#13a

25 1 0
                                    

Joris

Overal waar we langs liepen heerste er gezellige chaos. Alle kamerdeuren waren open en de kinderen gooiden alle rommel die ze niet meer wouden op een hoop. De hele gang lag bezaaid met kapotte kleren, werk overals, boeken en andere rommel. Ik lette even niet op en struikelde bijna over een hoop rommel. William grinnikte. Nadat we door de enorme bende in de hal heen zijn gelopen komen we onze kamer binnen. Alles staat nog precies hetzelfde. Ik loop naar mijn bed en ga erop zitten. Ik zie William hetzelfde doen. “Ja, en wat doen we nu?” vragend kijkt hij me aan. Ik haal mijn schouders op en geef een diepe zucht. “Ik heb geen idee.” zeg ik en ik kijk naar het plafond. “Moest jij niet nog wat halen bij de 'Baas'?” zegt William opeens. Ik schrik en kijk om me heen. Ja dat is waar ook! Dat document! Maar ach wat maakt het uit? Het heeft toch geen zin meer want al die gasten zijn nu toch dood. Ik ril bij die gedachten en snel zeg ik tegen William: “Uhm ja klopt, dat document. Maar dat hoeft niet meer want die lui zijn er niet meer.” Ik zie William knikken. Opeens zegt hij: “Maar zul je toch niet even gaan kijken? Misschien liggen er nog andere spullen van jou tussen?” Ik veer op. Dat zou zomaar kunnen! “Ja, je hebt gelijk, we kunnen altijd gaan kijken.” roep ik enthousiast tegen William. Hij staat op en zegt: “Kom laten we gaan!”

Nadat we ons door de met troep bezaaide gangen hebben geloodst staan we uiteindelijk voor de deur van de 'Baas'. Ik krijg er nog steeds de rillingen van als ik voor zijn deur staat. Natuurlijk nergens voor nodig, maar toch. Als ik denk aan hem dan word ik helemaal naar. Snel kijk ik naar William. Hij staart naar de deur en zijn gezicht toont geen enkele emotie. “Wat is er?” vraag ik. William draait zich om en kijkt me aan. Er flitst iets in zijn ogen. Lees ik nu iets van angst in zijn ogen? William herstelt zich snel en zijn blik veranderd weer in normaal. Wat is er met hem aan de hand? In plaats van te reageren op mijn vraag negeert hij me en gaat over een ander onderwerp praten. “We kunnen deze kamer het beste maar zo snel mogelijk doorzoeken. Ik krijg de kriebels van deze kamer.” Ik knik en zeg: “Dat was ik ook van plan. Kom laten we kijken of de deur open kan gaan.”

Ik duw de deurklink omlaag en verwacht dat die niet zomaar opengaat. Tot mijn verrassing doet die dat wel. Ik loop door de deur en William loopt zwijgend achter me aan. De ruimte is ongeveer 4 bij 4 meter. Het plafond is wel aardig hoog. Ik kijk om me heen en zie niet zoveel bijzonders. Er staat een bureau en daarachter zit een raam dat uitkijkt over de zee. Het uitzicht is schitterend. Ik zie meeuwen boven de zee vliegen en de zon schijnt heel fel met geen enkele wolk aan de hemel. Ik draai me om en zie William besluitloos staan. “En nu?” vraagt hij. Zijn stem is toonloos. Hij kijkt langs me heen naar de muur. Daar staat een schilderij op. Ik zie dat hij daar naar kijkt. Ik draai me om en ik zie een schip erop dat zich staande moet houden in de woeste golven. Het kapseist bijna en dat heeft de schilder geschildert. Het ziet er zeer indrukwekkend uit. “Gaat het wel?” vraag ik nu bezorgd aan William terwijl ik me weer naar hem omdraai. Hij knikt en loopt naar het bureau toe. “Zal ik het bureau helemaal ondersteboven halen om te kijken of er iets van jou tussen ligt? Misschien kun jij dan kijken in die kast die daar tegen de muur aan staat.” zegt hij en hij knikt naar de muur links van mij. “Ja is goed doe maar. Bedankt dat je mee wil helpen met zoeken.” zeg ik. “No problem.” zegt William en hij buigt zich voorover naar het bureau. Ik draai me om naar de kast. Het is een hoge kast van hout en de deuren zitten dicht. Gelukkig zit er een sleuteltje in het slot anders zou het heel moeilijk zijn geweest om erin te komen. Ik maak de deur open en moet meteen achteruit springen. Er komen namelijk allemaal kledingstukken, sieraden en andere spullen tevoorschijn. Dus daar verstopte hij al onze mooie spullen! Ik zie een t – shirtje met : Men 87 tevoorschijn komen. Het is een kindermaat. Ik pak het shirtje op en moet even een paar keer slikken. Deze is van mij geweest. Ik weet het nog heel goed wat er is gebeurd..

Joris, Joris naar mij!” schreeuwt een jongetje luidruchtig naar mij. Ik kijk opzij en zag dat de schreeuw afkomstig was van Ties. Behendig speel ik de bal door de benen van de tegenstander en schop de bal als voorzet naar Ties. Dat lukte en Ties schopt de bal in het doel. “Doelpunt!” juichen wij allemaal blij. 2 – 1 is het nu. William zit aan de kant te kijken. Hij kan niet meedoen omdat hij nog last heeft van zijn verwondingen. Hij wou zijn eten niet opeten omdat hij het niet luste. Een begeleider pakte hem toen op en nam hem mee. Wat er is gebeurd weet ik niet maar toen ik William uiteindelijk weer tegenkwam op onze kamer zag ik dat hij gehuild had. Zijn t – shirtje was letterlijk gescheurd. Dat is door een mes gebeurd. Hij vertelde me snikkend dat ze hem met een zweep op zijn rug hebben geslagen. Ik was woedend en nadat ik ijs op zijn rug had gedaan bedacht ik samen met een paar andere kinderen hoe we hem op konden vrolijken.

Nu zijn we dus aan het voetballen en ineens had ik het! “Jongens! Kom eens hier ik heb een geniaal idee!” zei ik tegen iedereen. Het spel stopte meteen en iedereen verzamelde zich om me heen. “Wat is er? Wat voor idee?” vraagt iedereen tegelijk. Enthousiast leg ik mijn plan uit. “Weten jullie nog dat ik een tijdje terug een heel mooi t – shirt heb gekregen van een van jullie?” Ik zie iedereen knikken en Joas zegt: “Ja van mij!” Ik grinnik en zeg: “Ja van jou ja. Nou toen William hem zag was hij er meteen weg van. Ik heb hem nooit echt aan omdat hij iets te groot voor mij is. William is wat langer dus hoe zouden jullie het vinden als ik het als kado aan hem geef? Voor zijn verjaardag? Dat is al over een paar dagen toch?” Ik zie iedereen weer knikken en sommigen zeggen: 'Wat een goed idee!' en 'Typisch weer een Joris idee!' Ik glimlach en we gaan weer verder met het spel. Voordat we het hervatten knik ik William bemoedigend toe. Hij had al een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht. Ik loop even naar hem toe.“Het komt wel goed!” zeg ik tegen hem. Hij glimlacht treurig en ik knipoog naar hem. “We gaan ervoor zorgen dat je een fijne verjaardag krijgt goed?” Dat vrolijkt William een beetje op en hij knikt blij. We gaan weer verder met voetballen en uiteindelijk word het gelijk spel. 3 – 3. We konden het potje helaas niet afmaken omdat de 'Baas' eraan kwam en we moesten dus heel snel de bal verstoppen en keihard wegrennen.

Ik zucht. Ja die bal is uiteindelijk een keer gevonden door een begeleider en is toen achter slot en grendel gegaan. Echt jammer was dat! Want op een keer vonden we die op het strand. Ik kijk eens goed tussen de spullen. Nee.. Zeg niet.. Ik buk en pak het op. De bal! Ik glimlach en draai me om naar William. “Hey Will, moet je eens kijken wat ik vind!” William draait zich om en kijkt naar de oude bal. Hij lacht en zegt: “Mooizo, nu kunnen we eindelijk weer gaan voetballen!” Ik grinnik en draai me weer om naar de kast. Ik bekijk de t – shirt weer. Hij ruikt muf.

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeOnde histórias criam vida. Descubra agora