5. Ryven

18 2 10
                                    

De rest van de reis verliep in stilte, met alleen Liris' geneurie en geschuif op haar zitplaats die de leegte vulden. Mijn vingers gleden over de volumeknoppen van mijn mobiel, bedekt door de zwarte siliconen hoes. Regelmatig trok ik het ding tevoorschijn om naar het startscherm te kijken, agent Hover hield me op de hoogte van de commissaris, die niet blij was sinds ik Liris uit de gevangenis had gehaald en een oogje op me hield.

Zuchtend zette ik het scherm weer uit, vanuit mijn ooghoeken keek ik naar Liris die scrolde over een nieuwsoverzicht met alle roddels. Haar ogen schoten over alle woorden en ze leek mijn blik niet op te merken. Het was moeilijk te bedenken dat dit de befaamde Liris was, de moordenaar die mijn enige hoop was om Ari te vinden.

Dat laatste bleef ik mezelf vertellen.

Zodra het eindstation aangekondigd werd, spande alles in mijn lichaam aan. Ik was nog nooit in Basal geweest en ik wist ook niet wat ik ervan moest verwachten.

Met moeite wist ik het uitrekbare mondkapje over mijn neus en mond te krijgen. Liris deed hem om alsof ze het al duizenden keren had gedaan, de roze konijnensnuit lichtte op toen we het donkere station van Basal binnenreden. Haar knot was ondertussen uitgezakt en rode plukken staken uit alle kanten. Ik stopte mijn handen in mijn zakken terwijl de metrodeuren opengingen. Het glas weerspiegelde de gifgroene giftanden van mijn masker.

'Welkom in Basal.' Met de timing van de opengaande deuren, gooide Liris haar handen in de lucht. Ze sprong het perron op en zette haar handen op haar heupen, met haar neus in de lucht knikte ze blij. 'Ah, de geur van olie en mijn grootmoeders kledingkast, nog steeds hetzelfde als altijd.'

Ik volgde de enthousiaste crimineel, de omgeving was donker door de slechte verlichting. Althans dat dacht ik, tot ik me besefte dat we in de buitenlucht waren en de zon niet door de dikke laag smog kwam die in Basal heerste. Ik kon maar een paar meter voor me kijken. De nieuwsberichten hadden weleens gesproken over de luchtvervuiling hier, maar niet over hoe onleefbaar het hier was.

Ik wilde Basal zo snel mogelijk verlaten.

Zuchtend drukte ik het filtermasker dichter tegen mijn gezicht, Liris was al een stuk verderop terwijl ze elke vlek en vuilnisbak aangaapte met sentimentele waarde. Ze leek net op een klein kind die naar koekjes zocht.

'Snoepje, kijk.' Liris stopte bij een bord gevuld met gezocht posters, haar stem zoals altijd zangerig alsof ze een kinderlied aan het zingen was. 'Staat die van Ari ertussen?' Ik liet mijn ogen over het bord gaan, er hingen zoveel posters dat ze elkaar overlapten. Eerst viel de bekende poster van Liris me op die onder twee andere begraven was, het was dezelfde als agent Hover me had laten zien voor we haar opzochten.

'Daar.' Ari's poster hing op het hoekje bovenop de rest, hun flaporen nog altijd overdreven op deze tekening.

'Top.' Liris keek er bedachtzaam naar, voor het eerst leek ze serieus. Of misschien was het de konijnensnuit die haar onuitstaanbare glimlach verborg. Haar ogen gleden langs de tekst onder de tekening, de beschrijving van Ari's misdaden. Van moord tot zwendel praktijken, alles wat je kon bedenken was onder hun naam gezet. 'Denk je dat Ari een persoon is die mensen vermoord?'

Bijtend op mijn tong keek ik weg, het was de eerste vraag die bij me opkwam maanden geleden. Ik proefde bloed. 'Ik weet het niet. Ik heb hen al heel lang niet gezien.' Ari wilde op een gegeven moment niks meer met me te maken hebben, wat ik begreep. Ik had hun gevoelens pijn gedaan. Mijn hart brandde wanneer ik eraan dacht.

'Ah, oké, dat maakt het wat moeilijker.' Liris scheurde de poster van het bord af. 'Ik weet namelijk dat de Tijgerklauwen wel eens mensen tot zondebokken maken, dus het zou ook kunnen zijn dat iemand hogerop in de hiërarchie hun naam gebruikt, maar als we het niet zeker weten dan blijven alle opties open.' Na het papier drie keer opgevouwen te hebben, stopte ze de gele poster in haar buidelzak.

ZoekendeWhere stories live. Discover now