroeg?

Ik hoorde geritsel achter me en draaide me om. Daar staat Eolain, haar ogen verdrietig. ‘Mag ik naast je komen zitten?’ vroeg ze me. Ik knikte en schoof een beetje opzij om plaats voor haar te maken. Ze ging zitten en leunde tegen me aan.

‘Wat is er Eolain?’ vroeg ik haar. Ze keek naar me op en ik zag dat er een traan langs haar wang rolde.

‘Ik weet het niet Iríal, dat is het probleem… Ik weet het niet. Al heel mijn leven wil ik niets anders dan weg hier, weg uit Rohan. Ik wil al zolang ik me kan herinneren op avontuur. En nu ben ik dan weg, en dan voel ik me… zo!’

Voordat ik het wist had ik een arm om haar heen geslagen. Ze snifte even en legde haar hoofd tegen mijn borst aan, haar lange blonde haar viel als een waterval naar beneden en ik voelde de neiging mijn hand er zachtjes doorheen te strijken. Ik hield mezelf tegen en haalde even diep adem.

‘Voel jij je dan niet zo Iríal?’ vroeg ze. Nee, dacht ik. Nee, ik had niets om achter te laten. Geen ouders, familie of vrienden. Ik had sowieso nooit het gevoel van “thuis” gehad.

‘Je hebt heimwee Eolain,’ zei ik. ‘Je mist je ouders en je broertje en zusje.’

Eolain barste in een hevig snikken uit en ik pakte haar hand vast. ‘Kijk me aan Eolain,’

Ze keek op, haar ogen rood en haar wangen betraand. De sproetjes waren als de sterren aan de hemel en… Nee, ik vermande mezelf weer. ‘Eolain, denk je dat Frodo, die hobbit, nooit heimwee had naar huis? En denk je dat jouw moeder niet naar de Grote Hal terug verlangde toen ze op het slagveld stond? Je moet een poos weg zijn voordat je weer weet te waarderen waar je vandaan komt. Dat is altijd zo. En als je wil kunnen we gewoon morgen rechtsomkeert maken.’

‘Ik wil naar huis…’ snikte ze. Ik kneep even in haar hand. ‘Morgen gaan we naar huis…’

‘Weg?! Weg?! Waarom willen jullie nou opeens weg?’ Myrnir keek ons ongelovig aan en Wyrnia legde haar hand op zijn schouder. ‘Laat ze nou maar, het zijn nog maar kinderen.’

‘Ik ben geen kind!’ zei Eolain verontwaardigd. ‘Ik voel me alleen… eh… schuldig!’

Wyrnia haalde haar wenkbrauwen op maar knikte toen. ‘Zo zij het dan. Wulps Cleft ligt nog maar een uur verderop. Het lijkt me beter dat jullie met ons meereizen daaraantoe en dan nog de nodige proviand inslaan. Dan zullen daar onze wegen scheiden. Oké?’

Wulps Cleft was als een kleinere versie van Edoras, alleen dan veel drukker. Overal liepen mensen en zelfs hier en daar een dwerg of een ander vreemd type.

‘Wulps Cleft is de rustplek voor reizigers. De Noord-Zuid route loopt er namelijk recht doorheen.’ Legde Wyrnia uit.

‘Ah! Daar is de Tedere Roos!’ Myrnir liep als een klein kind rechtstreeks naar de herberg maar Wyrnia greep hem in de kraag en zei toen iets tegen hem dat wij niet konden horen. Hij zuchtte. ‘Oké dan!’

‘Volg mij,’ zei Wyrnia. We volgden haar naar een klein en donker steegje en stopten toen bij een scheef huisje waar een uithangbord van een vos op hing. ‘Kom mee naar binnen,’ Wyrnia duwde de deur open en we stapten de donkere herberg binnen. ‘Welkom in Herberg de Verloren Vos.’

Herberg de Verloren Vos zat vol met allerlei duistere en mysterieuze figuren die pijpen rookten en zakken geld omwisselden. Overal klonk gedempt gemompel, luid genoeg om de woorden op te vangen die je niet wou horen maar te zacht om de essentie ervan te begrijpen. Wyrnia liep recht op de herbergier af, een man met maar één oog en een litteken dat van zijn wenkbrauw tot aan zijn lip liep.

‘Wyrnia…’ groette hij de vrouw.

‘Barteol. Twee tweepersoons kamers voor één nacht. Inclusief ontbijt.’

Ik zag hoe Eolain naast me wou tegenspurten maar ze hield haar mond. We volgden Wyrnia naar een tafel bij het raam en gingen daar zitten. De stoelen kraakten maar de tafel was keurig schoon geschrobd.

‘Jullie twee moeten eerst een nachtje rusten voordat jullie weer terugkeren.’ Zei Wyrnia. Ik knikte en keek de herberg rond. Mijn oog viel op een wel erg opmerkzaam stel dat in een hoekje van de gelagkamer zat. Beiden waren niet groot. De een was duidelijk een dwerg, ondanks het lange blonde haar dat in vlechten op zijn rug hing en de lange blonde baard. Naast hem stond tot mijn grote verbazing een pijlenkoker en een enorme boog.

De figuur naast hem was zo mogelijk nog vreemder. Dit was geen dwerg, maar een… Halfling! Hij was mollig en had felrood haar dat erg afstak tegen zijn groene ogen.

Ik stootte Eolain naast me aan en gebaarde richting het stel. Eolains mond viel open.

‘Een… Een hobbit!’ 

De Reizigers van Midden AardeWhere stories live. Discover now