[14] Selene

534 31 6
                                    


Vijf maanden terug

"SIRIUSSSS, JAMESSSS!" Ik schreeuw keihard door de jongens dorms. Het begint net te schemeren buiten. Ik ren alle trappen op en gooi de deur van de Marauders open. Sirius hangt op ze kop op zijn bed, terwijl James een reuze chocoladeworm in zijn mond laat zaken. Als ze zien dat ik binnen kom laten ze alles vallen en gaan ze 'normaal' zitten. Het ziet er idioot uit. Ik giechel.

James glimlacht onschuldig, "Hey Seleen." Zegt hij. "Whatsupp. We hoorde je schreeuwen." Vult Sirius hem aan. Ik spring naast ze op Sirius zijn bed. Even denk ik of ik wat moet vragen over het rare schouwspel wat ik zojuist gezien heb,maar ik negeer het maar.

Ik haal twee kaartjes uit mijn zak, "Weet je nog een tijdje terug dat ik jullie heb laten luisteren naar muziek van Queen? Ze hebben een soort namaak concert binnenkort! Ik heb vier kaartjes gekocht. Lily komt ook. Gaan jullie mee?" Zeg ik en ik geef ze de kaartjes. Hun monden vallen open.

Samen beginnen ze te juichen. Sirius pakt me op en gooit me over zijn schouder. James rent voor hem uit.

Heden

"Ik heb er zo veel zin in!" Roept Lily, terwijl ze voor ons uit huppelt. Ze heeft zich helemaal laten gaan. Haar rode haar bounced in krullen over haar schouders en ze heeft knal rode lippenstift op. Ook heeft ze een kort geblokt shirt aan. James kan zijn ogen niet van haar af houden. Hij gaat snel naast haar lopen.

We hebben de hele middag in de trein gezeten en zijn eindelijk bij het concert. Sirius pakt me op en zet me op zijn rug, "Het word een lange avond." Zegt hij zachtjes tegen me. Ik glimlach zachtjes. Hij is geweldig. Ik klem mijn armen om zijn nek en kijk voor ons uit "Ik zie het stadion al!" Roep ik naar James en Lily voor ons, om mijn gedachten op iets anders te richten dan Sirius.

-||-

De avond ging snel voorbij, maar was geweldig. We stonden te springen op de muziek. Sirius had ons verboden om te drinken, waar ik uiteindelijk best blij mee ben. Nu herinneren we ons deze avond nog.

Sirius en ik zijn weg gelopen van Lily en James. Ze zaten diep in gesprek aan de bar en we wouden ze niet storen. Nu zitten wij op een grasveld. De zon gaat al zachtjes onder. Het ziet er mooi uit. Duizenden kleurtjes die opgaan in het zwart. De wereld is even heel stil. Heel vredig.

Ik begin een beetje te bibberen. Het is eigenlijk veel te koud voor mij buiten nu. Ik had een jas mee moeten nemen. Dan voel ik een leren jasje om mee heen. Naast me zit Sirius te glimlachen. Ik glimlach zachtjes terug en leun tegen hem aan.

"Het is mooi hé..." Fluister ik zachtjes. En hij knikt. Zachtjes kust hij me op mijn hoofd. Ik voel me veilig onder zijn arm. Ik voel me veilig bij hem. "Ja, bijna net zo mooi als jij." Fluistert hij. Zijn zin word steeds zachter. Ik grinnik. Hij pakt mijn schouders vast, "Nee, niet lachen. Ik meen het!" Ik kijk hem met een schuin oog aan.

Zijn ogen zijn zilver. Het is de meest indrukwekkende kleur ogen die ik ooit heb gezien. Alsof alle sterren in een hokje zijn gepropt. En nog maar een lichaam hebben om uit te schijnen. Hij heeft de hemel in zijn hoofd en alles aan hem schittert. Het is indrukwekkend.

Hij glimlacht naar me en even voelt alles betoverd. Gelijk forceer ik mezelf om weg te kijken. Dit kan niet. Maar hij pakt mijn kin. En kust me dan zachtjes. En het voelt alsof de maan en zon botsen.

En de hemel is ineens overal.

"Ik- Je kan- Dit is geen goed plan." Ik struikel over mijn woorden. Er vormt zich een steek in mijn borst. Ik voel jeukende vlekken op mijn borst. Sirius bijt op zijn lip, "Nee- nee echt niet. Ik wil met jou zijn. Voor zolang het nog kan." Help me. Hij is geweldig. "Maar ik ga je pijn doen." Fluister ik.

Opnieuw realiseer ik me wat ik mis door mijn ziekte.

"Maar dat is het waard. Elk moment dat je hier nog bent wil ik met je samen zijn. Ja het gaat me pijn doen. Maar ik heb liever die pijn dan de wetenschap dat ik met je samen zou kunnen zijn geweest. God, ik ga houden van die pijn. Omdat ik weet dat jij het waard bent. Alsjeblieft geef het een kans. Leef." Zegt hij en hij helpt me opstaan.

In mijn hoofd is het chaos. Ik weet wat ik wil, maar het is niet slim. Mijn hoofd is in gevecht met mijn hart.

Zachtjes druk ik mijn lippen op die van hem. En dan kus ik hem. De smaak van watermeloen komt mijn mond binnen. Ik laat hem los en kijk hem in zijn ogen,

"Oké, laten we nog leven. Voor het te laat is." Zeg ik, met een rauwe stem. En terwijl hij glimlacht word onze hele wereld verlicht.

Mijn hart heeft gewonnen.

Ps, I Miss you. ~A Marauders Fanfiction~Where stories live. Discover now