Hoofdstuk 9

3 2 0
                                    

POV Yrniela

"Bedankt Kyrax." De blauw met paarse legeraanvoerdster had de jonge elf bewusteloos geslagen terwijl een groep andere een hevig tegenstribbelende wolf probeerde vast te binden. "JULLIE ZULLEN HIERVOOR BOETEN, VOORAL JIJ JIJ PAARS BLAUWE MUG! IK ZAL JE mhhhhmhmhh." Eindelijk hebben de draken met een touw de mond van de wolf dichtgeknoopt. "Aaah, rust." Zegt Kyrax. Ik glimlach terwijl ik zie hoe de wolf en de elf worden opgetild en mee worden genomen. Zoals ik al tegen ze had gezegd, ze winnen dit soort dingen niet van mij.

Ergens achter mij hoor ik een harde schreeuw. Als ik me omdraai zie ik dat de wolf losgebroken bij de mond en hard zijn tanden in de nek van zijn vervoerder heeft gezet, die nu zwaar gewond op de grond ligt. Met moeite krijgen een groep andere draken het touw weer zijn mond geknoopt, wat uiteindelijk nog een paar gebeten soldaten kostte.

~

In het kasteel word het tweetal naar de kerkers gebracht, beide in een aparte cel zodat ze niet met elkaar kunnen communiceren of kunnen samenwerken om te ontsnappen.
Na een paar uur hoor ik van Kyrax dat de wolf weer wakker was geworden en de elf al verschijnselen van het wakker worden begon te vertonen. Snel loop ik de trappen naar beneden richting de kerkers, waar ik al snel beide criminelen op hun benen, of poten, zie staan.

Al snel hoor ik de wolf klagen. "Het is een schande. Niet eens een abre de Nadal (kerstboom) . Wat in de verlepte, oh hallo." Ik zucht, dat brutale beest moet zijn mond leren houden. Note to self: Kyrax vragen om die wolf een toontje lager te laten zingen.
"Waarom hebben jullie Nekira en Evren achter jullie aangezet?"
"Nou, wij hebben de barrière van de panic room gebroken en ingebroken in hun troonzaal." Antwoord de elf voordat de wolf weer zijn mond voorbijpraat.
"Ehm, en waarom hebben jullie dan in Gods naam die barrière gebroken en ingebroken?!" "Niemand is ooit verder daar naar binnen geweest en we kennen de panic room nu op onze broekzak."
"Je weet toch wel wat dat ze nu op ons focussen?"
De wolf weet zijn mond niet meer te houden.
"Tuurlijk, maar dan moesten jullie ons ook niet meenemen, dan was er nu niets aan de hand." Nu ben ik mijn geduld echt kwijt. "Over meenemen gesproken, KYRAX!" "Ja, hare majesteit?" "Ik ben die wolf zat, wil jij nu even die wolf afhandelen, asjeblieft?" "Tuurlijk hare majesteit."
Al snel heeft Kyrax de wolf vastgebonden. Net als ik de kamer uit wil lopen hoor ik achter mij: "Wacht, stop, Dekota heeft misschien een te grote ego, maar zijn pijngrens ligt erg laag. Doe hem alsjeblieft niet te veel aan." "Daar had hij dan eerder aan moeten denken." Zeg Ik bot en loop de kamer uit.

Eenmaal 2 kamers verderop (de martelkamers) zie ik al dat de wolf bijna in houding staat. Bij dit werktuig worden je poten aan de vloer vast gezet, daarna worden aan de mond, nek en buik touwen vastgebonden. We kunnen zo alles doen en het beest langzaam oprekken, waardoor het zijn gevrichten en spieren uit elkaar worden getrokken.
Toen Kyrax zag dat ik was aangekomen in de martelkamers gaf ze me een knikje, en zorgde dat het werktuig de wolf verder uitrekte.
"Kyrax! Niet te hard, hij moet nog kunnen antwoorden!" Heel even laat Kyrax het gaan, wat mij de kans geeft om de wolf wat vragen te stellen. "Dus, jij bent Dakota toch? Hoe heet die elf?" Met veel moeite zegt de wolf; "je oma." Gefrustreerd zucht ik. "Trek maar weer aan Kyrax." Al gelijk hoorde ik een harde jank. "Ik herhaal: jij bent Dakota toch? Hoe. Heet. Die. Elf. En onthoud dit goed, dit is je laatste kans, daarna komen er consequenties." De wolf laat een harde, pijnlijke kreun uit. "Stik!" Deels verbaasd door het lef van dat beest, maar ook hevig gefrustreerd door het lange vol houden van de wolf, geef ik een van de bewakers naast de ingang van de martelkamer de opdracht de elf te halen. Hopelijk gaat een van de twee dan wel praten.

Ik hoor haar al roepen. "Blijf van mij af jij vieze goorlap!" Als ze eindelijk in de deuropening staan wijs ik naar een soort rechtopstaande tafel met 7 riempjes. 1 bij de nek, 1 bij het voorhoofd, bij de armen en benen 4 en bij de buik 1. Dit martelwerktuig wordt gebruikt om elven te slaan met een zweep. Ik roep snel een grote zwarte draak met een zweep. Al snel bereikt het geluid van geschreeuw bij mijn oren. "Nog 1 laatste keer. HOE HEET DE ELF! EN ONDERSCHAT MIJ NIET. IK ZAL ZWARE CONSEQUENTIES GEVEN ALS JIJ NIETS ZEGT, VOOR JULLIE ALLEBIJ. EN STOP EEN PROP IN DIE STOMME ELF HAAR MOND!!" Tierde ik. Een hoop gesteun volgt. "Oke, ze heet Gandreka, en laat haar nu met rust." "DANKJEWEL, EINDELIJK!" Gefrustreerd zucht ik, en loop rondjes door de kamer. "Waarom hebben jullie die leiders achter jullie aan gehaald... Waarom hebben jullie ingebroken in die stomme panic room. Wat heeft het voor nut?!" De wolf, Gandreka, kijkt me eerst verveeld aan, maar voelt al snel de pijn van de marteling weer. "We wilde verder komen dan de andere elven en draken ooit waren geweest. Toen we hoorde dat niemand verder was gekomen dan de ingang besloten we dat te verbreken, en dat is, natuurlijk, gelukt." "En waarom hebben jullie dan in Gods naam die barrière gebroken?!" Even zegt de wolf niets, maar kijkt me dan met een quasi-onschuldige grijns aan. "Nou, we waren heel per ongeluk iets te ver gegaan waardoor we een aantal gevaarlijke paar bloedzuigers en graflikkers achter onze kont aanhadden zitten. Overigens was de bedoeling dat we een doorgang zouden maken, zoals de legende verteld, maar heel misschien is per ongeluk het hele ding gemold."
Zuchtend loop ik richting Kyrax, haar het bevel gevend om het tweetal weer naar hun cel te brengen. Kyrax maakt Dekota los, en brengt hem richting een nieuwe cel, aan de andere kant van het kasteel zodat ze geen uitweg zouden moeten kunnen vinden. Negrel, de zwarte draak, maakt Gandreka los, en smijt haar in de cel. Deze keer in een grotere zodat ze samen konden, ze kunnen nu toch niet meer zo veel.

Als beide in hun cel zitten en ik zeker weet dat de deur goed op slot zit loop ik naar mijn kantoor waar ik op mijn bureau stoel plof. Zuchtend denk ik na over wat er vandaag allemaal is gebeurd. Als die twee echt de leiders van de graflikkers en de bloedzuigers achter zich aan hebben, dan hebben ook wij in Dogon Shores een heel groot probleem. Gefrustreerd bekijk ik de landkaart op mijn bureau. De, nu gebroken, barrière staat met een licht blauwe streep aangegeven in het midden van de kaart. Als de leiders daar al zijn zullen ze Dogon Shores waarschijnlijk of vannacht of morgen avond binnen loopt. Hopeloos staar ik voor me uit. Als de Graflikkers en Bloedzuigers echt binnen vallen betekend dat het begin van een rampzalige oorlog...

1182 woorden

Doorn in het oogWhere stories live. Discover now