Hoofdstuk 34

148 8 6
                                    

~~~ Een aantal jaren terug ben ik verhuisd en begonnen met studeren. Het bestaan van wattpad was ik compleet vergeten. Zo ook dat ik het laatste hoofdstuk van mijn boek nog niet helemaal had afgerond en gepubliceerd. Uit interesse logde ik in en het verbaasde me hoeveel mensen dit boek hadden gelezen (en teleurgesteld waren dat ik was gestopt).  Het maakte mij in ieder geval blij... en jullie waarschijnlijk wat minder. Maar goed, het minste wat ik kan doen is dit laatste hoofdstuk alsnog publiceren. Het heeft een open einde (sorry spoiler) en was ooit van plan hier een vervolg op te schrijven. Maar ik moet bekennen dat ik zelf niet meer weet hoe het verhaal ging en ook de namen van de meeste personages ben ik vergeten. Wellicht dat ik ooit nog begin aan een ander boek. Veel leesplezier!~~~

Er brandde een fel wit licht boven mijn gesloten ogen terwijl ik langzaam aan het wakker worden was. Ik wilde echter nog helemaal niet wakker worden, maar voor eeuwig in mijn eigen dromenland blijven ronddwalen. Daar liep ik rond over weidse velden, waar het gras onder mijn voeten kietelden, vogelgezang mijn oren vulde en de geur van de lentebloesem mijn neus prikkelde. Het voelde allemaal levensecht aan, maar toch was het niets meer dan mijn eigen fantasie. Hoe ik wist dat ik me in mijn droomparadijs bevond en niet in de echte wereld?

Nou kijk, allereerst bevond ik me daar ergens midden in de bergen en de laatste keer dat ik het had gecheckt was het land waarin ik woonde nog platter dan een ongekreukeld stuk papier. En dat is behoorlijk vlak. Ten tweede leefde ik ineens in een paleis, een met torentjes zoals ze je ergens in het Midden Oosten verwacht aan te treffen, waar ik door alles -rare blauwe wezentjes- en iedereen op mijn wenken bediend werd. Ten slotte kwam op een dag Dave op bezoek, had me meegenomen naar een veld vol boterbloemen en madeliefjes en na een romantische picknick hadden we gezoend. Aangezien de kans dat dit alles waar kon zijn ergens onder de nul lag, was ik er honderd procent zeker van dat het allemaal een droom was.

Ik probeerde houvast te vinden aan mijn droomparadijs, maar het was tevergeefs. Het prachtige landschap vervaagde en het vrolijke vogelgechirp maakte plaats voor het getik van een klok en ... biepjes van een hartslagmeter?  De zwoele bries en het tintelende gras werden vervangen door een warme deken en de geur van de lentebloesem veranderde in die van een desinfecterend schoonmaakmiddel. 

Nu toch wel nieuwsgierig naar mijn omgeving opende ik snel mijn ogen, om ze vervolgens vanwege het felle dicht meteen weer dicht te knijpen. Een paar tellen en binnensmonds vervloekingen later deed ik ze, dit keer langzaam, weer open. Het sombere aanzicht van een ziekenhuiskamer begroette me:  witte muren, een paar lege bedden met witte lakens en zelfs de twee stoelen in deze kamer waren wit. Het enige wat een beetje kleur aan deze kamer gaf was de metaalkleurige infuushouder en het grote hartslagapperaat dat met groene lijntjes een hartslag weergaf. Ook al maakte deze dingen de kamer iets kleurrijker, hij werd er niet bepaald sfeervoller van.

In een van de twee stoelen zat Lucas door een tijdschrift te bladeren. Wat deed hij hier? En een nog veel belangrijkere vraag: wat deed ik hier in een ziekenhuisbed met een infuus in mijn pols en een hartslagmeter op mijn borst geplakt? Ik voelde me kiplekker. Ik had alleen een beetje honger, maar dat was alles.

Op de klok aan de muur kon ik zien dat het pas half tien 's ochtends was. Ik schraapte mijn keel en nadat Lucas opkeek groette ik hem met een "Goedemorgen!". "Goedemorgen slaapkop", groette Lucas me terug. Daarna keek hij op van zijn magazine en vroeg: "Hoe voel je je?". "Goed", antwoordde ik een tikkeltje aarzelend. "Ah fijn," reageerde Lucas, "dan hoef ik tenminste niet op te staan om iemand te halen." Hij ging weer verder met het lezen van zijn blaadje en voegde nog toe: "De dokter komt vast wel zo kijken hoe het met je gaat."

Met een wtf-wat-is-er-aan-de-hand-ik-snap-er-geen-heutemeteut-van blik staarde ik zijn richting op, terwijl de ene na de andere vraag zich in mijn hoofd vormde. "Uhm", begon ik mijn vragenlijstje zeer intelligent, "Wat doe ik hier? Wat is er gebeurd? Hoelang lag ik te slapen? Wat ben je aan het lezen? Wat doe jij hier? Heb je iets te eten en te drinken voor me? Waar is de wc?"

The colour of my eyesWhere stories live. Discover now