Taal-tolerantie

1 1 0
                                    

"OE!", zei de eerste mens tegen de tweede. Toen de tweede mens reageerde, was de taal uitgevonden en daarmee was de mensheid geboren.

De mens onderscheidt zich van andere diersoorten door ons unieke (aangeleerde) vermogen om klanken een betekenis te geven. Het succes van "OE!" zorgde er voor dat er meer klanken kwamen en indirect ook dat meer dingen om ons heen een betekenis kregen. De eerste stamelende klanken van een pas geboren kind werden door iedere moeder in de hele wereld op dezelfde wijze geïnterpreteerd; haar kind had zijn moeder herkend en haar een naam gegeven: mama, een van de vier woorden die in nagenoeg elke taal ter wereld hetzelfde zijn (de andere drie zijn: hotel, bar en taxi).

De ontwikkeling van de taal was een dynamisch proces: iedere groep maakte zelf uit wat de betekenis van elke klank was. Dat zorgde er voor dat "OE!" in het zuiden veranderde in "tu", in het oosten in "du", in het wilde westen in "you" en de Hobbits in Midden Aarde hielden het op "u", maar dat werd dan wel een beetje bekakter uitgesproken. Die ontwikkeling ging heel democratisch: als iedereen begrijpt wat je bedoelt, dan is het goed.

Taal werd zo, naast een communicatiemiddel, ook een identificatiemiddel, voor jezelf en de voor groep waarvan je deel uitmaakte. Mensen die begrepen wat je bedoelde waren «je vrienden» terwijl anderen, die «anders» spraken, werden gezien als «andere stammen» en daardoor soms ook als «vijanden». Toen Nederland zich niet had gekwalificeerd voor het EK 2016, kozen de Nederlanders massaal om België aan te moedigen: de gemeenschappelijke taal gaf de doorslag. De Duitsers waren dan wel favoriet, maar hun arrogante taaltje maakte ze bij ons minder populair.

In het oude Europa waren de twee belangrijkste talen het Germaans en het Latijn. Ten noorden van de Alpen worden nog steeds talen gesproken die het Germaans in hun wortels hebben (Nederlands, Duits, Noors en Deens), terwijl de talen in het zuiden van het Latijn afstammen, zoals Frans, Italiaans, Spaans, Portugees en Catalaans. Het woord Roemeens komt van 'Romeins' en de taal is dan ook sterk verwant aan het Italiaans. Het Engels is een mengelmoesje van beide talen: de oorspronkelijke taal kwam van de Angelen en de Saksen (Germaanse stammen), waarna de Romeinen (Latijnen) en Normandiërs (1066 - Battle of Hastings, William de Kankeraar Conquerer) die het eiland later veroverden ook hun literaire invloed in de taal hebben gehad.

Wat ik mooi vind is dat in het Engels het woord «friend» is afgeleid van het oude Germaans (DE: Freund, NL: vriend, FR: ami, ES: amigo) terwijl het woord «enemy» (DE: Feind, NL: vijand, FR: ennemi, ES: enemigo) uit een latere periode van de geschiedenis stamt. De mens is blijkbaar van nature goed en heeft het vechten pas later geleerd.

Dan zijn we met dat bruggetje aangekomen bij degenen die de volgende stap in de ontwikkeling van de taal voor hun rekening hebben genomen: de Romeinen. Een Romein bedacht dat het wel handig zou zijn als je het gesproken woord zou kunnen bewaren, bijvoorbeeld door het op te schrijven. Hij koppelde elke klank aan een symbool, een letter. Hij pikte de letters «alfa» en «beta» van de Grieken en vond het alfabet uit, dat naast pizza en belastingen een belangrijk exportproduct werd van de Romeinse cultuur.

De eerste problemen kwamen direct: die klanken waar elke letter voor stond, dat waren Latijnse klanken. In het Latijn zijn er maar vijf klinkers (a, e, i, o en u die als oe wordt uitgesproken). In het noorden hadden we voor elk van die vijf klinkers een korte en een lange uitvoering (bal / baal, vis / vies, kop / koop). In Nederland hadden we daarnaast nog klanken als de eu, de ui en de uu, terwijl Noren, Engelsen en Duitsers weer hele andere geluiden lieten horen. Iedere stam loste het, net als met het gesproken woord, weer simpel en democratisch op: als iedereen het begrijpt dan is het goed.

Het werd alleen nu wel tijd dat we wat regels gingen uitvinden voor de taal, immers, een regel is veel gemakkelijker te onthouden dan al die verschillende voorbeelden. Zo kwam er een regel dat de tweede en derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd een 't' krijgt (ik loop, hij loopt) en Het Kofschip werd te water gelaten (hooP: hoopTE, vaaR: vaarDE).

Zonder Taal Is Alles Zin-LoosWhere stories live. Discover now