12

270 6 3
                                    

Het is zaterdagochtend en ik hoef dus niet naar school. Gelukkig, want ik vind de lessen nu al doodsaai en ik ben nog maar een week bezig. Ik zit beneden op de bank en ben een beetje aan het zappen. Mijn ouders zijn naar de winkel, dus ik ben alleen. 

Na een tijdje hoor ik ineens luiden sirenes de straat inkomen. Ze stoppen recht voor Noahs huis en er rennen wat mensen naar binnen. Na een paar minuten komen ze weer naar buiten gerend met een brancard waar iemand opligt. Ik kan niet zien wie, maar ik heb een vermoeden dat het Noah zijn moeder is. Als ze de brancard naar de ziekenwagen hebben gebracht, rijden ze meteen heel hard weg. Ik heb geen idee wat er gebeurd is, dus besluit ik naar Noah te gaan.

Noah opent de deur. Hij ziet er geschokt uit, zijn ogen zijn rood en zijn haar zit door de war. Wat er best schattig uitziet. Geen idee wat dat was, maar dat dacht ik niet.

'Hey, mag ik binnenkomen?' vraag ik aan hem. Hij zegt niks, maar knikt aarzelend en houd de deur verder open. Ik loop achter hem de woonkamer in. 

'Wat is er gebeurd?' vraag ik ook aarzelend. 

'Ik heb geen idee. Ze kreeg geen lucht en ik heb de ambulance gebeld.' zegt hij snel. 

'Mocht je niet mee?' vraag ik. Hij schudt zijn hoofd teleurgesteld. 

'Laten we gaan dan.' stel ik voor. 'Nu meteen?' vraagt hij verward. 'Ja, waarom niet. Kom.' en ik trek hem al mee naar buiten. We stappen zijn auto in en rijden in stilte naar het ziekenhuis. 

We lopen het ziekenhuis binnen en gaan meteen naar de balie. Noah vraagt de vrouw achter de balie naar zijn moeder en ze geeft ons een kamernummer. We lopen naar de lift en stappen erin. Als we de lift weer uitstappen zoeken we het goede kamernummer. We komen aan bij de juiste kamer en Noah wilt naar binnen gaan. 

'Moet ik gewoon naar binnen lopen?' vraagt hij zenuwachtig aan mij. 'Hé, het komt wel goed. Klop maar aan.' zeg ik tegen hem. Hij glimlacht naar me en klopt dan op de deur. Een dokter opent de deur en vraagt wie we zijn. Ik leg hem het verhaal uit en we mogen naar binnen. 

'Ik wacht hier wel, oké?' zeg ik tegen Noah. Hij knikt en loopt achter de dokter aan de kamer binnen. Ik ga op een stoel zitten die in de gang staat.

Na ongeveer 20 minuten komt Noah weer naar buiten. Hij komt naast me zitten op een stoel en zegt verder niks. 'Je had gelijk, het komt goed.' zegt hij na een tijdje. 

Ik zucht opgelucht en zeg: 'Wat is er aan de hand?' 

'Ze gaan het verder onderzoeken daarom moet ze nog een paar dagen blijven. Maar daarna mag ze gewoon weer naar huis.' vertelt hij. 'Gelukkig.' zeg ik met een glimlach. 'Zullen we gaan?' vraagt hij dan. Ik knik en we lopen het ziekenhuis weer uit.

Als we weer terug zijn stel ik voorzichtig voor om Jayden, Joshua en Ethan te bellen. 

'Ik weet het niet, moet dat nu?' zegt hij. 

Ik knik en zeg: 'Dan ben je niet alleen en ze zullen je helpen.' Hij rolt zijn ogen en stemt dan eindelijk in. Ik bel Joshua op die de andere jongens ophaalt en dan hierheen komt. 

'Ze komen eraan.' zeg ik als ik heb opgehangen. 'Oh en ik ben hiernaast als je me nodig hebt.' zeg ik met een glimlach. 'Nora dankje, echt.' zegt hij. Ik glimlach weer en loop dan mijn eigen huis binnen. 

Het is zo vreemd hoe hij twee personen is. Soms zo egoïstisch en dan weer zo gevoelig. Vreemd. 'Nora waar ben je geweest?' vraagt mijn moeder bezorgd als ik de woonkamer inloop. Ze zijn dus blijkbaar weer terug. 'Ik ging met Noah mee naar het ziekenhuis, want er was wat met zijn moeder.' leg ik uit. 'Oh oké, maar laat dat de volgende keer even weten. Hoe is het met haar, wat is er gebeurd?' zegt mijn moeder. Dus leg ik haar alles uit.

Tegen de avond wordt er aangebeld. Ik loop naar de voordeur en open hem. Joshua en Jayden staan er. 'Wat doen jullie hier?' vraag ik. 

'We komen van Noah.' zegt Jay. Ik knik en laat ze binnen. Dat zegt al genoeg.

Ze lopen achter me aan en natuurlijk moeten mijn ouders zich eerst weer voorstellen. Nadat ze dat hebben gedaan gaan we naar mijn kamer en vraag ik wat Noah heeft gezegd. 

'Je bedoelt over zijn moeder toch?' vraagt Joshua. Ik knik. Duh wat anders. Jayden begint de vertellen wat hij allemaal heeft gezegd. Hij heeft het uitgelegd over zijn moeder. 

'En waarom wist jij dit al?' vraagt Joshua als Jayden het allemaal heeft verteld. 

'Ik zag het, ik woon hier naast hem weet je nog.' leg ik uit. Natuurlijk ga ik ze niet vertellen over dinsdagavond, wat Noah toen allemaal zei. Waarom weet ik eigenlijk niet. 

'Ja jij praat de laatste tijd veel met Noah.' zegt Jayden die dan in lachen uitbarst. Ik weet gewoon dat hij het over dat van gister heeft. Ik rol mijn ogen en zeg: 'Hou je mond.' Josh kijkt ons vragend aan. Dat negeer ik en gelukkig gaat dan iemand zijn telefoon af. 

Joshua neemt op en zegt wat. 'Ik moet gaan.' zegt hij als hij heeft opgehangen. 'Ja, kom mee.' zeg ik terwijl ik al onderweg naar beneden ben. Als we beneden zijn is mijn moeder zo irritant om ze te vragen of ze willen blijven eten. Joshua zegt dat hij naar huis moet, maar Jay daarentegen stemt in. Als hij maar niet weer begint over dat met Noah gister.

Na het eten zijn we een film aan het uitkiezen. Tot Jay weer vraagt naar Noah. 'Heb je hem nog gevraagd waarom hij dat gisteren zei?' vraagt hij. 

Ik rol weer mijn ogen. 'Nee en dat ga ik ook niet doen.' 

Hij pakt de afstandbediening uit mijn hand en klikt op een random film. 'Waarom niet?' vraagt hij dan. 

'Waarom wel?' antwoord ik. 'Je wilt toch weten waarom hij dat zei.' zegt hij. Ik schud mijn hoofd en kijk naar de film. Hij zucht en zet de film op pauze. 

'Noah die normaal doet tegen een meisje is zoiets als een maansverduistering. Gebeurt bijna nooit.' legt hij uit. Jay en zijn vreemde vergelijkingen.

Hierdoor schiet ik in de lach. Hoe komt hij daar nou weer bij. 'En dus?' vraag ik. 

'Dus moet je dit onderzoeken.' zegt hij. En ik schiet weer in de lach. 'Hoezo onderzoeken?' vraag ik lachend. 

'Waarom hij aardig tegen jou doet. Ik weet het hij vind jou leuk, maar wacht Noah heeft niemand leuk gevonden sinds...' ratelt Jayden. 

'Sinds wat?' vraag ik, omdat hij stopt met praten. 'Sinds 4 jaar geleden, meer zeg ik niet.' zegt hij geheimzinnig. 'Oké, maar Noah vind mij niet leuk.' vertel ik hem. Hij grinnikt en zegt: 'En dit gaan we dus onderzoeken.' 

Hij denkt volgensmij dat we in een of andere spionnenfilm zitten. Dat is niet zo en daarom zet ik de film op tv weer aan. 

'Je bent gestoord.' 

High School ✅Where stories live. Discover now