{Hoofdstuk 40}

1.4K 100 6
                                    

P.o.v. Delia:

Mijn adem stokt in mijn keel, Jayden is nergens meer te vinden? Dit kan niet.. Dit is een ramp. Met grote ogen kijk ik naar voren. Dit kan niet. NEE, ZEG ALSJEBLIEFT. Shit shit shit. Ik kijk zoekend om me heen. 'Ik ga er nu heen' zeg ik en ren het kasteel uit. Bij de poort houd ik een taxi aan en geef het adres door. Ja, ik weet precies waar ik heen moet, dus ga ik het gebruiken ook.

Aangekomen op de plek waar ik zo'n week heb vastgezeten, ren ik naar binnen. Alles licht over de hoop, en ik zie een paar levenloze lichamen liggen. Rillingen gaan door mijn lijf en snel stap ik er overheen. Als ik aankom bij mijn kamer zie ik dat er iets onder de deken licht. Ik trek de deken op en zie de bewaker die mij het lekkere eten heeft gebracht. 'Ik smeek het, ik heb niks gedaan' smeekt hij. Glimlachend leg ik een hand op zijn schouder. 'Het is al goed, ik ben het en omdat je me hebt geholpen, spaar ik je' zeg ik. Hij draait zich om en kijkt me met dankbare ogen aan.

'Nou hup, we moeten Jayden vinden, heb je enig idee waar hij is?' vraag ik aan de bewaker. 'Ik heb geen idee, mevrouw' 'Noem me maar gewoon Delia. Ik ben amper 20..' mompel ik en loop de gangen door.

Ik kom aan in de keuken en blijf stilstaan. In de keuken liggen vrij veel mensen. Ik slik de brok in mijn keel weg en loop stug door. 'W-wat is hier allemaal gebeurt?' stotter ik. 'Ik weet het niet, mevr- Delia' legt hij uit. Ik kijk hem glimlachend aan. 'Geeft niet, ik wil het denk ik liever ook niet weten' zucht ik.

Als we bij de overkant van de keuken zijn open ik de deur. Ik loop erdoor en kom een vrij volle kamer binnen. 'Is hier iemand?' vraag ik en loop naar binnen. 'Geef antwoord, ik doe niks' ga ik verder en loop richting het raam. Als ik voor het raam sta kijk ik eruit. Het uitzicht is prachtig. Ik draai me weer om en kijk de bewaker aan. 'De man die mij niet heeft uit laten hongeren, de man die aardig voor mij was en mij heeft geholpen, heeft hij een naam?' vraag ik liefjes en kijk hem glimlachend aan. 'Maar natuurlijk, Delia. Mijn naam is Harold' 'Dan kan ik je nu definitief bedanken, Harold, dus bedankt voor mij normaal eten te brengen en niet uit te laten hongeren' 'Het was me een eer, toekomstige luna' glimlacht hij.

Verbaasd kijk ik hem aan. 'Wat zei u?' 'Iedereen weet het, u word de toekomstige luna' 'Dat heeft u fout, dat kan niet, daar ben ik geen type voor' leg ik uit met een kleine glimlach. 'In dat geval' hoor ik ineens achter me en zie alles draaien. Net voor ik op de grond beland en alles zwart word, hoor ik de stem van Harold spreken.

'U bent niet goed in u hoofd'.

---
Vanmiddag om 3 uur staat er een nieuw hoofdstuk op.

Hoofdstuk 41.

x Emma

The Vampire with blue eyes.Where stories live. Discover now