Cindy & Jessica, hoofdstuk 7.

142 9 2
                                    

Ik loop op de weg naar het ziekenhuis. Ik ben blij, dat het echt niet ver is. Na een paar minuten ben ik er al en met de pas kom ik snel binnen. Ik loop dan snel naar de kamer, waar Jessica ligt. Als ik daar aankom, komt een verpleegster naar me toe en zegt: 'Mevrouw Manders is op haar kamer. U kunt wel naar haar toe. Ze heeft kamer 318.'

'Dank je, zuster.'

Ze glimlacht en gaat dan verder met haar werk.

Ik klop op de deur en ga dan naar binnen. Cindy ligt op bed en ik kan zien dat ze gehuild heeft. Ik sluit de deur en ga bij haar op bed zitten. Ze zegt: 'Kom alsjeblieft langs me liggen en houd me alleen maar vast.'

Ik doe wat ze me vraagt en zwijgend liggen we dan op bed. Opeens zegt ze: 'Waarom moest uitgerekend zij zo ziek worden? Ze is nog zo jong en vol levenslust.'

Ze huilt en kus haar teder op haar schouder. 'Ik kan je daarop geen antwoord geven, Cindy. Wel kan ik er voor jullie zijn, meer kan ik niet doen.'

Ze snikt en zegt: 'Meer heb ik nog nooit gehad, Peter. Je wilt echt niet weten, hoe erg mijn leven was, voordat jij in mijn leven kwam.'

'Vertel het me toch maar. Dan kan ik het misschien beter begrijpen.'

Ze begint te vertellen. Hoe ze Julian ontmoet had en waarom ze met hem getrouwd was. Maar vanaf het moment, dat ze zwanger werd, was de liefde ook vrijwel meteen bekoeld. Hij kwam nog amper thuis en als hij dan eens thuis kwam, was hij meestal dronken en dwong haar seks met hem te hebben. Nadat Jessica geboren was, heeft hij zich niet eens meer laten zien en heeft haar laten stikken. Ze heeft het allemaal in haar eentje moeten doen en ze heeft er hard voor moeten vechten, om haar scheiding er door te krijgen, want daar lag hij ook nog eens dwars. En na de scheiding weigerde hij gewoon om alimentatie te betalen.

Ik kan haar leven nu wel een beetje begrijpen en ook waarom haar familie zo boos op hem is. Ik zeg dan tegen Cindy: 'Ik zal Joris eens vragen, of hij geen zin heeft zich in te spannen, zodat Julian gedwongen wordt de alimentatie te betalen.'

'Wat kan hij nou allemaal doen? We hebben al van alles geprobeerd, maar niets helpt.'

'Joris mag dan wel een eeuwige student zijn, maar zijn vader is niet de minste advocaat. En dat is ook precies waar Joris voor aan het leren is. Maar zijn vader wil dat hij bij hem in de zaak komt en Joris wil alleen maar pro-Deo werken. Dat is de reden, dat Joris de eeuwige student is, maar dit werk ligt hem helemaal en zo'n types als Julian lust hij wel rauw.'

'Je mag het altijd proberen, maar ik geef je weinig kans. Je kent Julian niet.'

'En hij kent Joris nog niet. Geloof me maar, zo'n type als Joris wil je niet in je nek hebben. Ik heb het gezien en hoe harder ze tegensputteren, hoe harder Joris doorgaat. Daar haalt hij zijn voldoening uit.'

'Mag hij dan al als advocaat werken?'

'Nee, eigenlijk niet, maar zijn vader helpt hem een handje. Die hoopt nog steeds, dat Joris dan zo ooit een keer op zijn kantoor komt te werken.'

Het is dan weer even stil en dan zegt ze: 'Bedankt.'

Ik trek haar even vaster tegen me aan, maar zeg niets. Soms zegt dat meer dan woorden.

Dan zegt ze opeens: 'Peter, ik had echt straks het idee, dat het beter met haar ging, toen jij in haar hand kneep. Toen je weg was, kreeg ze weer een beetje meer koorts, maar het bleef nog wel onder de risicogrens. Maar ze vroeg nog wel, of je terug kwam.'

'Ik heb een paar voorlees boeken voor haar gekocht. Die wil ik aan haar gaan voorlezen.'

Ze draait zich om en zegt: 'Heb je dat echt voor haar gedaan?'

Corenqueque, de vlucht van de vuurvogelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu