#9

36 3 0
                                    

Joris

We liepen nog steeds door de ondergrondse gang. Hoelang we al liepen wist ik niet, maar wat ik wel weet is dat ze gestopt zijn met zoeken. Want opeens hoorden we de 'Baas' roepen: “Stop maar met zoeken, ze zijn vast ontsnapt en drijven nu op een vlot in de zee ofzo. Laat ze maar lekker verhongeren.” Dat zorgde ervoor dat William woest werd, en toen ik hem tegenhield zei hij tegen me: “Ik laat zijn schip zinken! Geloof me!” Ik knikte alleen maar en zei geruststellend: “Ja is goed, maar nu moeten we doorlopen. Kijk die muizen zijn bijna de hoek om!” William liep mopperend mee en de muizen piepten en keken of we eraan kwamen. De 'Baas' heeft een groot schip ergens staan, maar we weten alleen niet waar. Het was gelukkig al lichter geworden en ik kon me al goed verplaatsen met de peddel.

Ineens zag ik een trap. We liepen naar boven en moesten nog een paar meter lopen. Opeens stopte het gepiep en ik kon de vorm onderscheiden van een deur. En daar kwam licht vandaan. Onzeker bleef ik staan en zag dat William ook stil stond. “Oke en nu? Doorlopen of uhm..” vroeg ik aan William. “Doorlopen maar.” zei William en hij trok aan de deurknop. Tot onze grote verrassing ging die open en we bleven verbaasd stilstaan toen we zagen wat daar achter bevond.

Het was een soort hutje. Er stonden een paar bedden en er was een tafel met een paar stoelen. In de muur aan de zijkant was een groot gat. Ernaast stonden twee bakjes. In het ene bakje zat water en in de andere stukjes kaas. Alle muizen renden erop af en wij stonden er wat bedremmeld bij. Wat nu? Ik keek vragend naar William, maar die haalde zijn schouders op. We begonnen de boel te verkennen. De hut bleek heel groot te zijn. Opeens hoorden we stemmen. Verschrikt bleven we stilstaan en we durfden ons niet eens meer te bewegen. Maar de stemmen verdwenen weer. Opgelucht haalden we adem en we gingen verder met verkennen. We vonden niet veel, behalve dat er op de tafel een route was uitgetekend op de landkaart. Het was voor schepen. “Voor welk schip zou dat zijn?” vroeg ik aan William. Hij haalde zijn schouders op en ging op de kaart kijken. “Voor het schip: 'The Black Pearl' nooit van gehoord. Jij?” Ik schudde mijn hoofd, maar ineens bedacht ik me. “Nou, ik heb iemand weleens horen zeggen dat ze echt bestaan en dat ze avonturen beleven enzo. Maar ik weet niet of ik dat moet geloven.” “Hmm ja oke, maar goed. Het belangrijkste is nu dat we hier weg gaan voordat we gesnapt worden!” zegt William en hij loopt naar de deur. Ik loop achter hem aan en toen hij de deur opendeed zagen we dat we heel hoog zaten. Deze hut is gebouwd in een soort spelonk en we konden zo'n beetje over het hele eiland kijken. De stemmen van net kwamen vast van beneden. Maar wat we toen zagen deed ons heel erg schrikken.

“What the heck...” begon William en ik begon helemaal te trillen over mijn lichaam. Wat we daar zagen was afschuwelijk! Alle kinderen van het weeshuis waren in rijen opgesteld en ze werden helemaal uitgescholden door de begeleiders en de 'Baas' stond er bij met een gemeen lachje. Er werden stenen naar ze toe gegooit en sommigen begonnen te huilen en te schreeuwen. Alle omstanders die dit zagen gebeuren stonden versteld en ze wilden de kinderen helpen, maar als ze dichterbij kwamen ging de 'Baas' met zijn geweer op hen richten. “Nu pas komen de eilandbewoners erachter hoe het hier echt aan toe ging.” zeg ik grimmig tegen William. Hij knikte boos. Opeens hoorden we geritsel. Nog voordat we ons konden verstoppen zagen we iemand omhoog komen naar dit hutje. Het was.. die aardige begeleider! Met een glimlachje keek hij naar ons op en hij stak zijn hand uit. Ik pakte die aan en hij hees zich op. “Hehe, eindelijk ben ik boven! Ja het is ook een hele klim om hier te komen, maar het is gelukkig goed verstopt!” zei hij. Hij had iets in zijn handen. Toen we beter keken zagen we dat het de holle stenen waren, waar al onze waardevolle bezittingen inzaten. De man zag ons kijken en hij zei: “Ik heb niet gekeken wat het was, eerlijk waar! Maar ik heb ze voor de zekerheid hierheen gebracht voor het geval het verloren gaat.” “Wie bent u, en wat doet u hier?” vroeg ik verbaasd. “Ik heet Ethan Jacobs en ik ben zeg maar een soort spion.” William en ik keken elkaar stomverbaasd aan en vroegen toen tegelijk: “Een spion?” De man hief zijn handen in de lucht en zei: “Ja uhm maar dan van een schip!” Nu vonden we het helemaal raar klinken. “Van welk schip?” vroeg William slim. Ik kon op dit moment geen slimme vragen bedenken. Ik kon alleen nog maar gestamel uitbrengen. “The Black Pearl, onze kapitein had vernomen dat het hier in dit huis niet pluis was, en daarom heeft hij mij erop afgestuurd met nog iemand. Een vrouw, maar haar naam ben ik vergeten.” We keken elkaar aan en toen vroeg ik: “Had ze rare kleren aan?” “Ja, en was ze nu enigszins normaal gekleed?” vroeg William erachteraan. Ethan leek even na te denken en begon toen te knikken. “Ja, ik denk dat zij het is. Kennen jullie haar?” We knikten ontkennend ons hoofd, maar zeiden dat we haar wel een keer gezien hadden. Ethan knikte weer en zei toen: “Hebben jullie al kennis gemaakt met de muizenfamilie?” William en ik keken elkaar aan en we begonnen te grinniken. “Ja dus.” zegt Ethan geamuseerd. “Heeft het beestje die een medaillon omheeft ook een naam?” zei ik en ik keek naar de muis die net was aan komen rennen. Ethan tilde de muis op en pakte het medaillon. “Je hebt goed werk geleverd dapper diertje! Nu mag je ontspannen.” en hij zette de muis weer op de grond. “Ja, het is de slimste muis die ik heb en hij heet: Hork.” Stomverbaasd keken William en ik elkaar weer aan en zeiden toen tegelijkertijd: “Hork?” Ethan knikte en ik zei: “Wat is dat nou weer voor naam?” en William begon te lachen. “Het is niet zomaar een naam.” begon Ethan geheimzinnig. “Het heeft ook een betekenis! Namelijk: 'Heldhaftige Ongelooflijke Rare Kwibus'” Nu lagen we allebei dubbel. “Hahaha wat een betekenis!” grinnikte ik en William zei: “Wat een naam voor een muis! Hoe kom je daar zo op?” Ethan haalde zijn schouders op. “Geen idee, ik verveelde me en opeens dacht ik: 'Hork' is een leuke naam, en de betekenis kwam vanzelf.” Ik grinnikte nog wat na en William pakte de muis op en ging het diertje aaien.

Opeens hoorden we een kanonskogel. De ramen trilden en we hoorden de kinderen gillen van angst. Snel keken we naar buiten en zagen nog net dat alle kinderen in een schip werden geduwt. “Wat gaan ze doen?” vroeg ik. Ethan zei boos: “Ze willen eerst alle kinderen in een schip doen en als het op zee drijft willen ze in een ander schip ernaast varen en dan willen ze het schip met de kinderen laten zinken door er een kanonskogel af te vuren op het schip. Nu lieten ze zien hoe hard zo'n kogel kan gaan. Kijk alle omstanders zijn weggevlucht, de bergen in.” En inderdaad we zagen dat iedereen weg rende. “Stelletje schoften!” zei William boos en hij balde zijn vuisten. “Wat kunnen we doen? Ik wil ze helpen!” zei ik wanhopig tegen niemand in het bijzonder. “Nou ik heb een plan..” begon Ethan, en we bogen bij elkaar voor overleg.

“Oke is het duidelijk?” vroeg Ethan ons voor de zoveelste keer. Ja, het is helemaal duidelijk! Ik keek William aan en hij stak zijn vuisten in de lucht. “We gaan ze redden!” siste hij strijdlustig. Oke het plan is dat als de begeleiders samen met de 'Baas' in het andere schip gaan, dan rennen we naar de zee en gaan achter het schip aan met de kinderen. We gaan de deuren proberen open te doen door middel van gereedschap en geweren en speren. “Oke goed opletten nu.” fluisterde Ethan. We zaten alledrie achter drie verschillende struiken en keken goed naar het gebeuren voor ons. De kinderen jammerden en snikten terwijl ze aan boord gingen van het ene schip. “Ik wil niet! Laat me met rust!” zei een jongentje woedend, maar hij werd zonder pardon opgepakt en in het schip gesmeten. Hij kwam kreunend overeind en ging wankelend naar binnen. Ethan ging alvast een stukje naar voren. Toen gaf hij een seintje en wij gingen ook een beetje naar voren. “Waar zijn mijn tekeningen?” vroeg een meisje huilend en ze keek om zich heen. Maar ze werd ruw naar binnen geduwt en we hoorden haar toen niet meer. Wat doen ze toch daar binnen? Op een gegeven moment waren de laatste kinderen erin. Vele gingen met een angstig gezicht naar binnen en waren niet in staat om voor zichzelf op te komen. Zou ik ook niet zijn als ik daar in hun schoenen stond. “Let goed op dat ze je niet zien!” fluisterde William in mijn oor. Ik knikte en ik verstopte me nog dieper in het struikgewas. De loopbrug werd eraf gesmeten en het schip werd stuurloos het water in gelaten. “Wat moeten die kinderen bang zijn!” mompelde William naast me. “Ja dat zullen ze zeker zijn, maar wij gaan proberen om ze te helpen!” zegt Ethan.

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeWhere stories live. Discover now