CorenQueQue, hoofdstuk 11.

198 9 2
                                    

Tegen de middag komen de studenten met een grote bus aan, achter de bus rijdt Mezo, die met het vrachtwagentje de extra bagage heeft opgehaald. Vrijwel meteen wordt de bagage uit de bus en het vrachtwagentje gehaald en de studenten betrekken de verblijven. Die zijn behoorlijk enthousiast over de vertrekken. Peter, Juna en Cindy hebben hun handen vol om alles uit te leggen hoe de regels zijn op het centrum en hoe alles werkt.

De studenten horen aandachtig toe en als Peter en Cindy klaar zijn met hun uitleg, steekt er een studente haar hand op.

'Señor Dellinger. Ik heb zojuist gekeken in de koeling, maar daar staat geen water in. Hoe moeten we dan water drinken?'

Peter had die vraag al verwacht en loopt dan naar de kraan. Hij laat water lopen en zegt: 'Dit water is zo zuiver, dat jullie het zonder problemen kunnen drinken. We hebben hier een gloednieuw waterbassin met filters, die er voor zorgen, dat jullie zonder problemen het water uit de kraan kunnen drinken. Maar voor wie dat toch niet wil, morgen komen er waterkoelers, zodat er altijd koel en helder water te drinken is, ook als het warm is. Beantwoordt dat uw vraag?'

'Ja, señor Dellinger.'

'Zijn er verder nog vragen?'

'Hoe zit het met het eten? Ik zie dat er nog niet heel erg veel ligt.'

'We wilden zo vers mogelijk voedsel voor jullie inkopen en morgen is pas de markt. En om jullie wat beter te leren kennen, organiseren we een grill-avond. Ik heb gezorgd voor wat drank en er komt iemand zorgen voor de grill.'

Dat wordt met gejuich ontvangen en dan gaat iedereen zich inrichten op hun kamer.

Peter en Cindy lopen weer terug naar hun huis en zijn blij dat alles nog goed gekomen is, voordat de studenten aankwamen. Pas een kwartier voordat de studenten kwamen, waren ze net klaar en nu zijn Peter en Cindy dan ook behoorlijk moe. Het is buiten broeierig warm en de ventilators in de kamers zorgen ervoor dat het binnen een stuk aangenamer is. Cindy zucht: 'Ik zou willen, dat we hier airco hadden. Pff, wat een afmattende hitte!'

'Misschien dat het er ooit aan zit, Cindy. Maar nu nog niet. Ik heb trouwens nog een mail gehad van Jolanda. Via de kennissenkring van Stefan weten ze misschien een bedrijfje dat hier ook onderzoek wil gaan doen in de jungle. Die willen plantenonderzoek gaan doen, maar daarvoor moet dan wel een laboratorium worden gebouwd. En dat wilden ze ook nog wel financieren als dat nodig is.'

'Alles goed en wel, maar wat willen ze betalen? We weten nu wel, wat we aan kosten zouden hebben en we moeten er zelf ook nog van kunnen leven, Peter.'

'We hebben nu drie bedrijven die hier langdurig onderzoek willen doen, en die willen ieder honderd vijftigduizend dollar per jaar betalen. Dat is net niet genoeg, we hebben per jaar vijfhonderdduizend tot zeshonderdduizend dollar nodig om alles goed gerund te krijgen en een goede financiële buffer op te bouwen. We komen dus ruim vijftigduizend dollar te kort. Ik ga nog eens met Jos en Jolanda onderhandelen en daarna ook nog met de anderen. Als ik ze kan bewegen om tweehonderdduizend dollar te betalen, dan kunnen we de gok wagen.'

'Zal ik eens met Jolanda praten? Ik heb toen nog wat met haar gepraat toen in het huisje, toen ze langs kwamen. Ze willen nog meer dingen testen en dat hebben we ook gezien in hun laboratorium. Als ik Jolanda zo ver krijg, dat ze dat bij ons gaat testen, kan ik haar ook wel meer vragen. Ik was zo aan het denken aan tweehonderd vijftigduizend dollar.'

'Dat zou wel helpen. En als ik die andere partijen ook nog een hogere prijs kan aanpraten, dan zitten we safe. Vanaf vijfhonderd vijftigduizend dollar zitten we safe en dan kunnen we de haciënda binnen enkele jaren afbetalen. En daarna kunnen we eventueel ook nog meer investeren, zodat het voor anderen ook interessant wordt. En we zouden er een goede boterham aan overhouden.'

Corenqueque, de vlucht van de vuurvogelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu