Op naar Ecuador, hoofdstuk 4.

192 9 4
                                    

De dag van ons huwelijk nadert met rasse schreden. En de zenuwen nemen toe. Dat is soms te merken, we worden allebei een beetje kribbiger, maar we praten het wel altijd goed uit. We weten allebei, dat we gespannen zijn. Maar tegelijkertijd kijken we er ook halsreikend naar uit. Ons Spaans begint nu al een stuk beter te worden en zelfs Jessica begint al enkele woordjes Spaans te leren. Dat vindt ze erg leuk en ze is behoorlijk leergierig. We hebben ons, samen met Juan, aangeleerd om op kantoor Spaans met elkaar te praten. Dat heeft onze Spaanse vaardigheden een stuk beter gemaakt en Juan is een goede leraar. Hij corrigeert ons regelmatig, als we het niet goed zeggen.

En dat ons Spaans beter is geworden, is goed te merken aan de gesprekken met Padre DiSanto. Ik had al snel in de gaten, dat deze man voor veel zaken verantwoordelijk is en niet alleen voor het beheer van de haciënda. We spreken elkaar nu bijna wekelijks en ik heb al veel aan de man gehad. Samen met Juan en de Padre blijken de benodigde vergunningen opeens een stuk gemakkelijker te verkrijgen. Het vooruitzicht dat we werk kunnen bieden aan tien tot twintig personen zorgt ervoor dat er veel deuren voor geopend worden.

De dag voordat ik ga trouwen met Cindy, word ik opgebeld door Padre DiSanto. Hij wenst ons een prachtige dag toe en wenst ons een lang leven samen toe. Ik bedank de man, want ik mag de man wel. Ik zeg hem toe, dat we foto's van de bruiloft mee zullen brengen en daar is de man heel erg nieuwsgierig naar. Cindy is er niet, ze heeft zich vrij genomen, om de laatste puntjes op de I te zetten. Ik kan ook niet de hele dag blijven, ik moet mijn pak ophalen bij de kleermaker en dan moet ik ook nog langs bij de bloemist en de juwelier. Als het dan twaalf uur is, berg ik mijn spullen op en loop naar de uitgang. Onderweg krijg ik al vele gelukwensen toegewenst. Velen zal ik morgen op de plechtigheid op het stadhuis zien, en sommigen gaan ook mee naar de kerk in Vught, onder wie Eduard en Melanie, Johan en zijn vrouw en natuurlijk Juan en Angela.

Ik ga dan eerst naar de juwelier en haal daar onze ringen op, maar dat is niet het enige wat ik daar op haal. Ik heb voor Cindy een prachtig halssieraad gekocht, De juwelier had me een aanbod gedaan, dat ik niet kon weigeren. Cindy is namelijk over 5 dagen jarig en ik kon de verleiding niet weerstaan om haar dat halssieraad te kopen. Het is niet nieuw, maar dat is er niet aan te zien. Een klant van de juwelier had het ingeruild voor een ander sieraad en omdat hij er mee zat te kijken, heeft hij het tegen kostprijs verkocht. Dan rijd ik naar de bloemist om te controleren of alles goed is gegaan. Dat blijkt ook te zijn, Rini en Daisy hebben hard gewerkt om alle bloemstukken en de corsages klaar te krijgen. Daarna ga ik naar huis, waar Cindy met haar moeder en mijn moeder zit te praten. Ze hebben net het bruidskleed opgehaald en naar het huis van haar moeder gebracht. Cindy is al in de zevende hemel, ze straalt van geluk en met mij is het niet anders. Ik laat ze de ringen zien en onze moeders bewonderen goedkeurend de prachtige sieraden. Dan zeg ik tegen Cindy: 'Ik heb nog iets voor je. Je kunt het bij je trouwjurk dragen. Mijn moeder heeft het al gezien en ze zegt dat het uitstekend bij je trouwjurk past. Maar eigenlijk is het voor je verjaardag.'

Ik laat haar dan het ingepakte juwelendoosje zien. Zenuwachtig pakt ze het uit en met ingehouden adem opent ze het doosje. Ze krijgt spontaan tranen in haar ogen en zegt dan: 'Dit is echt prachtig! Maar is dat allemaal niet te duur? Ik bedoel, je hebt me een prachtige ring gekocht, onze bruiloft, onze reis naar Ecuador. Ik vind hem prachtig, daar niet van.'

Ik glimlach en zeg: 'Maak je maar geen zorgen. De juwelier had me een aanbod gedaan, waar ik geen nee tegen kon zeggen. En het past werkelijk heel goed bij je verlovingsring.'

Ik hang haar het halssieraad om en ze bekijkt zichzelf in de spiegel. Dan draait ze zich om en geeft me een hartelijke zoen. Ik knuffel haar en ben blij dat ze het mooi vindt. Dan zegt ze: 'Maar ik heb voor jou ook wat. Je bent dan wel niet jarig, maar ik vond dat je ook iets moest krijgen, nadat je mij die verlovingsring hebt gegeven.'

Corenqueque, de vlucht van de vuurvogelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu