Hoofdstuk 31

1.5K 134 24
                                    

~~~WHAA, ik ben zóóó laat met updaten. Maar veel plezier met lezen!~~~

Isabelle trok me zachtjes aan mijn mouw mee de gang naar links in. "Vanuit die kant hoor ik stemmen komen.", legde ze fluisterend aan mij uit, terwijl ze met haar wijsvinger de rechtergang in wees. Op deze manier dwaalden we al eventjes door de hel van de demonen rond. Dat wil zeggen: ik slenterde als een verdwaalde zombie gewoon ergens naartoe en Isabelle hield me dankzij haar buitengewoon goede gehoor bij het gevaar vandaan. Zonder haar was ik waarschijnlijk al minstens 37 keer iemand tegengekomen. Uit de cel komen bleek dankzij de sleutel kippetje eitje, maar de hel verlaten was andere koek. Waarom had Zefiro nou toevallig geen kaart van zijn eigen huis op zak gehad?

Ik opende ondertussen de zoveelste deur, hopend dat daar een bed achter stond, waar ik me op neer kon laten ploffen. Een bank zou ook volstaan, want ik was zo moe dat het me niet zo veel meer kon schelen. Het lot bleek me helaas niet zo gunstig gestemd te zijn; er stonden hier alleen maar een heleboel auto's. Wacht even ... zei ik  nou auto's? Auto's betekent garage betekent uitgang! "Yes!", riep ik, uit opluchting veel te hard en ik sloeg mijn handen snel voor mijn mond.

Klonkklankklonkklanklonkklank, hoorde ik achter me. Ik draaide me na het horen van dat vreemde geluid gealarmeerd om. Isabelle stond achter me nonchalant een verfspuitbus te schudden. Die hadden ze toch van haar afgepakt? Toen ze mijn verbaasde blik zag, haalde ze haar schouders op en liep met vastberaden stappen naar een van de auto's. Aan het merk achterop de auto kon ik zien dat het een Mercedes was en deze Mercedes zag er uit alsof hij een fortuin moest hebben gekost. 

Isabelle haalde het dopje van de spuitbus eraf en begon de nieuw-uitziende zwarte lak van de Mercedes met roze strepen te versieren. "Isabelle! Hoe weet je dat dat Zefiro's auto is? Ze zijn allemaal zwart!", fluister-schreeuwde ik naar Isabelle. Ze tikte even met haar nagel tegen het nummerbord en vervolgens tegen haar hoofd. Ooh, ze kende het nummerbord uit haar hoofd. Isabelle ging snel te werk en nog geen halve minuut later deed ze een stap achteruit om haar kunstwerk te bewonderen.

Oen zoekt aandacht, stond er in grote, onderstreepte blokletters op de achterklep.

Ik grinnikte, nam de spuitbus van Isabelle over en liep naar de voorkant van de auto. Met opperste concentratie -waarschijnlijk stak het puntje van mijn tong uit mijn mond- ging ik te werk. Krulletje hier, stipje daar en een paar hartjes om het af te maken. Meteen nadat ik dacht klaar te zijn, schoot me een cruciaal detail te binnen. Niet gedacht dat ik daaraan zou denken. Ik ging rennend stuk voor stuk alle andere auto's af en bracht de juiste hoeveelheid roze verf op het ieders oppervlak aan. Toen ik eenmaal klaar was, zat er nog weinig dan lucht in de spuitbus. Ik veegde een pluk haar uit mijn gezicht en keek tevreden naar het resultaat.

Mooi roze is niet lelijk, stond er in zwierige, krullende letters op de voorkant van de Mercedes en de zijkanten van de auto waren voorzien van hartjes. De nummerborden van alle andere auto's waren geheel overgespoten, zodat ze niet meer leesbaar waren en daarmee hopelijk dus ook niet als vervangend vervoermiddel zouden worden gebruikt.

Ik wilde best nog wel even weg zwijmelen bij ons prachtige kunstwerk, maar Isabelle drong aan om verder te gaan. "Zullen we gaan? ik heb een uitgang gevonden.", zei ze op gedempte toon. Ik liep naar haar toe en keek ondertussen nog een keer over mijn schouder. "We kunnen hem natuurlijk ook meenemen... ", stelde Isabelle aarzelend, maar met een vleugje hoop voor. "Maar dat is diefstal!", fluister-schreeuwde ik verontwaardigd. "Schatje, en die lupadiade dan? Was je van plan om dat dingetje hier netjes achter te laten?", vroeg ze met een glimlachje. Oh ja, die was ook een beetje soort van gestolen. Ik voelde voor de zekerheid of het zwarte doosje met de paarse lupadiade nog in mijn broekzak zat. "Maar dat is iets anders dan een auto.", verdedigde ik mezelf en ik liep voordat ik van gedachten zou kunnen veranderen -Wie wil er nou geen Mercedes met hartjes hebben?- in de richting waar ik dacht dat de uitgang zou zijn.

The colour of my eyesWhere stories live. Discover now