3. Damien

786 22 9
                                    

Hij wist niet hoeveel keer hij inmiddels al op deze plek stond? Zes of zeven keer? Damien had het expres niet bijgehouden. Het was zo'n rustige straat. De bladeren van de palmbomen waaide een beetje met de wind mee. Hij richtte zijn aandacht helemaal niet op alle grote huizen rondom hem heen. Nee, hij staarde naar de straat. Het was deze plek. Inmiddels drie dagen geleden. Hij reed gezamenlijk met Felicia van school naar zijn huis toe toen er opeens dat busje was gestopt en er iemand was uitgestapt. Gemaskerd en voor Damien het wist kreeg hij pepperspray in zijn gezicht. Tegen de tijd dat hij weer kon zien zag hij dat Felicia weg was. Haar fiets had op de straat gelegen. Damien had in eerste instantie versteend gestaan, maar algauw had hij zijn telefoon ter hand genomen en de politie gebeld.

Hij stond roerloos naar de straat te staren, misschien moest hij maar weer weggaan. Waarom kwam hij hier nou eigenlijk? Om stil te staan bij zijn eigen falen? Damien liep terug naar de mountainbike die hij tegen een palm aan had geparkeerd. Snel stapte hij op en fietste hij weg van de plek. Damien ging nu op weg naar het ouderlijk huis van Felicia. Hij was erg benieuwd of er inmiddels meer bekend was.  Na een fietstocht van zo'n tien minuten bereikte hij het huis. Het was een vrijstaand huis, maar het was een goedkoper huis dan de meeste in de buurt. Toen hij de oprit op reed zag hij dat er een politieauto voor de deur stond. Hij parkeerde zijn fiets tegen het tuinhek en belde aan. Het duurde even voordat de deur openging. De moeder van Felicia, Ann, deed de deur open.

'Kom binnen Damien,' zei ze. Hij zag aan haar ogen dat ze de afgelopen nacht weinig had geslapen. Hij liep achter haar aan richting de woonkamer, Daar zaten twee politieagenten op de bank. Ze keken naar Damien toen hij binnenkwam. 'Dit is het vriendje van Felicia,' zei Ann. 'Ohja, zei één van de agenten. Jij was erbij toch toen ze werd ontvoerd?' Damien knikte. 'Ik heb jullie zelfs ook opgebeld, maar is er al meer bekend?'  De ouders van Felicia schudde met hun hoofd. 'De ontvoerder heeft nog geen contact met ons opgenomen,' zei de vader die Eric heette. 'We vermoeden dat de dader eerder een slachtoffer heeft gemaakt. We denken dat we met dezelfde ontvoerder te maken hebben van Shannon McConnor,' zei één van de agenten, 'er zijn veel overeenkomsten in beide zaken.' Damien sloot even zijn ogen. 'Oké, dan weet ik genoeg,' zei hij.

Damien bleef niet lang bij de ouders van zijn vriendin hangen. Voor hij het wist zat hij alweer op de fiets naar huis. Terwijl hij naar huisfietste waren zijn gedachten continu bij Felicia.  In de handen van welke gek was ze gevallen? Hij wilde haar helpen, maar hoe? Daarover liet hij zijn gedachten gaan terwijl hij naar huis fietste. Eenmaal thuis zette hij zijn fiets neer in de schuur en verdween hij zonder iets tegen zijn ouders te zeggen richting zijn kamer. Hij nam zwijgend plaats aan zijn bureau. Daar nam hij een fotolijstje ter hand. Ze stonden samen op de foto: Damien en Felicia. Als hij hen zo zag met hun hoofden tegen elkaar leek het net of hun haar met elkaar vervlochten was. Ze hadden allebei lichtblond haar en omdat Damien zelf halflang haar had leek het over te vloeien in het haar van Felicia. Hij miste haar. Onwillekeurig balde hij een vuist. Hij zou haar vinden en haar bevrijden. Hij zou de klootzak laten lijden.

Toen kreeg hij een idee. Hij stond op en verliet zijn kamer. Damien hoopte dat zijn geheugen hem niet bedroog. Stiekem liep hij op zijn sokken naar beneden en glipte hij de tuin in en ging hij richting het tuinhuis. Het was donker in het huisje. Snel deed hij het licht aan. Hij dacht even goed na en begon toen met zoeken.. Hij opende de lades van de werkbank, maar daar vond hij niet wat hij zocht. Damien wist dat zijn vader het hier ergens had liggen en hij had hét nodig. Koortsig zocht hij verder. Uiteindelijk was hij aanbeland bij de kast. Toen hij die opende  zag hij op de onderste plank een kluis staan. Hij stond op een kiertje open. Damien ging op zijn hurken zitten en deed deur van de kluis verder open.

Al snel zag hij liggen wat hij zocht en haalde het voorwerp uit de kluis. Damien grijnsde breed toen hij het pistool in zijn handen had. Hij had er niet super veel verstand van, maar het wapen zou voldoen. Hij keek nog een keer goed in de kluis en vond ook een doosje met kogels. Die stopte hij in zijn broekzak. Damien controleerde heel even of het veiligheidspal nog en stopte toen het wapen weg achter zijn riem. Hij deed de kluis weer dicht zoals hij hem had gevonden en hij sloop weer terug naar zijn kamer. Het was tijd om plannen te maken...

Verloren MeisjesWhere stories live. Discover now