Schijt aan de regels

1 1 0
                                    

Mijn hond is genoemd naar een politicus die anderen als een hond behandelt. Mijn hond heet Geert. Nu kan ik Geert als een hond behandelen. De hond Geert. Die politicus, daar wil ik verder geen woord aan vuil maken.

Geert is een schijterd. Nou ben ik van nature heel tolerant; in mijn wereld is ruimte genoeg voor zowel helden als bangeriken. Ik heb Geert ook niet als waakhond of als vechthond maar als gezelschapshond. Het enige dat hij produceert heeft de vorm en kleur van een Cubaanse sigaar, alleen de geur is een stuk minder.

Zoals het een goede baas betaamt, laat ik Geert drie keer per dag minimaal drie kwartier uit. Om die wandelingen voor beiden aantrekkelijk te houden, nemen we daarbij zoveel mogelijk verschillende routes. Nou wonen wij dicht bij het centrum van ons gezellige en niet al te grote provinciestadje, dus dat komt er in de praktijk op neer dat we wekelijks vrijwel de hele plattegrond afwerken: de winkelstraat, het kantorenkwartier, het park, de waterpartij, de chique buurt waar ook het gemeentehuis staat, de drie nieuwbouwwijken (de ene buurt heeft straatnamen die allemaal naar paddenstoelen zijn genoemd, een andere buurt heeft namen van edelstenen en de straten in wijk die het verst van ons huis ligt hebben namen van zangvogels), de oude stadskern met arbeidershuisjes, de omgeving van de schoenfabriek en zelfs het industrieterrein worden minimaal eens per week door ons doorkruist. Daarbij komt nog dat ik als chauffeur van een ambulance wisselende diensten draai, dus ook het tijdstip van onze wandelingen is elke dag verschillend.

Een tijdje geleden kregen we een nieuwe burgemeester. Laten we hem voor het gemak Mijnheer Wilders noemen, wat uiteraard niet zijn echte naam is. Als goed bestuurder heeft ook deze burgemeester twee verschillende manieren om zijn werk te doen: hij deelt boetes uit en hij verbiedt dingen. Daarbij wijkt hij trouwens niet af van al zijn voorgangers, want die deden precies hetzelfde, alleen had ik nooit veel last van die burgervaders (en –moeders want de twee meest recente voorgangers van Mijnheer Wilders waren vrouwen). Met Mijnheer Wilders was het echter gelijk stront aan de knikker; hij was nog niet aan de burgemeestersketting gelegd of hij kwam al met een algemene verordening: hondenbezitters waren voortaan zelf verantwoordelijk voor het opruimen van wat hun trouwe viervoeter op straat achterliet. De meerderheid van onze gemeente werd daar niet warm of koud van, die hadden toch geen hond. Ook de inwoners van de chique buurt (kouwe kak) hadden geen bezwaar, want die maakten toch gebruik van een professionele hondenuitlaatdienst, en alle oudere dames met krulspeldpoedels leken het zelfs heerlijk te vinden om de gepermanente keutels van hun tuttenlikkertjes met geparfumeerde zakdoekjes van het wegdek te poetsen. De enige die zich door die nieuwe wet flink in zijn zak gescheten voelde was... ik.

Ik had het al gezegd: mijn hond Geert is een schijterd. Waar andere honden alles opsparen voor één dagelijkse dump, gaat Geert tijdens elke aflevering van onze drie-maal-daagse soapserie minimaal vier keer ergens zitten. Zonder verder uw eetlust te willen bederven met onsmakelijke details, denk ik dat het helaas ook van belang is om te vermelden dat Geert meestal geen vaste overtuiging produceert maar in plaats daarvan een nogal... onsamenhangende indruk... of afdruk... of ander soort druk... achterlaat. Men kan zich hopelijk (hoop-en-lijk) voorstellen dat er voor mij geen beginnen aan is om een en ander in een zakje te stoppen. In het geval van Geert is oorlogvoering tegen chemische en bacteriologische wapens de enige optie.

Ik zat er dus behoorlijk mee in mijn maag, met die nieuwe regel van Mijnheer Wilders. Geert was in overtreding, niet ik, en Geert zat nergens mee in zijn maag, maar Mijnheer Wilders wilde mij verantwoordelijk stellen voor een natuurlijke behoefte van anderen. Dat klinkt een beetje alsof Mijnheer Wilders zelf zich niet veilig voelt in onze mooie stad en mij dan de rekening stuurt van zijn eigen beveiliging, terwijl ik tegelijkertijd onbeveiligd moet rondlopen en ook niet meer de financiële middelen heb om mij gelijk te laten behandelen. Het moge ook duidelijk zijn dat Mijnheer Wilders zelf een kattenliefhebber is, wat tijdens de wekelijkse raadsvergadering duidelijk te merken is als hij de geachte afgevaardigde van de Socialistische Partij loopt af te katten.

Zonder Taal Is Alles Zin-LoosWhere stories live. Discover now