Chapter Six

908 38 10
                                    

VOTE!

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

VOTE!

De dagen na de dramatische dag waarop ik mijn pols gebroken had en ruzie met mijn vader had gehad verliepen snel en wazig. Geen woord verliet mijn lippen en ik at ook amper, in sommige situaties was het moeilijk om zonder te praten onder het avond eten uit te komen, maar meestal liep ik zonder iets te zeggen naar mijn kamer.

Alle jongens hadden tegen me gepraat, de een vriendelijk, de ander niet. Diep van binnen wist ik dat al het aardige toch nep was.

Het grootste deel van de dag bracht ik door op mijn kamer, waar ik op bed lag en naar de muur keek zonder enige emoties te voelen. Langzaam maar zeker kwam bij mij het besef dat ik weer depressief aan het worden was.

Mijn vader had ik niet gesproken ook al had hij een paar pogingen tot contact gedaan, ik wilde niks meer met hem te maken hebben. Wat hij gedaan had ging voor mij te ver en ik was niet van plan hem dat ooit te vergeven.

'Kenna! Kom! Het eten is klaar!' De schelle stem van Michelle trok me uit mijn donkere gedachten en langzaam kwam ik overeind.

Iedereen zat al aan tafel toen ik de kamer in liep, op tafel stond friet en kip. Meteen wist ik dat ik onder het eten uit moest komen, dit was veel te vet.

'Ga je zitten, het wordt koud.' Mijn vader keek me aan met een hoopvolle blik, maar ik keek verveeld de andere kant uit alsof ik hem niet hoorde.

Eigenlijk deed het me niets als ik iemand hoorde, ik liet alles dwars door me heen gaan. Ik zag de monden van de mensen aan tafel bewegen, maar was te diep in mijn eigen gedachten verzonken om ze te horen.

'GA GEWOON ZITTEN!' Schreeuwde Casper die omhoog schoot uit zijn stoel, zijn gezicht was bleek en zijn ogen staarde me woedend aan. Hij was boos, heel boos.

Mijn blik ontmoette die van hem, maar ik reageerde niet op wat hij zei, ik bleef naar hem kijken zonder emoties. Iedereen aan tafel keek naar ons.

'Ik meen het. Nu gaan zitten.' Siste hij kwaad en hij liep op me af tot hij recht voor me stond.

'Casper-' Verder kwam Daniel niet want Casper hief zijn hand op naar hem als teken dat hij zijn mond moest houden.

'Stop met aanstellen! Je pols is gebroken, oké, niet het eind van de wereld! Ruzie met pappie gehad? Ook niet erg! Groei op! Jij hebt geen enkele rede om je zo te gedragen!' Schreeuwde hij in mijn gezicht terwijl hij me hard door elkaar schudde.

'Poets je tanden.' Is alles wat ik zei, mijn stem was neutraal. Meteen draaide ik me om en liep ik de kamer uit, de trap op, mijn kamer in.

Mijn pols deed weer pijn dus nam ik een pijnstiller en ging op bed liggen, wachtend tot het in ging werken en de pijn weg zou trekken.

'Hallo?' Er werd zacht op de deur geklopt.

'Ik ben het, Daniel.'

'Doe open.'

They hate meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu