The Girl of Light 2

Hoofdstuk 30

Damian

Ik hoor de luide knal. 'Elise!' We kijken elkaar allemaal aan. Dan gaat het brandalarm af. 'Ga. Ik zorg dat iedereen van de pack weg komt.' Zegt Aiden. Ruben en ik knikken en we rennen van hem weg.

'Simon. Waar moeten we heen?' Zegt Damian. 'Simon? Hallo?' Ruben kijkt naar mij. 'De verbinding is gebroken.' 'Maakt niet uit. We vinden haar wel.' Ruben knikt. Terwijl we door de gangen rennen zien we mensen vluchten. Ik probeer te mindlinken naar Elise. Maar ik krijg niks terug. Ik hoop zo dat ze oke is.

Dan zien en ruiken we rook. Daardoor kan ik Elise niet ruiken. 'Elise!' Schreeuw ik en we rennen door de rook. Dan komt een man op ons af rennen. 'Jullie moeten maken dat jullie weg komen.' Zegt hij angstig en kucht. 'Waar is de ontploffing gebeurd?'  'Een etage hoger. Maar ga er niet heen. Het staat in brand en het word alleen maar erger..' Zegt de man en rent weg. 'Maak je geen zorgen. Elise heeft mij verteld dat ze kan veranderen en alles in sneeuw kan veranderen.' 'Maar Elise weet niet meer hoe ze kan veranderen! Ze heeft haar geheugen nog niet!' Zeg ik en we rennen door.

Maar de rook word steeds dikker. 'Ruben ga terug!' Zeg ik. 'Wat!? En jij dan?!' 'Weerwolven kunnen beter tegen rook! Ga!' Roep ik. 'Vind Elise. Alsjeblieft.' Dan rent hij terug. Ik ren weer door. 'Elise hou vol.'

Aiden

Ik en Derek rennen door de gang heen en zoeken alle weerwolven. We bevrijden ze terwijl ik al rook kan ruiken. De brand slaat snel om zich heen. 'We moeten opschieten!' We rennen met zijn alle door de gangen.

Dan staat Jack en zijn mannen voor onze neus. 'En waar denken jullie heen te gaan.' Alle weerwolven beginnen te grommen. Maar dankzij Elise weet ik dat dit niet de manier is. 'Jack luister. Ik weet niet waarom jullie dit doen. Vanwegen het geld. Of dat jullie ons haten. Maar wij zijn net als jullie. Wij hebben net als jullie familie en vrienden die om ons geven.  Wij kunnen nu gaan vechten. We kunnen elkaar vermoorden. Maar is dat het echt waard? We kunnen elkaar helpen. Samen sterker worden. Samen onderhandelen.' Ik zet een stap naar Jack. 'Wat denk je er van. Zullen we samen overleven?' Zeg ik en steek mijn hand uit. Hij kijkt mij strak aan. 'Deal.' Zegt hij en schud mijn hand.

'Iedereen. Haal iedereen veilig uit het gebouw!' Roept Jack. Iedereen knikt en we rennen verder. 'Wacht!' Roept een vrouw. 'Mijn dochter! Mijn dochter zit in een isoleercel!' Zegt ze in paniek. 'Ik haal haar wel.' Zegt Derek. 'Hier.' Zegt Jack en geeft een pasje. Derek knikt en rent weg. Wij rennen naar de uitgang.

Elise

Ik knijp in mijn ogen en word wakker. Ik zie rook en het brandalarm vult mijn oren. Ik kuch en ga staan. Ik doe mijn hand voor mijn mond. 'Elise.' Ik kijk in het rond en zie dan een vrouw in een mooie jurk. Het is Alice. 'Volg mij.' Ik kuch en knik. Moeizaam volg ik haar. Ik zie overal vuur. Maar Alice maakt een weg voor mij vrij.

Ze gaat door een deur heen. Ik maak de deur open. Ookal is het vol rook, ik kan zien dat het de kamer van Max is. 'Elise.' Ik kijk waar de stem vandaan komt en zie het nachtkastje. Ik wil er net heen lopen als ik omver word gebeukt. Ik beland op de grond en kijk wie dat deed. Het is Max. Met een verbrand gezicht kijkt hij mij woedend aan. 'Wat heb je mij aan gedaan!' Roept hij boos. 'Dit keer ben je te ver gegaan. Ik ga je vermoorden.' Angstig kruip ik naar achteren. Max veranderd en gromt woedend. Ik slik en ben verstijfd van angst. Zelfs mijn vuur wilt niet mee werken. Max springt, maar word weg gebeukt door Damian. 'Damian!' Roep ik blij. 'Elise.' Glimlacht hij. Dan gromt Max. Diaman veranderd in een wolf en gaat beschermend voor mij staan.

Derek

Ik ren door de gangen heen opzoek naar een Isoleercel. De rook word steeds dikker. Dan zie ik een dikke deur. Ik ren er heen. Ik pak het pasje en houd hem tegen een apparaat aan.