13. Ryven

6 2 2
                                    

Eenzaamheid was mijn oude vriend. Zonder erbij stil te staan was ik zo gewend geraakt aan zijn aanwezigheid, dat de warmte van gezelligheid de haren op mijn huid overeind liet staan.

Ik herinnerde me nog zo goed hoe ik op een dag wakker werd en naar de ontbijttafel liep. Er hingen nog slingers van Ari's elfde verjaardag, de dag die voor hen een grote mijlpaal was, omdat hen eindelijk de moed had gekregen om ons te vertellen hoe hen voelde over zichzelf.

Eenmaal aan de ontbijttafel was het vreemd, ik hoorde mijn ouders en Ari, maar ze waren er niet.

De stemmen zouden vragen naar me, mijn aandacht proberen te trekken. Het bracht angst in me omhoog, omdat ze uit het niets leken te komen. Het was de dag dat mijn zegel zich begon te ontwikkelen, de zegel die me iedereen liet vinden.

Maar ook iedereen die me dierbaar was liet verdwijnen.

In het begin probeerden we er nog mee om te gaan, maar het was moeilijk. Als mensen niet praatten wist ik niet waar ze waren en ze merkten al gauw hoe vermoeiend het kon zijn om rekening te houden met me. Ari die begreep weer niet waarom ik hen negeerde. Onze ouders maakten zich extra zorgen om me, om het kind dat gezegend was met de zegel. Ze richtten hun volledige aandacht haast alleen naar mij. Ik wist dat Ari deze situatie moeilijk vond, het was te horen in hun telefoontjes naar hun vrienden, op de manier dat hen me expres negeerde door de gangen van school.

Maar toen Ari op hun veertiende wegliep van huis nadat ze betrapt was op drugs, stopte iedereen met praten.

Drie jaar had ik aan de stille ontbijttafel gezeten, een boterham smerend en niet wetend of iemand misschien aan dezelfde tafel aan het eten was.

Uit het oog, uit het hart.

═══☩══✦══☩═══

Mijn ogen schoten open om een onbekend plafond met waterschade in te nemen. Mijn mondmasker was weg en mijn keel klopte pijnlijk. Mijn herinneringen zwommen door mijn duizelende hoofd. Ik voelde Liris' onderarm nog op mijn nek alsof ze me nog aan het wurgen was.

Ik wist zeker dat ze me zou hebben vermoord.

Ik trok de dekens naar me toe, dempte mijn kuchende klanken in de ruwe stof. Eerst meerdere moordpogingen en nu kwam mijn nachtmerrie weer terug. Misschien was het omdat ik voor het eerst sinds jaren weer met Ari had gepraat. Ik wilde vloeken onder mijn adem, maar mijn stem kwam eruit als pufjes lucht.

Mijn snel razende hart bonkte zo hard tegen mijn ribben dat het pijn deed en ik vertelde mezelf dat alles goed zou komen. Met mijn hand tastte ik het donker af, probeerde ik mijn mobieltje te vinden. Zodra mijn vingers over het siliconen hoesje streelden, kwam de opluchting over me heen.

Als mijn telefoon hier lag, dan was degene die me hier gebracht had met goede bedoelingen, anders zou diegene me nooit zo goed behandelen.

Agent Hover had me een paar bezorgde berichtjes gestuurd die met een uur verergerden. Ik stuurde hem een snel berichtje dat ik prima was, mijn ogen gericht op de blijvende '(1)' in Uchat.

Er was een melding uit de groep, een simpel berichtje van Tiffa waarin ze me specifiek had getagd.

'@Ryven Wang de commissaris heeft een zoekteam gestuurd naar Basal, hij wil Ari opsporen.'

Ik lachte wat meer klonk als een hoest, mijn vingers stijf door de kou. Met een hand tegen mijn gezicht schudde ik mijn bonkende hoofd waar pijnscheuten ontsprongen. Een schram was te voelen over mijn voorhoofd waarvan ik niet wist wanneer ik die gekregen had. Maar dat maakte me allemaal niet uit.

Dit was zijn manier om me terug te pakken voor het blackmailen. Er was geen reden om zijn zoekteam te stoppen, Ari was immers een gevaarlijke gezochte crimineel. En als er gebleken wordt dat ik het opspoorteam in de weg had gezeten, dan zou mijn reputatie door het ijs vallen.

ZoekendeWhere stories live. Discover now