Rustig fiets ik naar school. Sem, Robert en Marleen fietsen vandaag niet mee. Ze hebben een vrije dag, dus neem ik vandaag een andere route. Ik fiets vandaag langs de weilanden.
Halverwege mijn route zie ik iemand langs de kant van de weg liggen, vlakbij de sloot. Snel fiets ik er heen en zie tot mijn grote schrik dat het Jaimy is. Ik spring van mijn fiets en leg een vinger in zijn nek. Gelukkig, hij ademt nog. Voorzichtig schud ik hem heen en weer. 'Jaimy, wakker worden.' Zeg ik vriendelijk. Als hij niet reageert leg ik mijn hand op zijn voorhoofd. Ik schrik me rot. Hij is ijskoud! Snel haal ik mij telefoon uit mijn zak en bel 112.
Binnen no time stopt er een ambulance naast ons en ze leggen Jaimy op de brandcard. Als ze de deuren van de ambulance willen sluiten stap ik nog snel in. Binnen enkelen minuten zijn we in het ziekenhuis en beginnen de dokters Jaimy te onderzoeken. Na een tijdje komt er een dokter naar me toe die me vertelt dat hij in een coma ligt.
Jaimy ligt nu al vier dagen in een coma en ik ga iedere dag bij hem langs. Het liefst zou ik gewoon bij hem willen blijven, maar dat kan helaas niet. Ik moet naar school en kan mijn broer ook niet vertellen waarom ik niet naar school wil, want hij zou het verbieden.
Na het laatste voorval mag ik hem niet meer zien van mijn broer. Hij is nog steeds woedend op Jaimy. Wat dat betreft lijken mijn broer en ik wel tegenpolen. Mijn broer kan heel lang boos blijven, maar ik heb iets heel snel weer vergeven en het kan me niks schelen wat mijn broer vind. Ik ben niet van plan Jaimy de steek te laten.
Dus als ik uit school kom fiets ik meteen door naar het ziekenhuis. Mijn vrienden vragen zich af wat ik daar doe, maar ik laat er niets over los. Als ik bij Jaimy ben vertel ik hem van alles, van wat we die dag gedaan hebben tot mijn ware gevoelens voor hem. Het kan me niks schelen dat hij het misschien hoort. Ik wil gewoon dat hij wakker word. Dat hij me misschien weer gaat pesten kan me niks schelen. Ik wil dat hij terug komt, hoe dan ook!
Ook vandaag zit ik weer bij Jaimy en smeek hem om wakker te worden. Zachtjes wrijf ik over zijn handen. 'Alsjeblieft Jaimy, wordt nou wakker.' Zeg ik zachtjes. Hij reageert niet, dat ben ik onderhand wel gewend, maar tocht doet het elke keer weer pijn. Ik haat het hem zo te zien. Ik wil dat hij wakker wordt. Dat hij me uitscheld, me negeert, me kleineert, dat hij zachtjes wat tegen me zegt of gewoon zijn ogen open doet. Het maakt me niet uit, als hij maar reageert.
'Jaimy, alsjeblieft.' Zeg ik wanhopig. Opeens doet hij zijn ogen open. 'Jaimy!' Roep ik blij en wil hem omhelzen, maar een dokter houd me tegen. 'Hij heeft vier dagen in een coma gelegen, een beetje rustig alstublieft.' Zegt hij vriendelijk. Jaimy kijkt ons vragend aan. 'Je hebt vier dagen in een coma gelegen.' Zegt de arts tegen hem. 'Ja, dat hoorde ik ook wel! Hoe is het gebeurd?' Vraagt Jaimy bot. Ik glimlach even. Zo ken ik hem weer.
De arts trekt zijn wenkbrauwen op. 'Sorry.' Zegt Jaimy uiteindelijk. 'We weten het niet. Dit meisje vond je op straat, naast een sloot.' We denken dat je een ongeluk hebt gehad.' Zegt de dokter. 'Ik weet anders niks meer.' Zegt Jaimy verbaast. 'Je kan aan geheugenverlies lijden.' Jaimy staart hem verbaasd aan. De arts gebaart dat ik weg moet. Met tegenzin sta ik op en loop de kamer uit. 'Wij laten je nu met rust.' Zegt de dokter en volgt mij de kamer uit.
Op een bankje naast de deuropening zit de persoon die ik nu wel kan villen. Jaimy's moeder. Ik durf te wedden dat ze hem te hard heeft geslagen en hem daarna buiten heeft gelegd. Voor bijna een hele nacht! En dat is nog niet het ergste. Ze is nog nooit bij Jaimy komen kijken, terwijl zowel het ziekenhuis als onze school hebben gebeld.
Het ziekenhuis om te bellen dat hij hier lag en school om te vragen waar hij bleef. Geloof me, ik weet zeker dat ze nog nooit langs is geweest, want ik ben hier iedere dag voor en na school geweest en ik heb ook iedere keer gevraagd of er nog een ander voor Jaimy is geweest en dat was niet zo. Zelfs zijn 'vriendengroepje' is niet komen kijken. Dat meisje heeft me er zelfs mee proberen te raken. Gelukkig was Marleen in de buurt, anders had ik me misschien niet in kunnen houden.
Jaimy's moeder klopt op de deur en mag naar binnen. Dat menen ze toch niet?! Ik zit hier elke dag en ik word weggestuurd en zijn moeder is er nooit en is waarschijnlijk ook de oorzaak van dit alles mag wel naar binnen?!
Verdrietig loop ik naar de toiletten en sluit mezelf op in een hokje. Het is oneerlijk! Jaimy word mishandelt en heeft vier dagen in een coma gelegen en ik kan er niks tegen doen. Ik hoop maar dat mijn moeder snel terug is, want ik heb haar hulp nodig. Denk ik, terwijl de tranen over mijn wangen lopen.
Waarom is het leven zo oneerlijk? Waarom mag ik niet gewoon naar hem toe? Hem vertellen dat ik van hem hou, vertellen wat ik werkelijk voel. Hem zeggen dat ik hem zal beschermen. Dat ik hem zal helpen.
Ik schud mijn hoofd. Misschien kan ik beter niet vertellen wat ik voel....

VOCÊ ESTÁ LENDO
You hurt me, but I still love you
RomanceWaarom moet ik nou juist op hem verliefd worden? Kan het niet gewoon een lieve aardige jongen zijn? Maar nee hoor ik moet weer verliefd worden op de school pestkop en het ergste is ik ben zijn slachtoffer.