Hoofdstuk: 4

31 3 0
                                    

Eindelijk zie ik het strand in de verte verschijnen. De zon steekt sterk boven de zee uit en verwarmt mijn huid met zijn warme stralen.

Ik loop de duinen uit het zachte zand van het strand op. Het zand kriebelt tussen mijn tenen en het voelt op een vreemde manier vertrouwd aan. Ik laat me neer ploffen in het zand en maak het mezelf comfortabel. De rustige wind waait langs mij heen en brengt mijn haren in de war. Het kan me allemaal niks schelen. Ik kan namelijk eindelijk mijn hoofd leeg maken in deze heerlijke rust.

Ik kijk toe hoe het water tegen de rotsen in de zee opspat. Alle druppels vliegen in het rond en lijken licht te geven door de ondergaande zon. Het is een magisch effect waar ik uren naar kan blijven kijken.

De gedachten van Ash zijn dood en, of arrestatie verdwijnen in mijn achterhoofd en na lange tijd kom ik eindelijk eens goed tot rust. Zelfs over de angstige droom heb ik niet meer nagedacht.

~•~

Sinds de zonsondergang is het steeds rustiger geworden op het strand en ik besluit ook maar is naar huis te gaan. Het is aardig donker geworden en ik moet nog een eindje naar huis fietsen.

De wind waait nog steeds en voelt lekker tegen mijn gloeiende huid. In de verte zie ik al mijn dorp verschijnen als ik een zacht gesis hoor. Het is een onnatuurlijk zacht geluid en ik krijg er een beetje de rillingen van. Ik stap van mijn fiets af om de oorzaak van het geluid te zoeken.

Ineens herken ik het geluid van een leeg lopende band. Ik kijk naar mijn voorwiel en deze is inderdaad plat. Ik voel me ontzettend stom, omdat ik het geluid niet kende. Een zucht verlaat mijn mond. Hoe ga ik hier ooit mee thuis komen? Gefrustreerd kijk ik naar me band en schop ik een klein steentje weg. Het verdwijnt in de duinen, de duisternis in.

Ik pak mijn fiets en loop verder richting mijn huis. Ik hoor opnieuw een raar soort geluid achter me en ineens krijg ik het gevoel alsof ik word bekeken. Dit geluid is absoluut niet het geluid van een leeg lopende band. Mijn lichaam verstijft zich en langzaam kijk ik achterom. Er is niks te zien en ook het geluid hoor ik niet meer. Ik blijf voor de zekerheid nog een tijdje kijken, maar alleen mijn versnelde hartslag is nog te horen. Onzeker begin ik wat harder door te lopen met mijn fiets nog steeds in mijn handen.

Ik loop langs een lantaarnpaal die spontaan begint te flikkeren. Net als ik omhoog wil kijken gaat hij uit. Het is ineens ontzettend donker en de angst in mij groeit enorm. Als vanzelf begin ik harder te lopen, alsof ik weet wat er komen gaat.

Ineens zie ik een zwarte gedaante uit de duinen op mij af rennen. Mijn instinct laat me mijn fiets neergooien en meteen ren ik de andere kant op. Ik ren zo hard als ik kan en ik voel hoe de adrenaline in mijn lichaam toeneemt. Het laat me sneller rennen dan ik ooit had kunnen bedenken.

Ik kijk naar achteren om te zien of ik de man al kwijt ben. Ik zie hem niet meer en opgelucht haal ik adem. Mijn tempo neemt langzaam af en als ik weer naar voren kijk bots ik tegen een - voor mijn gevoel - nog grotere man op. Van schrik wankel ik een paar stappen achteruit en draai me daarna zo snel mogelijk om.

Ik zie nog meer zwarte gedaantes op me af rennen. Angstig kijk ik om me heen, opzoek naar een uit weg. Wat willen ze eigenlijk van me?

Ik probeer opnieuw weg te rennen, maar de grote man achter mij pakt me vast. Het is een strakke greep waar ik moeilijk uitkom. Ik spartel wat om mee heen, maar het lijkt niet te werken. Gefrustreerd ga ik met mijn voeten schoppen. Ik raak de man in zijn kruis en er komt een luid geschreeuw samen met gegrom uit de mond van de man. De man laat mij ineens los en door de onverwachte wending val ik op de grond.

Het is een kleine val, maar ik kan me niet snel genoeg herstellen of een stuk of vier mannen staan al om mij heen. Ze trekken me omhoog en houden me nog steviger vast als de man hiervoor. Ik begin in het rond te slaan en te schreeuwen.
"Iemand help me! Help me alsjeblieft" Mijn geschreeuw kwam er niet erg hard of overtuigend uit, gezien je duidelijk de angst in mijn stem kon horen. Eén van de mannen geeft me een stomp in mijn buik. Er verlaat een kreun uit mijn mond en ik verlies mijn kracht.

"Waag het niet om nog een keer te schreeuwen, of dit was niet de laatste klap." Sist één van de mannen in mijn oor. Het enigste wat ik kan doen is knikken.

Als een soort lamme pop word ik gedragen naar een zwart busje in de duinen. Hij valt amper op en het maakt me bang dat dit juist de bedoeling is. Het enigste wat ik kan doen is denken aan mijn familie en wat deze mannen mogelijk met me gaan doen. Mijn ogen worden vochtig, maar ik dwing mezelf om niet te huilen.

Bij het busje aangekomen laten twee mannen mij los om de deuren open te doen. Dit geeft mij de kans om met al mijn kracht die ik heb gespaard de andere twee mannen van mij af te duwen. Door de onverwachte beweging lukt me dat aardig. Ik begin weer te rennen, maar één man is een stuk sneller. Ik draai me abrupt om en deel een klap uit aan de man achter me. Hij strompelt wat naar achteren. Het voelde goed om dit te doen, maar het had niet veel zin want de andere mannen staan alweer om mij heen.

Ik kijk snel rond en besluit wat ik ga doen. Ik kies de kleinste man uit van de groep, die nog steeds een stuk groter is als mij, en ren op hem af om aan te vallen. Hij lijkt bang voor mij en loopt een stukje naar achteren. Ik duw hem op de grond en val boven op hem. Voor ik het zelf doorheb trek ik de muts van zijn hoofd af.

Zijn diepblauwe ogen kijken me met een blik aan die ik niet kan plaatsen. Het is dezelfde soort blik die Ash me gaf, de laatste keer dat ik hem zag. Ash... 

Ineens kan ik mijn gevoelens niet meer bedwingen en begin ik luidkeels te snikken. De tranen rollen over mijn wangen en het kan me niks schelen. Mijn leven is een hel geworden. Eerst verlies ik mijn beste vriend en nu sta ik op het punt om alles en iedereen te verliezen.

Ik laat me van de jongen afvallen en strompel wat achteruit. Ik zak in elkaar, alles wat ik net heb gegeven is voor niks geweest, het wordt me gewoon allemaal teveel. De overige mannen pakken me onderhand opnieuw met gemak op en doen alsof er niks is gebeurd. Ze brengen me terug naar het busje en ik laat me hoofd hangen om mijn tranen te verbergen. Het is hopeloos, maar ik weet niet wat ik anders kan doen.

Ik word tegen het busje aan gesmeten. Door de klap val ik bijna terug naar achteren, maar een man houdt me tegen. Hij is bezig mijn handen vast te binden met touw. Ik ben nog steeds verlamt met mijn gedachten bij Ash en doe daarom niks.

Nu de man klaar is duwt hij me naar een andere man toe die een wit doekje vast heeft. Naast hem op de grond staat een donker flesje. Nog voordat ik bij de man aankom of weg kan rennen, wordt het doekje al op mijn mond en neus gedrukt. Mijn eerste reactie is om opnieuw te schreeuwen, maar het enigste wat mijn mond verlaat is een zacht gepiep. De sterke geur vult mijn neus en ik begin zwaar te ademen. Al snel wordt alles om mij heen wazig en nog donkerder. De man voor mij begint te draaien en het laatste wat ik voel is hoe ik met een klap de grond raak.

GiftedWhere stories live. Discover now