Hoofdstuk 11

3 2 0
                                    

POV: Yrniela

Een pijnlijke steek gaat door mee heen en voor ik het doorheb zie ik Gandreka bij me staan. Ik gil zo hard ik kan en zo goed en zo kwaad als het lukt probeer ik niet tegen de vlakte te gaan. "Deze was voor de zweepslagen en al het gezeur." Fluistert ze in mijn oor. Met angstige ogen kijk ik haar aan. "Gandreka! Waarom?" Als snel stoomt mijn kantoor vol met soldaten en bewakers. Achter me hoor ik Gandreka springen en daarna breekt het raam achter me. "Succes met sterven, Yrniela!" Niet veel later klonk er een luide plons. Alle soldaten staan nog steeds verbaast naar het raam te staren. "Gaan achter ze aan dan!" Roep ik met alle kracht die ik nog heb. Voorzichtig tast ik langs mijn rug, om onder mijn schouderbladen bij het mes te kunnen komen als ik de hand van Frakires op de mijne voel. "Niet doen. Je bloed leeg als je hem eruit haalt. Zolang het er nog in zit zal dat zorgen dat het bloed er niet zo snel uit stroomt. Ik ga een dokter voor je halen."

Een paar minuten later komen er elfen met grote doktersjassen binnen met allerlei operatiespullen en verdovingsmiddelen. Voorzichtig tillen twee dokters me op een brancard en leggen me op mijn buik zodat ze het mes er voorzichtig uit kan worden gehaald. Een paar seconeden voel ik het lemmet langs mijn zenuwen schuren, waarna een stekende pijn volgt. Ik krijg eerst een zalf over de wond en een stukje van mijn rug gesmeerd en daarna word er een naald in gestoken. Angstig blijf ik zo stil mogelijk liggen, maar al snel begin ik de pijn in mijn rug niet meer te voelen.

Een van de dokters pakt een washandje en maakt deze nat waarna hij over de wond gaat. Het water druppelt langs mijn rug op de grond, maar lijkt de wond wel schoon te krijgen. Even laten ze het nog doorbloeden om het laatste vuil eruit te halen. Dan pakken ze betadine en doen dit over de wond heen. De prikkende geur van het spul maakt me duizelig. Niet veel later zie ik een van de dokters de kamer uit lopen en even later terug komen met een fles vodka. "We hebben pure alcohol nodig, maar dit is het beste wat we nu ter beschikking hebben." Legt een andere dokter uit. Daarna hoor ik het geluid van druppels weer op de vloer kletteren en merk dus dat ze de alcohol over de wond aan het gieten zijn.
Na een paar minuten hoor ik het geluid van scheurend papierachtig materiaal en merk dan dat iets plakkerigs over de snee heen word geplakt. Een pleister.

~

Na de operatie krijg ik nog een drankje om te zorgen dat ik voor iets meer dan drie uur zal slapen. In die tijd zal de verdoving uit werken en zal de pijn weer terugkeren, dus hadden de dokters bedacht dat het handiger was om te zorgen dat ik zou gaan slapen. Dat was ook makkelijker om het infuus vastste maken, zeiden ze.

Als ik na die drie uur weer wakker word voel ik een scherpe pijn in mijn rug, alsof de échte pijn van de steekwond nu pas aankomt. Vermoeid en met een van de pijn verkrompen gezicht draai ik rond op het bed, maar kan maar geen fijne positie zien te vinden. Door deze bewegingen en gedraai stoot ik op het kastje naast mijn bed een fotolijstje om. Het glas dat over de foto zit breekt, wat veel meer lawaai maakt dan je zou hebben bedacht dat glas kon maken. Blijkbaar hoorde een stel verpleegsters die blijkbaar op de gang stonden te praten dit ook en stormden de kamer in.

"Majesteit, bent u oké?" De eerste verpleegster loopt naar mijn bed en bekijkt wat apparaten die ernaast staan, terwijl de tweede naast mijn bed het fotolijstje oppakt en het glas weggooit. "Ja, het gaat wel denk ik." Antwoord ik met een krakende stem op de eerste verpleegster, die me nog steeds bezorgt aankijkt. De verpleegster loopt naar mij toe en samen leggen ze mijn kussen weer goed en maken dan nog een paar aantekeningen waarna ze de kamer weer verlaten.

Als de twee de kamer uit zijn gelopen pak ik het fotolijstje van het nachtkastje af en kijk ernaar. Een foto van mij met mijn ouders in op het strand.

"Mama! Mama kom we gaan zwemmen!" Enthousiast trek ik aan de onderkant van mijn moeders omslagdoek terwijl ik haar mee probeer te trekken richting de zee. Dan voel ik twee sterke armen me van achter optillen. "Papa! Ga jij mee naar de zee met mij?" Mijn ouders kijken me glimlachend aan terwijl mijn vader knikt. "Ik ga met je mee als jij belooft dat je moeder even rustig in de zon mag liggen, afgesproken?" Vrolijk knik ik. "Ja papa! Afgesproken!" En met dat begint mijn vader met mij over zijn schouder te rennen richting het water. "Pa-pa Je gaat- Hard!" Gil ik lachend terwijl ik de hele tijd heen en weer word geschud. Dan staat hij plots stil en niet veel later voel ik het koude water om mee heen. Proestend kom ik weer boven water en kijk mijn vader quasi-boos aan. "Nu ben ik nat!" Zeg ik met een klein pruillipje wat mijn vader doet liggen. Hij geeft een zachte tik op mijn neus en zakt dan zelf onder water. Als hij na een tijdje nog niet boven is gekomen duik ik ook naar benden maar zie papa nergens meer. Als ik boven kom kijk ik paniekerig ome me heen. "Papa!? Papa?!" Mijn stem word half gedempt door het harde geschreeuw en gepraat van de andere mensen op het strand. Snel ren ik het water uit naar mama toe. "Mama, papa is weg!" Dan valt een grote schaduw over me heen en mama begint te lachen. Voor ik het door heb lig ik al op de grond terwijl mijn vader me kietelt. Gillend van het lachen voel ik heen en weer in het zand. "Genade papa genade!" Roep ik lachend, en gelukkig stopt hij ook. Samen gaan we naast mama op de ligbedden liggen en ik staar naar de lucht waar ik de wolkjes voorbij zie drijven. "Papa? Mama?" Mijn ouders kijken beide op. "Wat is er liefie?" "Ik hou van jullie." Zeg ik glimlachend. "Wij ook van jou!"

1063 woorden

Doorn in het oogWhere stories live. Discover now