Dogfather

2.8K 106 5
                                    

Achter mij gaat de deur van de drie bezemstelen open. 'Harry, onder de tafel' sis ik direct. Geschrokken geven ook Hermelien en Ron Harry een duw. Anderling, Banning, Hagrid en Droebel zijn de zaak binnen gekomen. Ze bestellen wat bij Rosmerta aan de bar. 
'Mobiliarbus'  mompel ik meteen. De kerstboom komt van de grond en landt voor onze tafel. Net op tijd, want de volwassenen komen onze kant oplopen. Hermelien en Ron kijken me angstig aan. 

'Wat moeten we doen' sist Hermelien. 
'Gewoon blijven zitten en luisteren' fluister ik terug. Ze knikt kort. Ron neemt onzeker nog een slok van zijn boterbier. Ik sluit mijn handen om het warme glas en sluit mijn ogen even. Wat eerste paar maanden waren dit. Ik besef me nu pas hoe gehecht ik geraakt ben aan Zweinstein en de anderen. 

'Weet u dat ik het nog steeds niet kan geloven?' zegt Rosmerta plots. Ik spits mijn oren. Ik wist niet dat ik al zo'n groot stuk van het gesprek had gemist. 'Van alle mensen die ik ken, was Zwarts wel de laatste van wie ik had gedacht dat hij over zou lopen naar de Duistere Zijde. Ik bedoel, ik weet nog goed toen hij een jongen was op Zweinstein. Als u toen gezegd had wat hij later zou worden, had ik gedacht dat u teveel gloeiwijn op had.'
En dan weet je nog niet eens alles Rosmerta' zegt Droebel. 'Zijn ergste daad is niet algemeen bekend.' 
'Zijn ergste daad?' vraagt madame Rosmerta. Ik merk dat ik me een beetje erger aan haar nieuwsgierigheid. 'Nog erger dan de moord op al die arme mensen, bedoelt u?'
'Inderdaad, ja' zegt Droebel somber.
'Dat geloof ik niet. Wat kan er nog erger zijn?' 
'Je zegt dat je Zwarts hebt gekend toen hij op Zweinstein zat, Rosmerta' zegt Anderling zacht. 'Weet je ook nog wie zijn beste vriend was? '
'Ja, natuurlijk' zegt Rosmerta. Ze lacht even kort, waarschijnlijk door de herinnering. 'Ze waren onafscheidelijk. Hoe vaak ze hier niet geweest zijn- o, ik moest altijd om ze lachen. Ja, ze waren echt een komisch duo. Sirius Zwarts en James Potter.' 

Met een klap valt Harry's beker op de grond onder de tafel. Ron geeft hem direct een trap, terwijl hij ons aankijkt met een gezicht vertrokken van verbazing en afschuw. 

We luisteren alle vier aandachtig naar het gesprek, maar ik merk toch dat ik na een tijdje mijn aandacht een beetje begin te verliezen. Misschien komt het omdat ik weet wat er gezegd gaat worden, of misschien komt het omdat ik weet dat Sirius onschuldig is. 
Ik staar wazig door het raam naar buiten. In de sneeuw zie ik een aantal andere leerlingen vrolijk wat eten geven aan een besneeuwde zwarte hond. 
Opeens ga ik rechtop zitten, mijn ogen strak op de hond gericht. Dat is niet zomaar een hond. 'Alsof je het over de duivel hebt' mompel ik zacht. Hij is gek dat hij zich in Zweinsveld waagt. Ik bedenk me dat ik ook nog een cadeau voor hem moet hebben bij kerst. 

'Als je met professor Perkamentus gaat dineren, wordt het tijd om terug te gaan naar het kasteel, Cornelis' zegt Anderling. Ze mompelen allemaal instemmend en staan op van de tafel. Voor het eerst kijken Ron, Hermelien en ik elkaar aan. De schok is te zien op hun gezichten. 
Pas als ze allemaal de deur uit zijn, steken we onze hoofden onder tafel. 

'Harry?'

Ik ken Harry nog niet zo lang, maar ik heb hem nog nooit gezien zoals nu. Zijn gezicht is lijkbleek en zijn ogen groot. Met moeite gaat hij weer op zijn kruk zitten. Hij zwijgt. 
'We gaan' zeg ik. Direct staan we op en lopen de zaak uit. Ik pak Harry's arm, om zeker te weten dat hij mee komt en wat steun te bieden. 

'Wat doen we nu?' vraagt Ron. We weten allemaal niet goed wat we moeten zeggen. Ik kijk Harry bezorgd aan. 'Jij gaat in ieder geval terug Harry' zeg ik. Hij knikt wezenloos en slaat zijn onzichtbaarheidsmantel om hem heen. 

'En wat doen wij?' 
'Laten we ook langzaam terug gaan' oppert Hermelien. 'Ik heb niet heel veel zin om nog hier te blijven.' 
Met zijn allen slenteren we terug, maar we nemen niet de normale weg. Zonder te overleggen slaan we af, richting het Krijsende Krot. 
'Kate' zegt Hermelien plots. 'Wist jij dit? Wist jij dat Zwarts Harry's ouders-' 
Dan merkt ze plots dat Ron ons heel raar aankijkt. 'Hoezo zou Kate dit moeten weten?' Geschrokken kijkt Hermelien me aan. Dit was niet de bedoeling. Ik glimlach geruststellend.
'Je weet toch dat ik de toekomst kan zien Ron? Ik denk dat Hermelien zich afvroeg of ik het niet ergens had zien langskomen. Het antwoord is nee, ik heb het niet gezien.' 

Ron neemt genoeg met dit antwoord en loopt weer lekker door. We zijn ondertussen bijna bij het Krijsende Krot aangekomen. Ik merk dat Hermelien geen genoegen neemt met dit antwoord. Ze trekt vragend haar wenkbrauw op. Ik knik kort. 'Slaapzaal straks' mompel ik vanuit mijn mondhoek. Ze knikt als teken dat ze het snapt. 

Bij het hek van het Krijsende Krot staan we even stil. 'Ze zeggen dat het er spookt' zegt Ron. Ik grijns. 'Dat doet het op Zweinstein ook, maar nee, dat is dan weer niet raar.' Hermelien lacht en ook Ron grinnikt kort. 
'Hij was zijn peetvader' zegt Hermelien opeens. Ze staart wazig voor zich uit.
'Correctie' zeg ik. 'Hij is zijn peetvader.' Hermelien heeft een gepijnigde blik op haar gezicht. 

'Laten we terug gaan' oppert Ron, en hij begint weer langs de hekken te lopen. Hermelien en ik volgen zwijgend.

----------------------------------------

Het is bijna vakantie :) 
Sorry, druk met school, maar ik beloof dat in de vakantie ik weer veel ga schrijven. Hoewel, ik heb wel een toetsweek erna, maar moet lukken

Slytherin girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu