Hoofdstuk 19- Het gastgezin.

2.1K 87 11
                                    

"Dames en heren, over een kwartier zijn we op de bestemming waar de gastgezinnen jullie komen ophalen. "

Het is nu bijna negen uur in de avond en we zijn er al bijna. Ik begin nu best wel zenuwachtig te worden. Straks kom ik in een gastgezin die heel gemeen is. Zenuwachtig keek ik uit het raam. Het was al een beetje donker aan het worden. Ik keek even vooruit en zag daar Dan zitten. Logisch natuurlijk als hij twee stoelen voor mij zit. Wat is hij toch leuk. Hoe kan iemand zo leuk zijn? Ik weet het niet.

"Fleur? Hallo? We zijn er."

"Huh wat?"

"We zijn er."

"O, Oké."

"Kom we gaan onze koffers pakken."

Merel en ik liepen de bus uit en pakte onze koffers. Iedereen was aan het wachten tot dat ze opgehaald werden. Er kwamen af en toe wat gastgezinnen. Maar waar Merel en ik zaten die waren er nog niet. Even later stonden alleen Merel en ik er nog en drie andere meisjes. En natuurlijk de leraren. Toen de drie meisjes opgehaald werden, begon ik mij wel zorgen te maken. Zouden ze nog wel komen? Ik weet het niet meer.

"Zullen we even bij de leraren gaan staan?" Hoorde ik Merel vragen.

"Ja, is goed."

"Ze komen er zo aan, ik heb een bericht ontvangen dat het wat later werd." Zei Fredisen.

Het duurde even, maar ik zag in de verte een oude auto asociaal komen aan rijden. Ik hoop niet dat dit het gastgezin word. En ja, ze stopten hier. Er stapte een dikke man uit met een zonnebril. Ehm ja. Ik moet maar naar de auto lopen.

"Wij gaan, tot morgen." Zei ik tegen de leraren.

"Tot morgen" zeiden ze allemaal.

Ik keek nog even naar Dan. Die een telefoon teken maakte. Wat lief, daarmee bedoelt hij dat ik kan bellen als er wat is. Ik hoop maar dat ik niet naar hem hoef te bellen.
Ik stond nog met mijn koffer bij de auto. De man zat al wert achter het stuur.

"Get in the car, hurry up and don't waiste my time."

"Moeten we zelf de kofferbak opendoen?" Vroeg Merel.

"Ik denk het." Ik deed de kofferbak open en zette onze koffers er in. Ik vind hem nu al een naar mannetje. Ik wil echt niet bij hem in huis slapen.

"Ik durf echt niet met hem mee, hij is zo'n nare man." Zei Merel.

"Ik eigenlijk ook niet. Je hebt Frits nummer toch?"

"Ja, gelukkig kan ik hem altijd bellen."

We stapte de auto in en we reden weg. Het was een rit van ongeveer tien minuten en er stond harde muziek op. De man heeft zich niet eens voorgesteld. Hij heeft nog geen woord gezegd.

"Hello, what is your name?"

Ik kreeg geen antwoord. Oké, dan niet. Ik voel mij hier echt niet prettig bij.

"M-merel, ik weet het niet. Ik voel me hier zo slecht bij."

Ik kreeg tranen in mijn ogen.

"Het komt goed."

Ik voelde een tril in mijn broekzak. Het zal vast mijn telfoon zijn. Duh, wat zou het anders kunnen zijn? Ik pakte mijn telefoon uit mijn broekzak en zag dat ik een berichtje had. Het berichtje was van Dan. Ik kreeg vlinders in mijn buik. Ik opende het bericht en las het.

Hey Fleur,

Ik maak mij een beetje zorgen om je. Die man die je ophaalde is hij wel aardig? Voel jij je wel prettig in dat huis? Anders regel ik wel wat voor jou en Merel. Eetsmakelijk en slaaplekker alvast:),

Ben ik verliefd op mijn leraar? (Compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu