Snuffles

2.7K 108 16
                                    

Het is rustig op het buitenterrein van Zweinstein. Niet heel onlogisch als je bedenkt dat het nog maar net wat warmer is. De regendruppels zijn nog te zien op het gras. Ik loop het pad af, richting het Zwarte Meer. Daar laat ik me neerploffen op een bankje. Er staat een lichte bries, maar door mijn ketting heb ik er geen last van. Het is stil. Er zijn weinig mensen en ik praat met niemand.

Ik zit denk ik wel een kwartier in stilte, soms met mijn ogen dicht. Mee-neuriënd met liedjes.

Dan wordt mijn aandacht getrokken door iets wat te zien is in mijn ooghoek. Ik draai mijn hoofd en houdt mijn hand vlak boven mijn ogen, voor de zon. Een aantal meter verderop zit hij. Zijn kop een beetje schuin, zijn staart vrolijk zwiepend. Hij is nog steeds mager, maar ziet er al beter uit dan eerst. Ik glimlach vriendelijk naar de zwarte hond.

'Snuffel. Kom' roep ik. Hij heeft me herkend. Met een vrolijke blaf komt hij op me af hollen. Een enkeling die buiten is kijkt me verbaasd aan. Ik geef de hond een knuffel. 'Hai Sirius' fluister ik in zijn oor.
Hij zet zijn voorpoten op de bank en met een elegante sprong zit hij naast me. Zijn kop laat hij steunen op mijn schoot. Ik aai hem over zijn kop. 'Zal ik je anders wat vertellen over mijn leven nu, Snuffel?' vraag ik. Sirius blaft. Dat zie ik als een ja.

"Nadat ik jou voor de eerste keer gezien heb, is er niet heel veel gebeurd. Ik heb je natuurlijk al verteld over Harry, Ron en Hermelien. Misschien komt Harry zometeen nog even langs! En ook over Draco heb ik je al wat verteld.'
Sirius gromt even. Ik grijns naar hem, terwijl mijn hand door zijn dikke vacht glijdt.
'De laatste tijd doet Draco weer heel aardig naar me. Raar vind je niet? De ene keer vindt hij me een modderbloedje en de andere keer doet hij alsof ik zijn beste vriendin ben. Bovendien ben ik geen modderbloedje.' Het laatste mompelde ik meer onder mijn adem door, maar met dank aan Sirius' gehoorvermogen heeft hij het kunnen verstaan. Hij draait zijn hoofd met een vragende blij schuin.

Ik denk na. De vorige keer wist ik bijna niets over mezelf en dacht ik dat ik normaal was. Nu is dat anders. Ik twijfel of ik het wil vertellen. Zou hij me verachten? Bang voor me zijn? Of zal hij me accepteren? Hij heft zijn kop even op en blaft.
En jij dan? Wie ben jij eigenlijk? zegt hij.
'Wil je echt weten wie ik ben?' vraag ik. Hij knikt. 'Goed dan, maar beloof dat je niet bang van me wordt.' Mijn stem klinkt onzeker. Misschien zelfs verdrietig. Sirius merkt het op en duwt zijn kop even tegen me aan. Voordat ik begin met vertellen, kijk ik even rond of ik nog andere leerlingen zie. Het terrein is echter verlaten.

'Goed dan. Mijn naam is Kate Mergel. Ik ben een afstammeling van Zwadderich.'
Sirius gaat abrupt rechtop zitten. 'Zie je, jij ook al' mompel ik. Hij jankt zachtjes en duwt weer tegen me aan. Ik glimlach verdrietig naar hem. 'Niemand weet het Sirius, behalve Harry, Ron en Hermelien. Zij zijn de enigen die me echt accepteren zoals ik ben. Ik ben bang dat mensen ze haten, of bang voor me zullen zijn.
Ik ben anders dan de normale heks. Niet alleen vanwege mijn achternaam, maar ook vanwege mijn kunnen. Als mensen zouden weten tot waar ik toe in staat ben dan zouden ze het verkeerd kunnen gebruiken. Ze zullen me chanteren. Bevelen voor hen te werken. Dat wil ik niet. Ik wil doen wat het beste voor mij en mijn vrienden is. Ik wil iets kunnen betekenen voor de toverwereld in de strijd tegen Voldemort.'
Ik maak met mijn handen een klein vuurballetje en laat dat even in de lucht zweven. Daarna doe ik hetzelfde met een waterbal. Sirius kijkt er nieuwsgierig naar en hapt naar de waterbal. Lachend laat ik hem boven zijn hoofd ontploffen.

In de verte zie ik Draco samen met zijn ezels naar buiten lopen. Sirius merkt het ook op en begint te grommen. Grijnzend aai ik hem over zijn kop.
'Ze doen me niks hoor. Dat kan Draco niet.' Ik zie hoe ze andere leerlingen uitlachen en rotzooi trappen. Hij doet me ergens denken aan mezelf. Ik hou ook wel van een geintje, maar dan niet ten koste van iemand. Eigenlijk wel. Alleen als hij het verdient.

'Ik heb laatst mijn moeder voor het eerst ontmoet Sirius. Ze lijkt op me, weet je dat? Haar groene ogen en zwarte haren.. Mijn vader heb ik alleen gezien in mijn boeman. En mijn zus... Ik heb een tweelingzus. Noah. Ze is gewoon identiek aan me. Nu ik haar heb gezien, maar niet bij me heb, lijkt het alsof ik een deel van mezelf mis. Ik wil ze graag weer eens zien en dan gewoon met ze kunnen praten en lachen.. Als familie.'

Hij blaft kort. Je hebt geen groene ogen en zwart haar Kate. Met een geheimzinnige grijns kijk ik hem aan.
'Weet je dat heel zeker?' Ik kleur mijn ogen en haren. Van schrik springt Sirius op. Hij blijft even stil staan, zijn kop een stukje schuin. Wow. Voordat anderen het zien verander ik het weer terug.

Op het pad zie ik opeens een jongen lopen met warrige haren en een bril.

'Harry!' roep ik.

Hij zwaait naar me en rent naar me toe. Sirius loopt kwispelend op hem af. Lachend begroet Harry de hond en laat zich naast me neer ploffen.
'Wie is dit Kate?' vraagt hij, wijzend op Sirius.

'Dit is Snuffel, mijn hond.'

Slytherin girlWhere stories live. Discover now