Hoofdstuk 32

1.4K 140 34
                                    

Ik was er nu heilig van overtuigd dat mevrouw Lucina mijn moeder was. Dave trouwens nog niet. Hij staarde me met grote ogen aan, alsof ik een levend uitgestorven diersoort was, en fluisterde op een nauwelijks verstaanbare toon: "onmogelijk". Hoezo onmogelijk? Ik heb al zolang dat ik me herinner een Lupadiade, ook al besefte ik dat tot voor kort nog niet, en de familie Lucina had er waarschijnlijk een gehad. Aangezien ik net als hen een oogkleurveranderaar was, leek me de kans groot dat ik die van hen had. Bovendien was mijn moeder, als ik de demonen mocht geloven -Oké, ik weet dat zij niet de meest geloofwaardige personen zijn, maar toch-, net als de laatste vrouw van de familie Lucina gek geworden. Dat was allemaal wel echt héél toevallig. Voor mij was het dus klaar als een klontje dat deze vrouw mijn moeder moest zijn.

Dave was eindelijk uit zijn ik-staar-je-dood-met-een-openhangende-mond fase en schudde resoluut zijn hoofd. "Dat kan niet", zei hij vastberaden. "Kan wel", reageerde ik. "Zeker niet." Zeker wel." "Echt niet." "Echt wel." "Niet." "Wel." "Nietes." "Welles." Toen legde Dave zijn hand op mijn mond, zodat ik niets anders kon dan murmelen, en sprak op een serieuze toon: "Het kan niet." "Mem mam mem", murmelde ik volhardend. 

"En waar gaat deze intelligente woordenwisseling over?", hoorde ik de stem van Lucas vanuit de deuropening spottend zeggen. Ik draaide mijn hoofd een kwartslag om en zag hem tegen de deurpost leunen. "Mame mim miem moememem mam im memijm mem", vertelde ik hem, ook al kon hij dankzij een zekere hand voor mijn mond mijn woorden voor 482 procent zeker weten niet begrijpen. "Aha, dat verklaart een hoop.", reageerde Lucas sarcastisch. Ik rolde met mijn ogen en probeerde tevergeefs Dave's hand van mijn mond te halen. Dat leidde er alleen maar toe dat Dave met één hand mijn beide polsen pakte, waardoor ik helemaal geen kant meer op kon. "Ik probeer haar duidelijk te maken dat ze niet de dochter van Feline Lucina kan zijn.", legde Dave aan Lucas uit. 

"En heb je haar al verteld dat Feline geen kinderen heeft?", vroeg Lucas. Hallo? Ik kan dan wel niet praten, maar ik sta hier ook nog! Wacht even ... zei hij nou dat mijn moeder geen kinderen had? Ow. Mijn wenkbrauwen, die zich zojuist in een bedenkelijke frons bevonden, schoten omhoog en mijn ogen werden groot van ongeloof. Dave haalde eindelijk zijn hand voor mijn mond weg, zodat ik weer normaal kon spreken. "Maar...", begon ik, maar ik had geen idee wat ik tegen hem in kon brengen. Als mijn moeder geen kinderen had, dan kon ze ook niet mijn moeder zijn. Ik liet teleurgesteld mijn hoofd hangen. Stomme logica, dacht ik en ik vroeg me af wie in hemelsnaam dan wel mijn moeder kon zijn.

"Ik kwam jullie eigenlijk vertellen dat het tijd is om te vertrekken.", verkondigde Lucas en hij beende met grote passen weg. Terwijl mijn hersenen haperden en stokten bij het zoeken naar mijn biologische ouders, schoot me maar een ding te binnen: de demonen weten het wel. Maar wat moest ik doen? Naar ze toelopen en zeggen: 'Hee matties, onder andere dankzij mij zijn jullie auto's voorzien van beeldschone roze ornamenten. In ruil daarvoor willen jullie me vast wel vertellen wie mijn ouders zijn.' Neh, ik denk niet dat ze dat positief zouden opvatten.

Omdat ik op deze manier in gedachte verzonken was, had ik niet in de gaten dat Lucas en Dave al aanstalten maakten om weg te gaan. Dave, die besloot me een handje te helpen, pakte me bij mijn middel vast en gooide me over zijn schouder. "Hé", riep ik nog, maar hij liep met mij over zijn schouder bungelend gewoon weg.

"Ik heb twee benen!", riep ik naar hem, terwijl we het appartement uitliepen. Marja was giechelend naast ons komen lopen en maakte geen aanstalten me uit deze vernederende positie te komen redden. Ik hoefde dan wel niet zelf te lopen en mijn uitzicht was ook niet heel verkeerd, maar verder is het NIET leuk om over iemands rug te bungelen; ik zag niet waar ik naartoe ging, ik kon niet zelf beslissen waar ik naartoe ging, al het bloed stroomde naar mijn hoofd en ik hing er ook niet bepaald charmant bij. 

"Dus?", vroeg Dave. "Daarmee kan ik lopen.", hintte ik. "Dus?", vroeg Dave opnieuw. Ik kwam er toen achter dat subtiele hints, ook al zijn ze verre van subtiel, niet bij mannen werken en besloot daarom over te gaan op smeken:  "Wil je me alsje-alsje-alsje-alsjeblieft neerzetten ... alsjeblieft?". Ik zette mijn schattigste gezichtje voor extra effect op, maar helaas ging dat teniet omdat hij mijn gezicht natuurlijk niet kon zien. "Misschien ... als je vertelt wat jij en Isabelle vannacht hebben uitgespookt.", stelde Dave voor. De rest stemde meteen in dat ik dat nu meteen allemaal ondersteboven bungelend ging vertellen. Heel fijn.

The colour of my eyesWhere stories live. Discover now