Hoofdstuk 12

3 2 0
                                    

POV: Gandreka
De gracht was toch iets minder diep dan ik hand gedacht. Ik werd afgeremd en knalde daarna keihard op de bodem. Ik wilde iets schreeuwen, maar dat kwam er uit als een raar gegorgel. Toen ik omhoog kwam en voelde dat er niet recht iets mis was. "Dekotaaaaaa!!" Schreeuwde ik terwijl ik op de kant klom. "Jesus, wat is er met jou gebeurd!" Vroeg Dekota, die me een afkeurende blik gaf. Toen ik naar beneden keek om te kijken waar hij het over had zag ik dat er een groot aantal scheuren in mijn kleren zaten en een paar blauwe plekken op mijn benen waren verschenen. Ook waren mijn kleren vuil, en druppelde er allemaal donkergrijs water vol modder langs mijn benen naar beneden. "Nou, ik ben net door een raam naar buiten gesprongen in een modderige rivier die iets minder diep was dan verwacht waardoor ik nu op een smurf lijk. Bedankt voor het vragen." Dat laatste voegde ik er met een sarcastisch ondertoon achteraan. Dekota keek me met een duidelijk hevig teleurgestelde blik aan, maar zei verder niks. "Daar zijn ze! Grijp ze!" Snel draaide ik me om en zag de wachters die net nog in het kantoor van Yrniela stonden nu naar ons toe rennen. Kak. "Dekota, zo snel als de wind!" Riep ik terwijl ik op zijn rug sprong en meteen begon hij te rennen. Achter ons kon je duidelijk het geschreeuw van de soldaten horen, wat genoeg motivatie gaf dat Dekota bleef rennen.

Toen we bij de bosrand aankwamen merkte ik dat Dekota wat langzamer begon te lopen, en maar onze achtervolgers waren duidelijk nog lang niet moe. Op hoog tempo reden we door, maar Dakota viel na een tijdje bijna vermoeid neer. Snel sprong ik van zijn rug, met veel moeite proberend hem mee te nemen naar een bosje in de buurt. Tot mijn verbazing kreeg ik hem er net op tijd in en klom toen zelf snel in een boom vlak naast het bosje.

"Ze kunnen niet ver zijn, pak ze!" De persoon die de bevelen de hele tijd had geschreeuwd stond nu vlak naast het bosje waar dekota in verstopt zat. "Gaan jullie maar vast naar ze opzoek, ik moet nog even iets doen." De overige wachters knikten en renden weg, verder het bos in. De leider bleef nog steeds stil staan bij het bosje, maar na een paar seconde kon je zacht gekletter horen. Als hij nu maar niet aan het doen is wat ik dénk wat hij nu doet.

Toen de leider ook eenmaal weg was hoorde ik een zacht gegrom uit het bosje komen en niet veel later kwam Dekota met een chagrijnig gezicht uit het bosje gekropen. "Kon die maloot niet een of andere boom of zo uitkiezen om op te pissen." Mompelde Dekota. Met moeite probeerde ik mijn lachen in te houden, er op hopend dat Dekota niet nog pissiger zou worden.

~

Na een tijdje te hebben gerust besloten we weer een stukje te gaan lopen, op zoek naar een iets betere verstop plek.
Al snel vinden we een kleine grot met genoeg beschutting voor beide dekota en mijzelf. Dekota en ik liggen beide even op de grond, maar vallen niet veel later in slaap.

~

Het is duidelijk midden in de nacht als ik wakker schrik van een hoop gestamp en af en toe een man die een bevel schreeuwt als "blijf in de lijn lopen!" En "loop eens even door!". Slaperig kijk ik voor me uit, waar al snel iets opdoemt wat ernstig veel lijkt op een heel leger die komt aanmarcheren. Als ze dichterbij komen zie ik dat dit ook klopt, en snel verstop ik me dieper in de bosjes.

Als de troepen langs gemarcheerd zijn schud ik Dekota wakker. "Wat moet je." Ook Dekota staart eerst even slaperig voor zich uit, maar als hij mij ernstig ziet kijken lijkt hij een stuk sneller wakker te worden. "Wat is er?" Vraagt hij nu verward. Ik zucht. "Geen idee, maar er marcheerde net een heel leger langs. Het is een wonder dat je nog sliep. Ander ding, het is een wonder dat ze je niet doorhadden. Je lag midden op het pat en je snurkte. Kom je mee om te kijken waar dat leger naartoe gaat of blijf je hier alleen voor half slapende luiaard spelen?" Vraag ik hem terwijl ik al opsta en weg begin te lopen. "Ja ja, wacht effe, ik kom eraan, ik kom eraan!"

Al snel liep Dekota naast me, en zo zachtjes als we konden liepen we in de richting waarvan ik dacht dat het leger ook was gelopen. "Gandreka?" Fluisterde Dekota. "Wat?" Fluister ik terug. "Wanneer eten we weer eens lasagna?" Even kijk ik hem verbaast aan. "Ja, dat is Wat je je afvraagt terwijl we een leger aan het achtervolgen zijn én op de vlucht zijn voor een of andere koningin die ons dood wilt? Echt joh?" Dekota kijkt me onschuldig aan. "Wat? Een wolf moet toch ook eten?" Ik zuchtte, maar bleef toch stug doorlopen.

Plots stop ik, waarna ik Dekota ook probeer tegen te houden wat net niet helemaal lukt. "Dekota stop!" Sis Ik, maar hij staat al op het open veld. Snel ren ik naar hem toe en probeer hem terug de bosjes in te trekken, maar we waren al opgemerkt. "Gandreka! Dekota! Wat leuk dat jullie me nog eens zijn komen opzoeken." De stem van Yrniela klinkt erg zoet, om welke reden dan ook. Kak. Even staar ik voor me uit, deze situatie totaal niet begrijpend. Dan tikt Dekota mijn schouder aan? "Dekota!" Fluister-schreeuwt hij. Vragend kijk ik hem aan, maar zeg niks.

942 woorden.

Doorn in het oogWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu