#15

13 0 0
                                    

Lucy

Na een lange tijd geef ik het op. Het lukt me niet meer om in slaap te komen. Na het verhaal van Calypso durf ik geen oog meer dicht te doen. Ik ril en verstop mijn hoofd onder mijn kussen. Ik moet leren om niet bang voor haar te zijn, maar dat is een hele opgave.

“Lucy! Kom je eruit? Mevrouw de Qluark kan elk moment weer hier zijn.” Ik strek me uit en spring eruit. Na een tijdje voor de spiegel te hebben gestaan vind ik dat ik er wel mee door kan. Danny komt zojuist uit de kamer van Zoë en legt zijn vinger op zijn lippen. Nadat we samen in de keuken allebei iets hebben gedronken legt hij me uit dat Zoë slaapt. “Ze is even wakker geweest, maar ging na wat gedronken te hebben weer naar bed. Dat kind is echt dood op!” zegt Danny bezorgd, en hij strijkt even door zijn woeste baard. Ik denk na en kijk uit het raam. “Wanneer kan ik naar haar toe gaan?” vraag ik, terwijl ik met mijn rug naar hem toe sta. Er vliegt een meeuw over de zee dat nu mooi glinstert in het zonlicht. Ik heb zin om erin te springen. “Ja dat kan pas als mevrouw De Qluark geweest is, en als zij in staat is voor een gesprek. Ze is erg ondervoed, en ze ziet er niet zo gezond uit.” Ik draai me om en zie dat Danny ergens heel diep over nadenkt. “Is er iets?” vraag ik daarom aan hem. Danny ziet mij kijken en glimlacht zwakjes. “Nee, maar ik vraag me alleen af wat dat kind allemaal heeft meegemaakt!” Ik knik en zeg dat ik dat ook doe. Ineens horen we geklop op de voordeur.

“Dag Lucy, goed geslapen?” vraagt mevrouw De Qluark en ze kijkt me aan. Ik vind de toon waarop ze het vraagt minder prettig omdat het lijkt alsof ze niet echt geïntereseerd is in mij. Daarom haal ik alleen maar mijn schouders op en loop langs haar heen, om de voordeur dicht te doen. Ik voel hoe haar ogen in mijn rug prikken en ik moet me inhouden om me niet om te draaien en zo arrogant mogelijk terug te kijken. Ik heb echt een hekel aan mensen die zichzelf heel erg belangrijk vinden omdat ze rijk zijn en een status hebben. Als Danny er niet op dat moment niet aankwam lopen tijdens onze stil zwijgende oorlog, zou ik me niet meer in hebben kunnen houden om tekeer te gaan tegen haar. “Komen jullie? De koffie staat klaar.” Ik hoor hoe mevrouw De Qluark wegloopt op haar klik klak hakken en moet me inhouden om haar niet na te doen door op en neer te gaan springen.

Nadat Danny ons heeft voorzien van koffie of fris en een koekje gaat hij zitten. Zoë is er ook bij komen zitten en staart met duffe ogen naar de nette mevrouw. Ik zie mevrouw De Qluark letterlijk naar haar kijken zovan: 'Lieve deugd wat is dát voor meisje?' Ik kan haar geen ongelijk geven. Zoë heeft echt een uiterlijk als dat van iemand die net uit bed is gekomen. Haar haren staan alle kanten op, ze staat op het punt om weer in slaap te vallen en ze ruikt ook niet bepaald fris. Hoelang is het al geleden dat ze voor het laatst heeft gedoucht? Ik zie Danny ook naar haar kijken, en merk dat hij zijn lach in moet houden. “Dus.” begint mevrouw de Qluark op een deftige toon te praten. “Hier ben ik weer, en zoals ik al had gezegt: ik vind het geweldig dat je een meisje hebt gered. Nu ben ik ook namens de koningin gestuurd om namens haar te zeggen dat ze zeer trots op je is!” en ze kijkt me triomfantelijk aan alsof het voor haar bedoeld is. “Ja en..?” zeg ik, en ik hoor Danny zachtjes grinniken. De wenkbrauwen van mevrouw gaan wel een meter omhoog, en ik moet nu ook veel moeite doen om niet te gaan lachen. Zoë zit er nog steeds half slapend bij, maar ik merk dat ze probeert om alles goed te volgen. Maar ze heeft het moeilijk zo te zien, want ze gaapt continu. “Wel nou..” begint de vrouw te stamelen, duidelijk niet verwacht hebbende dat ik zo zou reageren. “Het is een hele grote eer dat de koningin zo over jou denkt!” Ik knik en kijk haar schaapachtig aan. Zozo dus het is bijzonder dat de koningin zo over mij denkt. Jaja. En wat dan nog? Danny lacht nu heel hard, en Zoë doet met hem mee. Ik realiseer me ineens dat ik mijn gedachten hardop heb uitgesproken en krijg een heel rood hoofd. Mevrouw De Qluark staat op het punt om flauw te vallen, teminste zo ziet ze eruit, en daarom zeg ik snel: “Uhh, maar het is wel fijn dat mensen zo over mij denken.” Met dit antwoord neemt mevrouw genoegen mee, en ze vervolgt haar verhaal. “Goed jij bent nu dus 14 jaar oud. Je word 15 in Oktober en dat is al over een paar maanden. Er is een school en daar kunnen kinderen naartoe gaan vanaf 15 jaar. Lijkt het je wat?” Ik moet een paar keer slikken voordat ik antwoord kan geven. Naar een echte school gaan.. Dat is geweldig! Blij antwoord ik: “Ja, dat lijkt me wel wat!” Ik zie mevrouw goedkeurend knikken en ze legt uit dat het een school is die eens in de zoveel tijd open is. Ik luister aandachtig en vanuit mijn ooghoeken zie ik Zoë geïntereseerd meeluisteren. Ineens schiet mij een geniaal idee te binnen. “Zeg mevrouw De Qluark.” onderbreek ik haar en ga onverstoorbaar verder terwijl ze me geïriteerd aankijkt. “Zou het mogelijk zijn dat Zoë” en ik gebaar met mijn hoofd naar haar “ook naar die school kan gaan?” Ik zie haar verbaasd naar Zoë kijken en vervolgens weer naar mij. “Ja dat kan wel. Is ze ook 15 in Oktober?” Ik zie Zoë blij verrast naar mij kijken, en op de vraag van de mevrouw haar hoofd schudden. “Nee mevrouw, ik ben pas in December jarig.” De vrouw lijkt even na te denken en zegt dan: “Hm oke, dan ben je waarschijnlijk een van de jongeren in de groep, maar dat moet geen probleem zijn. Wil je dan bij Lucy in de klas zitten?” Zoë knikt en de vrouw zegt dan: “Goed, dan spreken we af dat jullie aan het begin van de winter bij mij op school komen afgesproken?” We knikken allebei bevestigend en verlaten dan de woonkamer zodat Danny nog de laatste dingen kan afhandelen met de mevrouw.

“Wat lief van je dat je ook aan mij dacht!” zei Zoë terwijl we langs de zee wandelden. Ik kijk haar blij aan en zeg: “Ja natuurlijk, wat dacht jij dan? Dat ik alleen naar die school ga? Ja daag!” Zoë lacht en zegt: “Je was er vast ook wel alleen naartoe gegaan als ik er niet was.” Maar daar was ik niet zo zeker van.

“Hier gooi naar mij! Nee naar mij! Naar mij!!!” Allemaal jonge kinderstemmetjes horen we door elkaar roepen. Verbaasd kijken Zoë en ik naar het tafareel voor ons: een grote boot die net terug is, en de zeelieden halen allemaal netten met vis eruit. Af en toe gooit een van de zeelieden een visje naar de joelende kinderen. Dat levert gejuich op en daardoor is het heet erg rumoerig op de kade. Sommige vissen leven nog, maar velen zijn al dood. “Arme diertjes.” zegt Zoë, en ik knik. “Laten we maar verder lopen.” zeg ik, en we lopen nu door het vissersdorpje. We lopen langs huizen en zien veel verschil tussen elke woning. In de ene woning mist een deur, in de andere een raam. Sommige huizen hebben zelfs geen dak. “Wat moet dat koud zijn!” zegt Zoë maar ik schud mijn hoofd. “Het is hier nooit koud.” Zoë kijkt me ongelovig aan. “Hoe bedoel je, nooit koud? In de winter bijvoorbeeld?” Ik schud lachend mijn hoofd en zeg: “Haha nee, dan is het lekker 27 graden.” Zoë's ogen worden nog groter van verbazing als ze zegt: “Nooit kou? Nooit regen of sneeuw?” “Nou oke heel af en toe een flinke storm, maar dat is het dan. En sneeuw? Wat is dat?” Zoë kijkt me nu aan alsof ik van een andere planeet kom. “Jij weet niet wat sneeuw is?!” Als ik ontkennend mijn hoofd schud kan ze me alleen maar verbijsterd aankijken. Ik krijg de kriebels van haar gestaar en zeg: “Kun je nu eens ophouden met dat gestaar? Ik word zenuwachtig van je.” Zoë houd gelukkig op en moet lachen. “Oke nouja kijk ik ben gewend om in de winter sneeuw de hebben.” Nieuwschierig kijk ik haar aan en vraag: “Oja? Waar kom je dan vandaan?” Zoë kijkt geheimzinnig en zegt: “Jaaaa..” Als ik haar smekend aankijk en op het punt sta om op mijn knieën te vallen zegt ze snel: “Uit Engeland!”

~x~

Weer een heel stuk. ^^

Hopelijk vinden jullie het leuk!

xoxo

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeWhere stories live. Discover now