Hoofdstuk 154

24.3K 552 139
                                    

Het voelt als uren voor Harry eindelijk terug komt. Ik heb gedoucht, de keuken schoongemaakt, en vijftig bladzijden van Moby Dick gelezen op mijn e-reader. Het meeste van de tijd dacht ik aan hoe hij zich zou gaan gedragen en wat hij gaat zeggen. Het feit dat hij niet wilde dat ik wegging was een goed teken, toch? Ik hoop het. De hele nacht herinner ik me vaag, ik weet alleen een paar dingen nog goed.

Wanneer Harry door de deur loopt, zie ik dat hij zijn normale zwarte broek aan heeft, en een grijze trui. Hij verlaat het huis niet in iets wat niet zwart is, soms wit, dus het contrast is apart, maar de trui laat hem op de een of andere manier jonger lijken. Zijn haar is warrig en hij heeft donkere kringen onder zijn ogen.

In zijn hand heeft hij een lamp, anders dan degene die hij gisteren kapot gegooid heeft, maar hij lijkt erop.

"Hey." Zegt hij en hij laat zijn tong over zijn onderlip glijden voor hij zijn lip piercing tussen zijn tanden neemt.

"Hey." Mompel ik.

"Hoe.. hoe heb je geslapen?" Vraagt hij.

Ik sta op van de bank wanneer hij richting de keuken loopt.

"Goed.." Lieg ik.

"Dat is goed." Zegt hij.

Het is duidelijk dat we allebei oppassen, bang om iets verkeerds te zeggen.

Hij gaat bij het aanrecht staan en ik leun tegen de koelkast aan.

"Ik uhm.. heb een nieuwe lamp gehaald." Hij knikt naar de lamp in zijn hand voor hij het op het aanrecht zet.

"Het is mooi." Ik ben bang, zo bang.

"Ze hadden niet degene die we eerst hadden maar ze.." Begint hij.

"Het spijt me zo." Onderbreek ik hem.

"Mij ook.. een soort van."

"Een soort van?"

"Ja.. ik bedoel het spijt me voor een paar dingen, maar niet voor het meeste."

"Oké.." Ik wil hem vragen mee te werken maar ik doe het niet.

"Nou, het spijt mij voor alles, het spijt me echt. Gisteren had niet zo moeten gaan." Zeg ik.

"Dat kan je wel zeggen."

"Het was een vreselijke nacht. Ik had je de kans moeten geven het uit te leggen voor ik iemand zoende, het was stom en onvolwassen van me."

"Ja, dat was het inderdaad. Ik hoor mezelf niet uit te hoeven leggen, je had me moeten vertrouwen en niet meteen conclusies moeten trekken." Hij leunt met zijn ellebogen op het aanrecht en ik friemel met mijn vingers.

"Ik weet het. Het spijt me."

"Ik hoorde je de eerste tien keer Tess."

"Ga je het me vergeven? Je praatte erover dat je me eruit wilde."

"Ik wil je niet uit huis zetten, ik zei gewon dat relaties niet werken." Hij haalt zijn schouders op.

Een groot deel van me had gehoopt dat hij de dingen die hij gezegd heeft vergeten was. Hij heeft me verteld dat trouwen voor domme mensen is en dat hij alleen had moeten blijven.

"Wat probeer je te zeggen?"

"Dat."

"Wat? Ik dacht.." Ik weet niet wat ik moet zeggen.

Ik dacht dat de nieuwe lamp een manier was om sorry te zeggen, en dat hij nu anders over dingen denkt dan gisteren.

"Wat dacht je?"

After 2 (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu