#7

46 3 0
                                    

William

Verbaasd keek ik van Joris naar de muis die er rustig lag te slapen en naar het sleuteltje dat naast hem lag. Hoelang ligt dat ding daar al? Joris werd helemaal enthousiast en hij vergat de pijn. “Man, we moeten dat sleuteltje te pakken krijgen!” Ik knikte en ik bedacht hoe we dat konden aanpakken. “Oke ja, maar hoe gaan we dat dan doen?” vroeg ik, en ik had er niet zoveel vertrouwen in dat we ooit die sleutel zouden krijgen. “Nou als ik er nou eens naartoe ging?” en hij voegde meteen daad bij woord. Maar zo makkelijk ging dat niet. Met een zucht ging hij weer zitten. “Auw.” zei hij en hij wreef over zijn pijnlijke been. “Die man heeft me echt hard getrapt!” en hij keek boos naar de deur, alsof daar de man stond. Ik dacht nog steeds na, toen Joris ineens met een ander idee aan kwam zetten. “William! Ik weet wat! We lokken de muis hier gewoon naartoe en dan geeft die jou dat sleuteltje?!” Oke hij is echt gek aan het worden, dat kan toch niet? Bezorgd keek ik mijn vriend aan en vroeg: “Gaat het echt wel goed met je?” Joris keek me beledigend aan en zei: “Ja hallo omdat ik in elkaar ben getrapt en nu zo enthousiast doe komt omdat die muis onze laatste kans is! We kunnen het toch proberen?” Ik keek beschamend de andere kant op. Ja het was waar, maar ik voel me er toch niet gerust op. Stel je voor dat het sleuteltje niet past? Of dat de muis weg rent. Met dit in mijn gedachten stond ik op en ging op mijn hurken zitten. Ik deed alsof ik een bang poesje wou lokken met wat eten in mijn hand en die houding ging ik voor de muis hurken die wakker was geworden. Het diertje bekeek me nieuwschierig aan en het snuffelde aan mijn hand. Opeens ging het op mijn hand staan en het bleef rustig zitten. Dit gaat te makkelijk! Ik droom! Maar het was echt waar. Ik hoorde Joris zijn adem inhouden toen ik ging zitten. Ik pakte het sleuteltje vast en de muis bleef rustig zitten. Opeens hoorden we voetstappen en de muis ging vliegensvlug weg. Beteuterd keek ik het diertje na, en Joris kreunde: “Nee he! Dit kan niet waar zijn. Wat een pech!” Ik keek naar de deur en zag dat de 'Baas' ervoor stond. Hij grijnste vals naar ons en zei: “Jullie blijven niet lang meer in leven. Fijn he!” en hij lachte heel akelig en hard. Ik keek angstig naar Joris en zag dat alle kleur uit zijn gezicht was verdwenen. De 'Baas' liep weer weg en we bleven allebei een poosje stil voor ons uitstaren.

“Wat nu?” zei Joris beteuterd. Ik haalde mijn schouders op en zuchtte. “Wachten tot we dood gaan, of gewoon de deur open maken.” met een grijns haalde ik het sleuteltje tevoorschijn. Joris keek me met open mond aan. “Dat meen je niet! Je hebt hem!” riep hij blij. Ik knikte. Ik pakte een hangslot dat aan mijn enkel vastzat en deed het sleuteltje erin. Hij paste! Snel maakte ik het andere slot ook open en ik was vrij. “Oke, en nu moeten we maken dat we wegkomen.” zei ik en ik keek om me heen. Joris knikte en wou al opstaan, maar zakte meteen weer door zijn been. Hij keek heel pijnlijk en zei: “Auw man, dit doet echt gigantisch veel pijn!” Ik keek hem bezorgd aan en zocht om me heen of er een stok lag of iets dergelijks waar Joris op kon leunen. Ik vond niks en beteuterd keek ik naar de kratten en visnetten. Daar was de muis weer! Maar wat had die nou in zijn bek? Het was een stukje hout. Ik stond op en zei tegen Joris: “Wacht heel even, ik ga die muis volgen.” Joris knikte en zei: “Is goed, ik blijf hier op je wachten!”

Oke het is best dom als je een muis gaat volgen maar oke, ik had geen andere keus in deze hopeloze situatie. Het was of wachten op onze dood, of het volgen van een muis. Ja dan doe ik dat laatste maar. De muis trippelde over allemaal obstakels en hij nam me mee naar achteren. We kwamen voor een ijzeren hek te staan en ik zag de muis verdwijnen tussen de kisten. Waar is die nou? Laat die me nou alleen? Opeens kwam de muis terug. Met een groter stukje hout en ik boog me naar het diertje toe. Oke ja het hout ziet er stevig uit. Mooi glad gestreken en er zaten geen splinters in. De muis verdween weer en ik was weer alleen. Ik keek achterom naar Joris en hij keek me vragend aan. Ik haalde mijn schouders op en keek weer naar de kisten. Opeens kwam de muis weer. Hij piepte een paar keer en verdween weer. Wat wilt die toch van me? Hij kwam weer uit de schacht tevoorschijn en ging weer terug. Dit deed hij een paar keer en toen pas snapte ik wat de bedoeling was. Ik moet achter hem aangaan! Maar hoe? Ik legde mijn handen op de kist en daar was de muis weer. Ik keek in de schacht en zag er een langwerpig ding liggen. Wat is dat? Ik probeerde de kisten te verschuiven en tot mijn verrassing lukte dat ook nog. Ik verschoof ze één voor één en zag een peddel liggen op de grond. Er zaten allemaal spinnenwebben op, maar dat was niet erg. Van het platte brede gedeelte waren er kleine stukjes van af gebeten. Dat moet zeker door die muis gebeurd zijn. Blij pakte ik de peddel uit de spinnenwebben vandaan en keek omlaag naar de muis. De muis keek me aan en ik ging op mijn hurken zitten. Ik bekeek het diertje eens goed en zag opeens een heel dun kettinkje om zijn hals hangen. Ik pakte het voorzichtig op en er zat een medaillon aan. Het diertje snuffelde aan mijn hand en zijn snorharen kriebelde heel erg. Ik bekeek het medaillon nog beter en ontdekte dat het dezelfde medaillon is als die ik heb. Er staat een schip op met onderaan de woorden: 'The Black Pearl'

Ik hoorde de muis weer piepen en ik keek hem aan. Hij rende weer weg, stopte even en keek me aan en rende toen weer verder. Ik volgde hem weer en we kwamen weer bij het ijzeren hek aan. De muis klom omhoog en stopte bij een rond gat. Ik bekeek het gat goed. Het leek wel een soort

slot en de sleutel zou rond moeten zijn. De muis piepte nog een keer en pakte zijn medaillon vast. Ik fronste en haalde toen het medaillon van zijn nek. Ik stak het medaillon in het gat en er gebeurde niks. De muis klom weer om hoog en ging op het medaillon zitten. In één keer schoof het hek weg en kwam er een deur tevoorschijn. Verbaasd keek ik toe. Ik liep naar de deur en bekeek het slot. Dit keer geen rondje maar een sleutelgat. Ik dacht even na. Nu heb ik echt een sleute nodig. Misschien de sleutel die ik eerder vond? Ik liep snel weer terug naar Joris. “En?” vroeg hij. “Er is een deur tevoorschijn gekomen, maar ik heb een sleutel nodig.” ik voelde even op de grond en vond de sleutel. Ik rende terug naar de deur en probeerde de sleutel. Ja, het past! Ik zag een trap naar beneden lopen, en het was er helemaal donker. Ik hoorde nog meer muizen, en toen ik in de gang tuurde, zag ik allemaal muizen aan komen rennen. Zozo een hele muizenfamilie. Ik rende naar de peddel en toen weer naar Joris en gaf hem de peddel. Joris keek me blij verrast aan en ik hielp hem om overeind te komen. Toen hij op de peddel ging leunen, krakte die gelukkig niet door. Voorzichtig zette Joris een paar stapjes en na een paar keer vallen en opstaan lukte het om wankelend te blijven staan. “Hmm, dit gaat niet volgens plan.” steunde Joris, toen die weer op de grond was gevallen. “Eigenlijks zouden we nog een peddel moeten hebben!” zei ik, maar Joris schudde zijn hoofd. “Welnee, dit moet gewoon lukken, en hij begon wankelend te lopen. Dit keer ging het al wat beter. “Beter wachten we tot dat de bewakers ons avondeten hebben gebracht, dan hebben we de hele nacht om te kunnen ontsnappen.” zei ik. Joris knikt en gaat weer zitten. “Maar hoe verstoppen we die peddel nou?” Ik dacht even na en besloot toen om de peddel achter de kratten en visnetten te verstoppen die achter ons zaten. Ik ging weer zitten en ketende mezelf weer zogenaamd vast. Ze zitten wel om mijn enkels, maar ze zitten niet op slot. Hoop ik..

We hoorden opeens een paar mannenstemmen en zagen toen twee bewakers komen met twee borden. Ze deden het hek open en zeiden tegen ons: “Hier, jullie laatste portie.” en nadat ze vals hadden gelachen gooiden ze de borden tegen de muur kapot en liepen weer weg. Toen ze de deur weer op slot hadden gedaan en buiten gehoorafstand waren schreeuwden Joris en ik tegelijk: “Vuile smeerlappen!” Opeens schoot me te binnen dat ik Joris nog moest vertellen van de geheime gang. Maar ach dat ziet hij vanzelf wel. Nu moeten we maken dat we wegkomen! Ik pakte de peddel en gaf die aan Joris. Ik hielp hem overeind en hij steunde moeilijk op de peddel. “Het lukt heus wel!” zei hij tegen me toen ik bezorgd naar hem keek. Ik knikte en ik begeleidde hem naar de geheime gang. De muis was er nog steeds en alle andere muizen stonden om hem heen. Ze piepten allemaal enthousiast en gingen toen we vlakbij ze waren voor ons uit rennen. “Wat is dit?” hoorde ik Joris verbaasd mompelen. Ik grijnsde en ik hielp hem mee om door de geheime smalle deur te komen. Nadat wij en alle muizen erdoorheen waren ging de muis met het medaillon erdoorheen. Hij had zijn medaillon weer om en de deur schoof achter ons dicht. Het was verschrikkelijk donker, maar door het gepiep van alle muizen liepen we toch goed. Op een gegeven moment hoorden we dat ze ontdekt hadden dat wij weg waren. “Ze zijn verdwenen! Roep alle bewakers bij elkaar en kam het hele huis uit!” riep de 'Baas' woedend en wij liepen snel door, achter de muizen aan.

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeWhere stories live. Discover now