Hoofdstuk 12

2.6K 113 4
                                    

~~~ Bedankt voor de leuke comments (en votes) ~~~

"Mooi zo, dan wordt het nu wel eens tijd om te gaan", zei Dave tegen mij. "Mhm mhm", mompelde ik afwezig terug. Ik zat alweer diep in mijn eigen gedachten. In mijn hoofd keurde ik de ene verklaring voor deze ontvoering na de andere af. Toen werd ik ineens verrast door Dave die me bij de hand pakte en mij achter zich meesleurde. "Hee!", gilde ik, "Wat doe je?". Hij draaide zich even naar mij om en trok een wenkbrauw op. De manier waarop hij zijn perfecte wenkbrauw omhoog trok was om jaloers op te worden. Misschien een beetje raar iets om jaloers op te worden, maar ik zag een filmster het ook een keer op die manier doen en ik wilde dat ook heel graag kunnen. Dus ging ik het oefenen voor de spiegel. Maar wat ik ook probeerde, mijn wenkbrauwen gingen altijd allebei tegelijkertijd omhoog. "Hier weggaan", antwoordde hij. "Ik heb het hier wel gezien. Maar als je liever nog even wilt blijven, zal ik je niet tegenhouden." Ik schudde mijn hoofd en keek snel nog even om me heen. Ik bevond me nog steeds in het muffe oude klaslokaal. Een paar meter bij me vandaan lag de paarsharige demon -ik was zijn naam alweer vergeten- kreunend op de grond en Lucas was druk in de weer met drie demonen. Wacht eens even, er waren toch vijf demonen.

Ik keek nog eens om me heen en zag de laatste demon in de deuropening staan. "Jullie gaan er toch niet al vandoor?", vroeg Zefiro aan ons met een gemeen lachje. Hij zei het op een toon alsof wij zijn beste vriendjes waren die op tijd naar huis moesten. "Jawel", antwoordde Dave. Hij draaide zijn hoofd en riep naar Lucas: "Kom Lucas, we gaan". "Ik begon het net naar mijn zin te krijgen", zei Lucas een tikkeltje teleurgesteld. Op dat moment kwam er een demon vanaf zijn linkerkant en een demon vanaf zijn rechterkant op hem afrennen. Ik wilde hem waarschuwen, maar gelukkig had hij het zelf al gezien. Hij stak vlak voor de impact zijn vuisten uit. Zodra de demonen met zijn vuisten in contact kwamen stonden ze stil. Als in dood- en doodstil. Ze knipperden niet met hun ogen, bewogen geen vinger en zelfs hun kleren leken als bevroren.

Lucas keek in onze richting en er verscheen een klein glimlachje op zijn mond. Zijn ogen leken lichtblauw op te gloeien. Ik wist niet of ze ook daadwerkelijk licht gaven of dat ik het me gewoon verbeeldde, maar zijn ogen waren in ieder geval lichtblauw. Toen zette hij een stap naar voren en verbrak het contact met de demonen. Het leek alsof iemand op de play-knop had gedrukt bij een film die op pauze stond. De demonen kwamen direct in beweging, alsof ze niet stil hadden gestaan. Ze hadden waarschijnlijk niet in de gaten dat ze niet meer op Lucas af aan het rennen waren en botsten volop tegen elkaar aan. Na de klap vielen ze allebei achterover en bleven ze roerloos liggen. Geshockeerd keek ik het tafereel aan. Dat zag er gewoon ... super-mega-geweldig-verschrikkelijk-ongelofelijk cool uit!

Er stonden nu nog maar twee demonen overeind. Wat wilde zeggen dat wij in de meerderheid waren. Ook Zefiro leek dit te zijn opgemerkt. "We krijgen jullie nog wel. We maken jullie af tijdens de competitie", zei hij en hij verdween in een oogblink. Ook de andere niet gewonde demon verdween in een wazige flits langs ons heen. Ik slikte. Ik vreesde dat hij het meende toen hij zei dat hij ons ging afmaken in plaats van inmaken. "Kom, laten we gaan, tortelduifjes", zei Lucas. Bijna fluitend liep hij langs ons, alsof de opmerking van de demon hem niet had gedeerd. Over opmerkingen gesproken, waarom noemde hij ons tortelduifjes. Toen realiseerde ik me dat ik nog steeds Dave's hand vast had. Gauw liet ik hem los en met een vuurrood hoofd liep ik achter Lucas aan.

"Dus...", begon ik, terwlijk we met zijn drietjes door de gangen liepen, "...waarom vinden de Daemonia jullie niet zo aardig?" Even bleef het stil. Ik zag Lucas en Dave vanuit mijn ooghoeken bedenkelijke blikken naar elkaar toewerpen. Toen antwoordde Dave mij kort: "We hebben ruzie". Ik zuchtte in mezelf. Dat had ik ook wel zelf kunnen bedenken. Toen geen van beide daar nog iets aan toevoegde zei ik overdreven: "Ennn...". "Wat Dave probeerde te zeggen is dat we al héél lang ruzie hebben", zei Lucas. "Hoelang?", vroeg ik meteen. Ik voelde me net zo'n verhoorder bij de CSI ... of een klein irritant nieuwsgierig kind. "Al eeuwen lang. generatie na generatie hebben wij ruzie met elkaar", antwoordde Lucas. "Dus het is een soort familie oorlog?", vroeg ik. "Daar lijkt het op, maar er zijn meerdere families bij betrokken. Je zou het beter een ra..." "Genoeg", onderbrak Dave hem, "Ze weet al meer dan genoeg".

Hmpf, net nu ik interessante informatie begon te krijgen moest Dave het weer verpesten. "Waarom mag ik niet meer weten?", begon ik, "Ze hadden me ontvoerd. Ik wil graag weten waarom en wat ze precies van me willen. Dus tenzij jullie me precies kunnen vertellen waarom ik was ontvoerd, weet ik nog niet genoeg!" Op het einde was ik bijna aan het schreeuwen. "Oké", zei Dave, "Ik vertel je alles wat we weten over je ontvoering. We weten niet waarom ze je hebben ontvoerd, maar dankzij onze neef wisten we wel dat de demonen iemand hadden ontvoerd. We zitten graag de demonen dwars en daarom zijn we je komen redden. En dat was het." Het klonk logisch, maar ik schoot er niet veel mee op. Ik zette voor mezelf nog eens alle dingen op een rijtje: Ik was ontvoerd door demonen. Het heeft te maken met dat ik een oogkleurveranderaar ben. Toch ben ik niet om die rede gered, maar dankzij een eeuwenoude familie oorlog. Het klonk alles behalve logisch. Ik durfde niet meer te vragen of demonen heel toevallig niet alleen hun familie haten, maar oogkleurveranderaars in het algemeen.

Niet veel later liepen we buiten. Het was al donker, maar de volle maan bescheen het pad voor ons. Bij de meisjescomplexen namen we afscheid van elkaar. "Wacht!", riep ik toen ze net een paar meter waren weggelopen. Dave draaide zich om. "Nog bedankt voor jullie reddingsactie", zei ik. "Graag gedaan", antwoorde hij, "als je nog eens last van ze hebt, geef je maar een seintje". Voordat ik hem daarvoor kon bedanken draaide hij zich om en verdween hij samen met zijn broer in de schaduwen. Uitgeput door de gebeurtenissen van de dag, slenterde ik de trap op. Ik verlangde naar mijn bed. Ik deed de deur van het appartement open en werd meteen door Violette om de nek gevlogen. Ze spuwde een spervuur aan vragen op me af: "Is alles goed met je? Weet je hoe ongerust we wel niet waren? Waar zat je?..." *Kreun*, mijn bed moest nog even wacht.

The colour of my eyesHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin