H4: Achteruitgang

56 3 8
                                    

a/n:

Hey,

Ik moet nog steeds een beetje wennen aan de nieuwe uploaddag; zondag. Dat blijkt nu maar weer, schoot me net te binnen dat ik nog moest uploaden. Achja beter laat dan nooit! ;) Ik zit volgend weekend in Utrecht voor, je raad het al: Flemming!! Ik moet mezelf er echt helpen aan herinneren dat ik dan upload. Dus als er niks komt, weet je waarom!;) En het wordt beter tussen deze twee, dat beloof ik jullie! 

Liefs, Lotte.

☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆☆

"Hier is de achteruitgang. Hier kunnen we iets sneller weg.” meld Flemming. “Ja dat zie ik ook wel.” Brom ik en merk dat mijn benen doodmoe zijn van al dat gesjouw. “Het is veilig.” mompelt Flemming, mijn opmerking van daarnet negerend. “Veilig? Hoe bedoel je?” vraag ik bang. Maar natuurlijk laat ik niet merken dat ik bang ben. Zeker niet aan hem. “Soms staan er fans te wachten.” Antwoord Flemming. “Die dan vervolgens aan je voeten liggen en te smeken om een foto?” vraag ik terwijl we lopen. Flemming heeft Levi ondertussen opgetild omdat hij ook moe is. 

“Nee natuurlijk niet. Dat gaat meestal vrij normaal.” zegt Flemming, half lachend maar wordt een beetje rood. “Hmh.” Mompel ik en hoop dat we snel thuis zijn. Ik heb geen zin in nog meer preken. “Kunnen we opschieten? Dankzij jullie zijn we al laat.” zucht ik. “Ik loop zo snel als ik kan, mevrouw chagrijn.” grinnikt Flemming. “Wat vond je eigenlijk van de show?” vraagt hij. Ik denk om een gesprek op gang te helpen. “Voorspelbaar maar verrassend leuk.” Geef ik toe. “Oh, bedankt. Dit had ik niet verwacht.” Mompelt hij en kijkt weg. 

“Mag ik nu dan eindelijk weten wat je naam is?” Vraagt Flemming nieuwsgierig. “Senna. Maar denk maar niet dat dat alles goed maakt. Ik kom te laat thuis met hem door jullie.” Antwoord ik. “Jullie kwamen ineens binnen vallen. Daar kan ik weinig aan doen.” Flemming haalt zijn schouders op en kijkt mij aan. Ik slik als ik in zijn bruine ogen kijk. Ze staan bezorgd. Waarom? Ik red mij heus wel. Zoals alle voorgaande keren. “Je had me ook gewoon kunnen laten doorlopen." kaats ik terug en hierop weet hij niets te zeggen. 

“Waar woon je?” vraagt Flemming na een poosje stilte. “Jij bent ook nieuwsgierig hé.” antwoord ik en hij bloost weer. “Oh maar we komen niet bij mijn huis. We brengen hem weg en daarna moet ik maken dat ik zelf naar huis kom.” antwoord ik, met nadruk op zelf. “Dat bedoel ik niet. Alleen waar jij woont.” legt Flemming uit. “Hier niet ver vandaan.” Mompel ik en ik hoor hem zuchten. Daarna is het weer stil en blijft het stil. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Flemming zijn handen in zijn jaszakken steken en probeer verder niet op hem te letten. 

“We zijn er.” Zeg ik kort wat Flemming laat opschrikken uit zijn gedachten. “Hey, kleine vriend, wakker blijven. Je kan zometeen slapen. Je bent er bijna.” Flemming schud Levi zachtjes wakker-wie al half aan het slapen was. “Wacht hier.” Zeg ik tegen Flemming. “Ja mama.” Grinnikt hij, maar na een blik van mij is hij al stil. Gelukkig zijn de ouders van Levi nog wakker en meteen kijken ze op als ik binnen kom lopen. “Hey jongens, waar bleven jullie? Wat fijn dat jullie terug zijn. Hoe was het concert?” Voordat ik de kans krijg begint Levi al hele verhalen te vertellen. “Oh echt? Wat leuk zeg!” Antwoord Marie lachend. 

Zodra Levi op bed ligt en ik het geld heb gekregen van zijn ouders, loop ik tevreden naar buiten. Flemming staat er nog steeds maar ergens had ik dit ook al wel verwacht. Hij leunt met, nog steeds zijn handen in zijn jaszakken, tegen de muur aan van het huis. “Dat duurde niet zo lang.” Zegt hij. “Meestal niet.” Antwoord ik en hij rolt zijn ogen. Levi is niet al te moeilijk als hij naar bed moet en waarschijnlijk slaapt hij zometeen als een roos. Vooral na deze lange, slopende avond. Ik wil eigenlijk ook naar bed en besluit om Flemming aan te sporen om ook aanstalten te gaan maken. Het is namelijk inmiddels al tegen half twee aan het lopen. 

“Je kunt nu wel weer gaan.” Vertel ik hem dan ook rustig. “Wat? Nee.” antwoord hij en ik trek mijn wenkbrauwen op. “Ik moet toch weten of je veilig thuis komt.” voegt hij er met een lachje aan toe. “Ik heb blijkbaar nog dingen te doen.” Mompel ik als ik naar mijn telefoon kijk. Ik heb zojuist een berichtje van Rowan binnen gekregen en zie dat ze samen is met Joep, een andere vriend van ons. Eigenlijk meer van Rowan.

“Huh, nu nog?” vraagt Flemming verbaasd en zet een stapje dichterbij. Ik bijt op mijn lip en schuifel voorzichtig naar achteren. Ik merk dat mijn handen trillen. Dit soort dingen heeft mijn oom dus nagelaten. Ik kan geen mens meer vertrouwen na wat ze mij aangedaan hebben.

“Ja, soms heb je dat.” ik haal mijn schouders op. “Wat ga je doen dan?” vraagt hij en ik moet mijn best doen om niet geërgerd hardop te zuchten. “Het is maar beter als je dat niet weet.” Biecht ik op. “Senna, ga naar huis, alsjeblieft. Het kan gevaarlijk zijn hier weet je.” antwoordt Flemming. "Oh, doe ik wel vaker hoor.” antwoord ik droog alsof het de normaalste zaak van de wereld is en duw zijn hand weer weg. Terughoudend. Hij weet niet half wat ik allemaal heb meegemaakt. Flemming kijkt mij in horror aan als ik dit zeg. 

“Nou uh, oke.” mompelt hij dan uiteindelijk. “Ik red mij echt wel. Geloof me maar. Ga terug naar je band.” antwoord ik ongeduldig. “Ik wil je helpen.” zeg hij dan opeens. “Met wat? Je kent mij geen eens.” “Dan leer ik je kennen.” antwoordt hij en ik weet dat hij daar een punt heeft. “En wat als ik dat niet wil.” Mompel ik. “Nou ja, laat maar zitten dan.” gekwetst kijkt Flemming naar de grond en ik zie dat hij nog een keertje op mijn jaszak blikt. Ik frons mijn wenkbrauwen maar probeer er niet op te letten. 

“Eeh, welterusten straks.” wenst hij mij nog. 

“Thanks.” antwoord ik. Flemming draait zich om zonder iets te zeggen en loopt van me weg. Ik loop in de tegenovergestelde richting en ga op weg naar Rowan. Lekker gedaan weer Senna, denk ik. Ik zucht diep en loop richting onze plek. Boeien wat mijn ouders vinden…

Jij Hoort Bij Mij Where stories live. Discover now