#4

58 4 0
                                    

William

Kreunend kom ik overeind en ik staar walgend naar de grond. Daar ligt mijn visje. Jammer.. Wat is er gebeurd? Ik weet alleen dat Joris afscheid van me nam en ik toen al mijn woede en verdriet uithuilde. Maar daarna? Ik heb geen zin om over deze dingen na te denken. Ik heb zo'n vreselijke hoofdpijn en ik voel me leeg vanbinnen. Ik probeer rond te lopen, maar dat lukt niet. Ik kan mijn voeten moeilijk verzetten. Ik voel iets ijzers aan mijn enkels zitten. Ik zie een rond voorwerp op de grond. Ik buk om het beter te kunnen bekijken en toen ik zag wat het was voelde ik me woedend worden. Het is een ijzeren ketting met een zware ijzeren bal eraan. Net alsof ik een misdrijf heb gepleegd! Ja ik huilde, is dat zo erg? Ik huilde om mijn beste vriend die mij heeft verlaten. Ik probeer de bal op te tillen, maar dat lukt niet. Ik ben niet sterk genoeg. Niemand is sterk genoeg om dat zware ding op te tillen. Ik ga op mijn hurken zitten en probeer of ik hem kan rollen. Nee. Ook niet. Is te zwaar. Zuchtend ga ik zitten en probeer te bedenken wat ik nu het beste kan gaan doen. Opeens hoor ik een paar mannenstemmen. Ze blijven voor mijn tralies staan, maar ze hebben gelukkig niet door dat ik erin zit. Ik blijf stil zitten en probeer te horen wat ze tegen elkaar zeggen. “Ja je hebt die jongen toch echt wel heel hard geslagen hoor.” hoor ik eentje tegen de ander zeggen. De ander lacht vals en zegt: “Als ik hem echt zo hard heb geslagen dan was hij nu al dood geweest.” De ander antwoord weer: “Nou hij is half dood..” De man snuift en zegt: “Sinds wanneer bekommer jij je om een kind?” “De hele tijd doe ik dat al!” antwoord de man. “Oja, want jij slaat ze minder hard wil je zeggen?” lacht de man gemeen. “Ik sla ze niet, ik doe ze helemaal niks, dat weet jij ook wel! Ik probeer ze te waarschuwen voor de naderende piraten die eraan komen. Jullie weten dat al, maar die arme kinderen weten van niks. Moeten ze niet vluchten?” De andere man lijkt even na te denken en zegt dan heel kalm: “Nee, want als die piraten hier komen, dan zijn de kinderen allemaal allang dood.” en ik hoor hem keihard lachen. Ik voel een koude hand om mijn hart ik word duizelig. De andere man heeft niks meer te zeggen en ik hoor ze verder lopen.

“Hier, je eten!” hoor ik opeens een vrouwenstem zeggen. Ik kijk op en zie een vrouw staan met een bord in haar handen. Ik probeer op te staan, maar dat lukt niet. Ik kijk haar droevig aan en wijs op de ijzeren bal en kettingen. De vrouw kijkt geschokt en even lijkt het wel alsof ik woede in haar ogen zie. Wie is zij? Maar voordat ik daar over na kan denken is ze opeens binnen. Met open mond staar ik haar aan en ik ben stomverbaast. Hoe kan dat nou weer? Hoe kan zij nou binnen komen? Zonder sleutel? Ze lijkt mijn verwarring te merken en ze zegt rustig: “Ik kom wel vaker binnen zonder sleutel.” Nog steeds kon ik niks zeggen. Mijn verstand is helemaal door de war. Ik ben mijn tong kwijt, ik kan nog steeds niks antwoorden. “Je hoeft niks te zeggen.” zegt de vrouw vriendelijk. “Hier is je eten. Eet het maar snel op, voordat de anderen komen.” Ik knik en ik schrok alles naar binnen. Wat is dat lekker zeg! Meestal krijgen we oud brood met vies water, maar nu krijg ik biefstuk met aardappels en boontjes. Waar heb ik dit aan te danken? Krijgen de anderen kinderen dit nu ook? Of is dit mijn galgenmaal? Ik voel me opeens weer misselijk worden en ik heb geen zin meer om te eten. Ik smijt het bord van woede kapot tegen de muur. De vrouw schrikt en ze kijkt me verdrietig aan. “He ik heb daar heel veel werk aan besteed hoor!” Ik kijk haar boos aan en zeg: “Oja, aan mijn galgenmaal ja? Nou ik hoef die rotzooi niet! Laat me met rust nu meteen! Ga weg! Ga alsjeblieft weg!” De vrouw kijkt me bedenkelijk aan en zegt dan: “Maar dit is niet jouw galgenmaal..” Ik kijk haar wantrouwend aan en zeg: “Oh wat is het dan wel?” De vrouw zegt: “Het is je avondeten.” Voor de tweede keer valt mijn mond open en ik schreeuw: “Zeg wie denk jij wel niet wie je bent? Je bent heus niet grappig hoor als je dat soms denkt!” De vrouw lijkt te schrikken van mijn agressie en mompelt: “Wat doen ze jullie toch allemaal aan?” Ik kijk haar boos aan en ik sta op het punt om haar te gaan slaan als ze nu niet weggaat, maar opeens zegt de vrouw: “Ik ken jouw beste vriend.” mijn hand blijft in de lucht steken en ik ben te verbaast om antwoord te geven. Wat zegt ze nou? Waar slaat dat op?! “Waarom zeg je dat? Iedereen kent mijn beste vriend. En nu ben ik hem kwijt en dat is jullie schuld!” schreeuw ik woedend naar haar. Ze blijft rustig en gaat op de grond zitten. Waarom gaat ze nou niet weg? Ik ben Joris voor altijd kwijt en dat boeit niemand. Helemaal niemand! “Het boeit mij wel.” zegt ze opeens. Ik kijk haar niet begrijpend aan. “Ik kan jouw gedachten lezen.” gaat de vrouw onverstoorbaar verder. Oke wie is er nou gek? Zij of ik? “Laat me even alles uitleggen voordat je me gaat slaan oke?” begint de vrouw. Ik knik en kijk haar aan. Ze heeft een donkere huid en zwart haar. Ik laat mijn hand zakken en wacht rustig af op wat zij te zeggen heeft. “Over een tijdje ben jij hier niet meer.” begint ze te vertellen. “Je word piraat, net als jouw beste vriend. Jullie zien elkaar weer.” Met open mond staar ik haar aan. Hoelang ik dat deed weet ik ook niet, maar het enige wat ik weet is dat ze toen ineens verdween. Wie is die geheimzinnige vrouw toch? Wat wilt zij van mij? Ik word piraat? Ja dáág, dacht het dus lekker niet. Ik wil geen onschuldige mensen dood maken. Ineens ging de deur open. Verschrikt kijk ik naar de deur, en het volgende moment word er iemand ingegooit en de deur gaat weer dicht. Ik durf me niet te verroeren en wacht onrustig af op wat er komen gaat.

Hoelang ik nu al zit te wachten weet ik niet, maar ik ben nu wel heel erg nieuwschierig wie die persoon is. Ik probeer een stukje dichterbij te komen maar dat lukt niet omdat ik vastgeketend zit. Zuchtend geef ik het op. Zal die persoon me horen? “Hey..” zeg ik. Geen antwoord. “Hallo?” zeg ik iets harder. Weer geen antwoord. Geweldig, ik word genegeerd.. Wie is die persoon? Wat is ermee gebeurt?

Ik geef het op en moedeloos laat ik mijn hoofd hangen. Is het nu dag of nacht? Ik ben hier nog maar een dag en ik word nu al gek. Waarom mag ik er niet uit? Wat gebeurt er nu met iedereen? Gaan ze echt dood allemaal? En wie is die vrouw nou weer? Kon ik maar tegen die persoon praten, maar volgens mij is die half dood. Ik kijk op als ik ineens geschuivel hoor. Wat is dat? Ik probeer mijn ogen scherp te stellen maar ik kan bijna niks zien omdat het zo donker is. Ik hoor geritsel. “Wie is daar?!” roep ik fel, maar ik voel me alles behalve dapper. Hoe kon die man van vroeger ooit zeggen dat ik dapper was? Ik hoor weer geritsel en het komt uit de hoek van de cel. Ik zie geen persoon, alleen maar een paar visnetten, beschimmelde kisten en een olielampje zonder olie. Net toen ik nog een keer wou gaan vragen wie diegene is komt het ineens mijn kant op. Ik wil opstaan maar het lukt niet. Een ding komt op mij af. Oh nee wacht, een stukje stof. Is het een spook? Maar spoken bestaan niet, of wel? En die vrouw dan? Maar voordat ik in paniek kon raken was het al bij me en het raakte mijn been aan. “Oke, wees een held en doe dat stukje stof van je af!” roep ik met een piepende stem. Ik pak voorzichtig een stukje scherf van het bord dat ik op de muur kapot heb gegooid en houd die achter de hand voor het geval dat ding me aan gaat vallen. Het 'ding' schuifelt heen en weer en dan verdwijnt het weer. Ik sta perplex. Wie of wat was dat? Het 'ding' heeft wel het doekje verloren. Ik hoor getrippel. Het zijn geen voetstappen. Ik zie gelukkig ook niks zweven. “Kom te voorschijn!” roep ik nu luid en dapper. En toen kwam het 'ding' tevoorschijn. Nee. Nee zeg niet dat het waar is! Nee please heb ik me daar zo bang voor gemaakt? Neeeee...! en ik begin keihard te lachen in de donkere cel achter de tralies in deze hopeleloze situatie.

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeWhere stories live. Discover now