Hoofdstuk 15

3 2 0
                                    

POV; Gandreka

Langzaam liepen Dekota en ik langs het slagveld. We hoorde geschreeuw en gegorgel van draken en andere magische wezens die doodgingen. Het was een akelig geluid. Rustig liepen we door tot achter het leger. Daar gingen we in een bosje zitten. "Oké, Dekota, ik ga voor de lijders wat ik waarschijnlijk met pijl en boog ga doen. Jij gaat daar aan tegen naar Joanna en verprutst niet alles. Begrepen?" De nerveuze wolf voor mij knikte voorzichtig.
Vanaf daar liepen we voorzichtig naar ons doel. Ik liep naar de zijkant van de commando-tent. Ik pakte mijn pijl en boog. Ik hief mijn boog en zag dat ik trilde. Kom op nou, het is nu of nooit. Ik legde een pijl aan en schoot. Ik hoorde iets doodgaan en daarna snelde ik weg van de tent. Ineens werd ik in mijn nekvel gegrepen en hoorde ik een stem achter mij die ik uit duizenden herkende. Nekira. "Hallo Gandreka, wat leuk om jou te zien. Helaas ik Evren er niet meer. Je had haar goed te pakken. Gelukkig ben ik er nog. Ik zal je maar je cel brengen maar dan helaas moet ik dan verder met een oorlog die wij aan het winnen zijn." Ik werd meegesleurd naar een tent waar Joanna ook in zat. "Doei, Gandreka. Tot straks." Riep Nekira, terwijl ze lachen weg liep. "A, fijn. Het was niet de bedoeling dat jij hier ook vast zat." Zei Joanna. Toen hoorde we buiten een raar geluid met als vervolg een tentflap aan de achterkant waar iets onderdoor kwam. "Hallo, Dekota, jij ook hier." Riepen ik en Joanna tegelijk. "Geweldig, ik laat jullie hier zitten hoor, ik kwam voor 1 ik krijg er 2." "Lijkt mij een goeie deal." Zei Joanna. We wouden net aan de achterkant weg toen Dekota hard jankte. Er stak een pijl door haar poot. Als een wesp gestoken draaide we ons om. Er stond een grote soldaat met pijl en boog, palen en boeien. "Niet heel slim." Zei hij. Joanna probeerde nog te bijten alleen datzorgde alleen maatvoer haar die vast zat aan een paal. Dekota werd in een kooi gegooid en daar stond ik dan. Alleen en ontwapend. Ik probeerde te rennen, maar het was allemaal tevergeefs. Het laatste wat ik zag was een mooi plukje gras voor dat alles zwart werd.

POV: Yrniela.

Toen het nieuws was binnengekomen van Evren juinde we allenmaal. De stemming is nu heel anders. De duistere wezens zijn allemaal langzaam door de linies aan het breken. We verliezen snel soldaten en als het zo door gaat is het land dat ik zo ken weg. Met de sneeuwstorm ziet niemand iets. Het is hinderlaag na hinderlaag en het loop allemaal uit de hand. Ik hoor mensen gillen vlak bij de tent en mijn hoop glijd gewoon weg. Ik schrijf mijn laatste woorden op op de kaart en kijk naar de ingang van de tent en niet veel later stormt Nekira naar binnen. Ik word vastgepakt en weggebracht. Als ik om mij heen kijk zie ik dat alles verbrand en verwoest is. Niet dat ik veel kan zien met de storm. De oorlog is voorbij en niemand kan het stoppen.

532 woorden.

Doorn in het oogWhere stories live. Discover now