Op naar Ecuador, hoofdstuk 11.

190 9 2
                                    

De volgende dag vertrekken Peter en Juan al direct na het ontbijt naar de haciënda. Peter kust Cindy en Jessica gedag en vertrekt dan met de terreinwagen. Gewapend met zijn camera vertrekt hij dan en rijdt de stad uit. Iets voor hem rijdt overduidelijk een huurauto met een stel toeristen. Ze rijden langzaam en hun koffers zijn duidelijk zichtbaar. Opeens rijden er een aantal wagens de auto klem en onder bedreiging van pistolen worden de man en de vrouw gedwongen uit te stappen en de boeven rijden er met hun huurauto vandoor. Peter is op een afstandje gestopt, want hij wilde niet tussenbeide gekomen. De man en de vrouw mogen nog van geluk spreken, dat ze nog leven, die boeven zagen er niet uit als lieverdjes.

Juan zegt: 'Dat hadden wij ook kunnen zijn, Peter. Ben ik even blij, dat je dat advies hebt opgevolgd en een wagen gekocht hebt.'

Peter knikt en zegt: 'Ja, maar het was dan ook meer dan duidelijk, dat ze toeristen waren. Maar dan nog. Zullen we ze een handje helpen?'

Juan knikt en Peter stuurt zijn wagen naar de man en de vrouw. Ze zijn duidelijk overstuur van de brutale roof en als Peter en Juan stoppen, rent de man op hun af. 'Can you help us? We were robbed!'

Er zit duidelijk een Nederlands accent in zijn woorden en Peter zegt dan: 'Zijn jullie Nederlanders?'

De man kijkt verbaasd en zegt: 'Nee, geen Nederlanders, maar we zijn wel Belgen. Wat een toeval zeg. Maar kunnen jullie ons helpen? Ze hebben net onze auto geroofd met alles erin, wat we hebben. Gelukkig heb ik de paspoorten en mijn creditcard nog in mijn jas, die hebben ze gelukkig niet afgenomen.'

'We zagen het gebeuren en jullie kunnen van geluk spreken, dat jullie nog leven. Ze hadden schijnbaar haast, want ze kunnen hier best wel onvriendelijker zijn. Ik zal jullie wel even naar het politiebureau brengen.'

'Als u dat wilt doen, graag.'

Ze stappen bij ons in en ik zeg: 'En nu moet ik nog even het politiebureau vinden. Juan, weet jij dat nog?'

'Dan moet ik ook even nadenken. Ik dacht dat het niet ver van het stadhuis was. We kunnen daar wel even vragen.'

We rijden dan weer terug de stad in. De man en vrouw zijn weer wat gekalmeerd en Peter stelt zich aan het oudere echtpaar voor. 'Ik ben Peter Delinger en ik ben hier op vakantie, maar het is ook tevens een werkbezoek aan dit land. Over een paar maanden ga ik hier een onderzoek vlak aan de Cotopaxi-vulkaan doen, en daarvoor moesten we een paar voorbereidende werkzaamheden doen.'

'O, dus u woont hier niet? Ik dacht u woont hier, omdat dit geen huurauto is.'

'Dat is een goede tip, die ik kreeg van iemand in het vliegtuig. Die woont hier en gaf me het advies om geen huurwagen te nemen, maar een auto te kopen. Nu zitten daar ook wel nadelen aan, maar ik ben nu wel blij, dat ik het gedaan heb.'

'Op die manier. Och, en nu vergeet ik helemaal mijn vrouw en ik aan u voor te stellen. Ik ben Jos van Bijnen en dit is mijn vrouw Janneke. We zijn hier om ons 25 jarig huwelijk te vieren. We zijn nog maar net aangekomen, maar we hebben al niet erg veel geluk.'

'Aangenaam kennis met u te maken. In welk hotel verblijft u?'

'In het Hilton hotel hier in Quito. We waren een beetje verdwaald.'

'Dat treft, in dat hotel verblijf ik ook met mijn vrouw en mijn vriend Juan verblijft er ook. Ik zal u straks dan ook nog wel naar het hotel brengen.'

'Dat is heel erg aardig van u, mijnheer Dellinger.'

We zijn dan al weer terug in de stad en dan opeens zegt Juan: 'Volgens mij was daar een politiebureau. Kijk, daar staan politieauto's.'

Ik draai de wagen en rij dan naar het bureau toe. Ik parkeer de wagen in een vak en we lopen dan samen het bureau binnen. Juan doet namens de man en de vrouw het woord. Met zijn rappe Spaanse tong en zijn Ecuadoriaans accent maakt hij het man en vrouw behoorlijk gemakkelijker. De aangifte gaat dan ook probleemloos en snel. Doordat we zo snel zijn gekomen, kunnen ze door even contact op te nemen met de verhuur-maatschappij de auto traceren. Tot hun verrassing staat die niet al te ver van het bureau af en ze sturen er meteen wagens op af. Na een goed half uur krijgen ze al bericht, dat de wagen is gevonden, maar dat de koffers en waardevolle spullen zijn verdwenen. Wel hebben ze nog wat papieren gevonden, de retourtickets en nog wat andere papieren. Ook een klein toilettasje met medicijnen hebben ze nog kunnen vinden.

Corenqueque, de vlucht van de vuurvogelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu