Too early

2.5K 101 30
                                    

Het is nog donker in de slaapzaal als ik mijn ogen open doe. Met mijn hand tast ik naar mijn horloge en toverstok, die naast elkaar liggen op mijn nachtkastje. Het maanlicht is niet sterk genoeg om de wijzers van mijn horloge al te zien. Ik kan me niet veroorloven geen slaap te krijgen nu de wedstrijd tegen Zwadderich vandaag gespeeld gaat worden.

'Lumos' fluister ik. Met half dichtgeknepen ogen bekijk ik mijn horloge. Vijf uur 's ochtends. Ik laat een gesmoorde kreun in mijn kussen. Waarom ik altijd? 

Na een kwartier besluit ik toch maar op te staan. Slapen wordt het toch niet meer. Zachtjes doe ik een trui en een losse broek aan. Ik kleed me straks wel om voor de wedstrijd. Op mijn tenen sluip ik de slaapzaal uit. In de hoek van de kamer zucht Parvati even, maar slaapt gelukkig door. Bij de trap blijf ik even staan. Je kan normaal de trap af, maar het kan ook leuker.
'Glisseo' 
Met een zachte ruis glij ik de trap af, die nu een glijbaan is geworden. Het is stil in de leerlingenkamer. Wonder boven wonder is er niemand op de bank in slaap gevallen. Het haardvuur brandt zachtjes. Waarschijnlijk is het net pas aangestoken. 

Op de gangen is het stil. Iedereen slaapt, zelfs de leraren. Ik besluit naar de bibliotheek te gaan. Misschien helpt een goed boek me om mijn zenuwen onder bedwang te houden zo voorafgaand aan de wedstrijd. De wedstrijd tegen Zwadderich. Ja, ik weet dat we het volgens de boeken gaan winnen en ja ik weet hoe, maar betekent dat dat ik maar moet vertrouwen op de boeken? De boeken zijn niet correct meer en ik vraag me af in hoeverre ze nog gaan kloppen in de toekomst.

Het enige dat ik zeker weet is dat ik er alles aan ga doen om hem te winnen. 

Op weg naar de bibliotheek, loop ik langs de toegang van de keuken. Abrupt blijf ik staan. Had ik niet nog gezegd dat ik Draco zou pranken? Misschien is dit het juiste moment. Ik kan ook meteen de andere Zwadderaars dan voor aap zetten, als wraak op de kleine aanslagen van de afgelopen week.
Het is tenslotte al weer een aantal weken geleden dat het 1 april was. Ik weet nog precies hoe de dagen erna waren. Zoals ik had voorspeld, werd over niks anders gepraat dan de prank en de dader. De onbekende pranker heette nu inderdaad de Wolf, dankzij de wolvenkop. Leuk alleen, dat de leerlingen niet weten dat er niet één Wolf is, maar drie. En leuk, dat ik niet verdacht zal worden, omdat iedereen toch denkt dat het Fred en George zijn.

Op mijn tenen sluip ik de keuken in. Direct word ik aangestaard door allemaal huiselfen.
'Hallo, juffrouw, waar kan Mimi u mee van dienst zijn?' vraagt de kleinste. Ik leg voorzichtig uit wat ik van plan ben.
'Raakt niemand gewond?' vraagt Mimi bezorgd aan me. Ik schud mijn hoofd. 'Het is volkomen veilig.'
'Oké, gaat uw gang maar' zegt ze. Ik bedank haar en begin met het beheksen van het eten op de tafel van Zwadderich. Nu zullen ze wat beleven. Als ik klaar ben, zeg ik gedag tegen de elfen en vervolg mijn weg richting de bibliotheek.

In de bibliotheek is het donker en verlaten. Dreuzels zouden zeggen dat het spookt als ze een plek als dit zien. Ik grinnik bij de gedachte. Elke keer als er weer een nieuw verhaal komt over geesten die door dreuzels gezien zijn, moet ik lachen. Zouden ze ooit te weten komen dat geesten echt bestaan?
Twijfelend blijf ik even staan. Mag ik hier eigenlijk wel zijn zo vroeg? Staan er straffen op het betreden van de bibliotheek om half 6 's ochtends?
'Alsof je nog nooit de regels hebt overtreden' fluister ik grijnzend. 'Lumos' 

Met een zwak lichtje en op het puntje van mijn tenen doorzoek ik een sector met boeken. Ze verschillen van boeken over speelgoed, tot de ingewikkeldste spreukenboeken. Na een tijdje kom ik bij het boek 'Vertelsels van Baker de Bard' . Ik ken het boek alleen door het verhaal van de drie gebroeders, dus ik besluit hem te lezen. 

Ik loop naar een plek met een paar banken toe. Vlak voordat ik langs de laatste boekenkast wil lopen, zie ik opeens een lichtje van een plek vandaan komen. Volgens mij staan daar ook enkele banken. Dat betekent dus dat ik niet de enige bezoeker in de bibliotheek ben. 
'Nox' zeg ik zacht. Het wordt meteen pikdonker om me heen. Zou diegene die daar zit me gezien hebben? Ik sluip richting de plek van het lampje, mezelf verborgen houdend in de duisternis. Uiteindelijk zie ik iemand zitten, met een boek en een lichtgevende toverstok. 

In mijn poging om dichterbij diegene te komen, stoot ik hard met mijn voet tegen een tafelpoot aan. Een zachte bonk klinkt door de kamer. Geluidloos vloek ik van de pijn. 

'Wie is daar? Lumos duo

De persoon heft zijn toverstok op en kijkt geschrokken mijn kant uit. Doordat het licht vanuit zijn toverstok feller is, kan ik zijn gezicht nu ook zien, maar ik had zijn stem al herkend. 
Ik stap de duisternis uit, in het licht van de toverstok. 
'Ik' 
Draco kijkt zichtbaar opgeluchter bij het zien van mijn verschijning. 'Vroege vogel' zeg ik met een glimlach. Zuchtend plof ik naast hem neer op de bank. 'Teveel stres om nog te slapen' mompelt hij. 
'Je bent niet de enige.' Ik begin met het masseren van mijn voet. 'Die verdraaide tafelpoten ook' mopper ik. Draco grinnikt even. 
'Had hem harder gestoten en je had niet gespeeld vandaag. Ik had niet geklaagd.'
'Had dat nog een keer gezegd en je had niet gespeeld vandaag. Ik had niet geklaagd' antwoord ik met een flauwe blik. Draco grijnst uitdagend. 
'Het is alles of niets deze wedstrijd' zegt Draco. Ik vraag me af of hij het tegen mij heeft, aangezien hij recht vooruit kijkt. Ik neem aan van wel.
'Moge de kansen immer in je voordeel zijn.' Ik grijns als Draco gewoon knikt. Waarom zou hij ook die spreuk uit de Hongerspelen kennen. Dan bedenk ik me dat de Hongerspelen nog helemaal niet bestaan in deze tijd. Misschien is dat ook nog een keer iets om met Perkamentus over te hebben: ik kom uit de toekomst maar ga ik ook terug naar de toekomst als ik het perron weer af loop?

Daar eindigde het gesprek. We lezen in stilte ons boek. De tijd tikt zachtjes door en ik zie het steeds wat lichter worden door het raam. 

Na een tijdje merk ik dat mijn schouders redelijk zwaar voelt. Ik kijk opzij en zie dat Draco tegen me aan in slaap is gevallen. Ik leg mijn boek even naast me en duw zachtjes Draco van mijn schouder af, op mijn schoot. Hij draait even en legt zichzelf goed neer. Glimlachend strijk ik een blonde lok uit zijn gezicht. 
'Je bent schattig als je slaapt' zeg ik zacht. Dan ga ik verder met lezen. Die extra slaap zo voor een wedstrijd kan Draco wel gebruiken. 
------------------------------
Oeps, een dag te laat met updaten. Ik was het vergeten...

Wat voor prank denken jullie dat Kate in haar hoofd heeft? Laat t weten xx

Slytherin girlWhere stories live. Discover now