Chapter eleven

867 39 21
                                    

Tom's POV
Iedereen aan tafels was stil, pap kwam niet meer terug en Kenna ook niet. Mijn blik viel op Casper die met wijde ogen voor zich uit staarde, waarom was hij niet blij? Kenna was overstuur, dat maakte hem meestal vrolijk.

Daniël's reactie verbaasde me ook, hij deed niks toen pap boos werd en bleef de andere kant uitkijken. Samuel deed ongeveer hetzelfde maar leek iets bezorger.

Max zat zoals altijd op zijn telefoon en ik wist niet wat ik moest doen. Ik had geen idee waar het over ging, maar ik had wel het idee dat Casper er meer vanaf wist.

'Cas wat is er?' Ik probeerde zo neutraal mogelijk te klinken. Casper keek op en zijn gezicht werd weer emotieloos, zoals bijna altijd.

'Ik vroeg me gewoon af wanneer ze zichzelf eindelijk eens van kant maakt.' Zonder enige schaamte verliet die zin zijn lippen en niemand zei er wat van, zelfs onze moeder niet. Ze keek hem vreemd aan, maar daar bleef het dan ook bij.

'Ze verpest de sfeer. We hebben elke dag ruzie sinds ze hier is.' Stemde Max in. Dat was waar, maar het was niet de schuld van Kenna. Ze deed niks verkeerd, wij hadden een probleem met haar en daarnaast had ze nog een hele hoop andere problemen waarmee ze te kampen had. Medelijden en schuldgevoel begonnen me vanbinnen op te eten, maar tegen Casper in gaan leek me ook niet slim.

Voor Kenna kwam was het eindelijk rustig, Casper leek wel gelukkig. Dat was iets wat ik nog nooit eerder bij hem had gezien, geluk. Nooit lachte hij of was hij vrolijk. Het was altijd óf boos óf verdrietig. Het was allemaal mijn schuld, als ik meer aandacht aan hem had geschonken toen we jonger waren had hij zich waarschijnlijk niet zo slecht gevoeld.

Casper is de enige van ons met een andere vader, hij is pas bij ons komen wonen toen hij 14 was. Daarvoor woonde hij bij zijn vader, daar werd hij verwaarloosd en mishandeld, maar veel details heeft hij nooit aan ons verteld. Bij Casper op school bleven de blauwe plekken niet onopgemerkt en na een lang proces is zijn vader opgepakt, toen hij bij ons aankwam was hij stil en agressief.  We vonden het maar irritant dus schonken hem weinig aandacht, juist toen hij het nodig had.

Langzamerhand werd ons duidelijk dat hij serieuze mentale problemen had en ik voelde me zo schuldig dat het pijn deed. Hij ging in therapie, maar niks hielp tegen zijn lage zelfbeeld en zijn agressie problemen. Zodra hij boos werd was het alsof er twee personen in hetzelfde lichaam zaten, hij snapte het zelf ook niet en het brak me dat te zien.

Doordat we ervan af wisten konden we er beter mee omgaan en hem helpen, alles begon normaal te worden en er ontstond een goede band tussen alle broers, vooral tussen Casper en mij.

Toen kwam Kenna, ze verstoorde de rust, ze veroorzaakte een geheel nieuwe situatie. Elke keer als ze iets zei zag ik hoe Casper zijn best moest doen niet te flippen. Verandering kon hij niet nog een keer aan dus wilde hij haar weg hebben, al moest hij haar wegjagen. Eerst stond ik achter hem, ik wilde ook niet dat hij weer zo zou ontsporen, maar Kenna verdiende het niet en had al genoeg problemen. 

Ik kon niet allebei helpen en moest dus een kant kiezen, voorlopig bleef dat de kant van Casper, mijn broer én beste vriend. Hoe erg ik het ook vond voor Kenna ik gaf simpelweg meer om Casper.

'Jongens eet nou maar gewoon verder.' Zei mijn moeder, ik keek haar aan. Interesseerde het haar niet wat mijn broers zojuist over Kenna, haar stiefdochter, zeiden? Zelf at ze ook verder en leek ze niemand aan te willen kijken.

De deur opende en iedereen keek op, alleen onze vader kwam terug, Kenna niet.

'Waar is ze?' Vroeg Samuel bezorgd.

'Weg.' Zijn antwoord was kort en simpel.

'Hoe bedoel je weg?' Samuel leek boos, waarom was hij zo boos?

They hate meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu