|Hoofdstuk 33|

6.8K 195 25
                                    

De week ging voorbij in een oogwenk. Ik dacht al niet meer aan ons moeilijke gesprek tijdens de lunch op maandag, en hoopte ook nooit meer zo'n gesprek met hem te hebben. Het werk dat ik van Selena kreeg was zwaar, want er viel weer een hoop te regelen. Van een persconferenties tot jubileums. Ik had tientallen nieuwe mensen gezien, wat verbazingwekkend positief uit pakte. Ik had in die week niet meer met Legolas gesproken, maar tussen mij en April ging het goed. Nog steeds ging ze twee weken naar het warme Cuba, en mocht ik in haar appartement blijven. Natuurlijk ging ik met met kerst naar mijn ouders en mijn broer, want ik miste ze verschrikkelijk. Ik kon niet geloven dat twee maanden waren verstreken. Ik kon me nog precies herinneren hoe ik mijn eerste voetstap in dit hotel zette, ik herinnerde me de eerste ontmoeting nog met Will King en bovenal herinnerde ik de eerste glimp van Jackson. Ik zwijmelde al weg bij de gedachte aan hem. Ik was zo hopeloos verliefd.

Op vrijdag, toen ik om half 5 de lift in stapte, stond de vader van Jackson er ook in. Zwijgend ging ik naast hem staan, niet wetend of ik een gesprek moest beginnen. Hij glimlachte warm naar me. 'Hoi Miss Ross, hoe gaat het?' Vroeg hij. Ik vouwde mijn zweterige handen in een, voordat ik antwoordde. 'Het gaat goed', zei ik enkel. 'Met u?'
'Ja prima'.
Ik knikte en wende mijn blik af. Waarom was dit zo ongemakkelijk? Ik kon mijn eigen hart in mijn keel horen kloppen. Het ontging me echt niet dat hij de hoge baas was. Een verkeerde beweging bij hem en je lag eruit.
'Zeg eens Aimée, hoe gaat het tussen jou en Jackson?'
Door de vraag verslikte ik me haast in mijn eigen spuug. Had ik het nou goed gehoord? Ik wist totaal niet wat ik moest zeggen, hoe ver had Jackson hem ingelicht?
'Het gaat tussen ons heel goed', zei ik uiteindelijk. Ik wist niet of dat precies de waarheid was, maar deels wel. Will scande met zijn ogen mijn lichaam, alsof je me kon lezen als een open boek. Ik sloeg mijn ogen neer. 'Ben je verliefd op mijn zoon Aimée?' Dat bracht me al helemaal van mijn stuk af. 'Ik- ik denk het meneer', stotterde ik verward door mijn eigen gevoelens.
Zijn glimlach werd groter en er veranderde iets in zijn blik. Alsof hij blij was dat ik Jackson leuk vond. 'Heb je misschien zin om met kerst een avond bij ons te dineren?'
Dat was wel het laatste wat ik had verwacht dat hij ging zeggen. Vroeg hij nou serieus of ik langs wilde komen? Naar zíjn huis?
'Maar natuurlijk meneer, dat lijkt me heel gezellig'. De lift kwam tot stilstand op de begaande grond en we liepen de lift uit. Ik zag Jackson bij de receptie staan die op me had gewacht en me thuis zou brengen. 'Dan hoop ik je gauw weer te zien Aimée. Nog een fijne vakantie'. Nadat ik een soort van bedankje had gemompeld liep hij al weer weg en kwam Jackson naar me toe. 'Hé', zei hij.
'Hé', ik wierp me in zijn armen. 'Ik kom met kerst een avond naar jou toe', zei ik gesmoord door de stof van zijn pak dat tegen mijn mond zat aangedrukt. 'Heeft mijn vader je uitgenodigd?' Jackson klonk kilI; ik kromp ineen. 'Ja'. Hij zuchtte opmerkelijk,  'oké dan moet dat maar'.
Ik duwde mezelf van hem weg. 'Wat bedoel je?' vroeg ik licht beledigd. Ik wist dat hij me niet had uitgenodigd of zelfs maar iets ter sprake had gebracht over de vakantie, maar zo'n reactie had ik niet verwacht. 'Wil je niet dat ik langs kom?' Ik kon de teleurstelling niet uit mijn stem weg laten. Jackson merkte mijn twijfeling op, want hij sloeg zijn armen om mijn middel. 'Jawel, ik zou het heel fijn vinden als je langs komt', zei hij, terwijl hij een lichte kus op mijn voorhoofd plante. 'Ik was alleen verbaasd dat mijn vader je heeft uitgenodigd, dat is alles'.
Het was een hele opluchting om dat te horen. Ik was zo bang dat Jackson me niet meer zou willen, de gedachten er al aan brak mijn hart.

We reden naar huis in de Range rover. Jackson had tijdens de rit zijn hand op mijn been en week er geen seconde van af. Ik hield ervan als hij me aanraakte, op welke manier dan ook.
Vandaag sneeuwde het, iets wat ik leuk vond, sneeuw had ik altijd al leuk gevonden. Jackson vond het waarschijnlijk minder leuk, want hij haalde zijn neus op toen de sneeuw van zijn voorruit moest afvegen.
'Heb je het koud?' vroeg hij en zijn hand reikte al naar de draaiknop om de verwarming hoger te zetten. 'Ik heb een dikke jas aan Jackson, ik heb het dus niet koud'. Hij glimlachte naar me, 'volgens mij heb je het wel koud, je lippen zijn paars'. Ik bromde wat en keek uit het raam. Hij had wel gelijk, van binnen rilde ik als een rietje.
Toen we bij mijn huis aankwamen, dacht ik eerst dat hij nadat hij me had afgezet weg zou gaan, maar liep met me mee naar binnen. Hij vroeg geen eens of hij naar binnen mocht, maar dat was simpel weg ook niet nodig geweest. Ik zou Jackson nooit kunnen afwijzen.

Jacksonville KingsizeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu