Hoofdstuk 13

2 2 0
                                    

POV; Yrniela

Ik lig nog steeds op mijn bed en heb de rest van de dag vrij weinig gedaan. Een beetje op mijn bed gezeten, wat boeken gelezen, even met een paar dienstmeisjes gekletst, maar verder niet bijzonders. Ik heb net wat te eten gehad, een bord spaghetti, mijn lieveling steen, die ik nu naar binnen aan het werken ben. Af en toe komen een paar van de vrienden langs, of een of andere verpleegster om weer op wat bordjes te kijken hoe het net me gaat, maar volgens hen gaat het al een snurk beter en zal ik binnenkort weer totaal gezond en genezen zijn, dus ik hoefde me geen zorgen te maken zeiden ze.

Als ik mijn eten op heb zet ik het bord op een tafel naast mijn bed neer en ga wat comfortabeler liggen. Het is nu avond, dus tijd om te gaan slapen. Door alles wat er vandaag gebeurd is duurt niet ook niet lang en al snel val Ik in slaap.

~

"Yrniela! Word wakker!" Ik voel iemand aan mijn schouders schudden en draai me gefrustreerd om. "Mam ga weg ik wil nog niet naar school!" "Jeetje Yrniela, ik ben het, Frakires! Word nou gewoon wakker want anders gaan er in nu en 2 uur ontiegelijk veel mensen dood." Geschrokken open ik een oog, maar al snel volgt de ander ook en ik ga rechtop zitten. "Wat?" Frakires gaat op de zijkant van mijn bed zetten. "Er zijn spionnen die hebben bevestigd dat Nekira en Evren, leiders van de bloedzuigers en graflikkers, een oorlog proberen te starten. Als we niet snel ingrijpen zal dit een ramp zijn voor het eiland."

Met zoveel mogelijk soldaten en dokters trekken we richting de plek waar het strijdveld zou moeten zijn. We marcheren langs rieten, rivieren en over kronkelige paadjes om bij het veld te komen, waar in eerste instantie niet veel te zien is. Dan zie ik twee gestaltes uit de schaduwen komen. "Ah, Yrniela, we hoopte al dat je snel zou komen, anders moest deze pret beginnen zonder jou." Nekira kijkt me quasi-vrolijk aan. "Maak je klaar, over een paar minuten, iets van een kwartiertje of zo, gaan we beginnen." En weg zijn de twee weer. Met het hele gezelschap lopen we naar een hoek op het veld en maken een opstelling.

Opeens hoor ik een zacht geschreeuw "Dekota stop!" Die stem herken ik uit duizenden. Gandreka en Dekota.

403 woorden.

Doorn in het oogWhere stories live. Discover now