Hoofdstuk 22

666 28 5
                                    

"Mamaaaa!" Begroette mijn dochter me enthousiast. "Hé, popje van me!" Knuffelde ik haar bijna plat. "Mama heeft jou zó vreselijk gemist!" Ze klampte haar kleine armpjes om mijn nek. "Oos mama oot emist. Papa emist." Strekte ze haar armpjes nu naar Wolfs uit. Ik gaf haar aan Wolfs die haar in het rond begon te zwieren. Ik keek met een glimlach van mijn schatjes naar Marion. "Heeft mijn popje zich een beetje gedragen?" Marion knikte vol overgave. "Jouw popje is een schatje. Dus als je ooit nog een oppas nodig hebt. Schroom je alsjeblieft niet. Wat een heerlijk kind hebben jullie. Altijd vrolijk. Altijd lief." "Ik heb het makkelijkste kind van de hele wereld. Ze is echt een geschenk uit de hemel." Ik duwde mijn verlovingsring bij Marion onder haar neus en voelde hoe ik weer begon te stralen. "Ik ga trouwen, Marion! Trouwen!! Wie had dat ooit gedacht?" Ze pakte mijn hand vast en keek vol bewondering naar de schitterende ring om mijn vinger. "Wauw, Eef. Dat is de mooiste ring die ik ooit heb gezien." Ze trok me zachtjes in een knuffel. "Gefeliciteerd, lieve schat. Ik ben zo blij voor je. Voor jullie." "Dank je wel. Ik ben zo vreselijk gelukkig." Marion liet me weer los "Ik zie het aan je. Je straalt. Hoe was het huis?" Vroeg Marion naar de reden dat ze nog een uurtje langer op Roos had gepast. Ik voelde me meteen weer enthousiast worden. "Dat was echt Prachtig! We hebben meteen een bod gedaan. Ik hoop zo dat we het rond kunnen krijgen. Ik wil graag weg uit de Ponti." Ik pakte de handen van Marion en ging snel over op een ander onderwerp. "Lieverd, zou jij mijn getuige willen zijn?" Ik zag een traan in de ooghoek van Marion. Iets wat ik nog niet eerder had gezien. Ze knikte. "Niets liever. Ik vind het een eer dat je mij vraagt, Eef." Ik veegde de traan uit haar gezicht. "Je bent als een soort moeder voor me, Marion. Ik vind het een eer dat je mijn getuige wil zijn."

Ik manoeuvreerde de kinderwagen door de veel te drukke woonboulevard. "Wáárom, Floris Wolfs, gaan wij op zaterdagmiddag in hemelsnaam naar een woonboulevard? Ik lijk wel gek ook!" Ik zag hem hoofdschuddend naar me kijken. "Wat kijk je nou? Ik ben serieus hoor, Flo. Heb je die mensenmassa hier bekeken." Hij grijnsde breed. "En of ik dat heb. Allemaal idiote Hollanders die het in hun nog idiotere hoofd hebben gehaald dat ze allemaal nú nieuwe meubels nodig hebben. Ooh en om de vraag van mijn prachtige verloofde te beantwoorden. Wij zijn hier vandaag omdat we er vanuit gaan dat we ons droomhuis krijgen. Omdat we te ongeduldig zijn om af te wachten wat de bank gaat zeggen. Omdat we weten dat het, zeker bij nieuwe meubels, weken kan duren voor ze geleverd worden. We zijn hier niet bij de IKEA hè, prinses." Tikte hij me speels op mijn neus." "Nee want mijn prins voelt zich te goed voor de IKEA." Proestte ik het uit. "Kappen hè mevrouw van Do.." Hij zag mijn gespeeld kwaadaardige blik. "Mevrouw Wolfs." Ik wou net iets zeggen toen Wolfs vrolijk op een bank af liep. "Wat een prachtige bank!" Hij ging er uitgebreid op zitten. Ik kreeg al de kriebels als ik naar dat ding keek. Ik had nog nooit zo'n afgrijselijke bank gezien. "Dit meen je toch niet serieus hè, Wolfs? Dat ding stamt af van de oertijd!" "Ligt heerlijk. Kom er ook even bij, schat." Demonstratief schudde ik mijn hoofd. "Echt niet! Dat kun je vergeten! Als jij die bank wil zoek je maar een vrouw die er samen met je op wil kruipen." Grapte ik. Wolfs ging tot mijn grote verbazing echter staan. "Goed idee." Hij begon geconcentreerd in het rond te kijken. Ik had daardoor niet meer in de gaten dat hij, nog steeds, aan het dollen was en beet op mijn lip. "Papa apje ake." Hoorde ik mijn dochter vanuit de kinderwagen brabbelen. "Papa ouwe jou." "Ja hè, Roosje? Papa houdt van mama." Hoorde ik zijn vertrouwde stem achter me. "Die bank is verschrikkelijk, Eef. Ik was je alleen maar een beetje aan het plagen. Verder kijken?" Ik knikte en stak mijn hand uit naar Wolfs. Met 1 hand aan de kinderwagen en mijn andere in die van Wolfs slenterde ik langzaam verder.

"Ooi ed! Magge Oos ebbe? Oos oot! Oos nie eer eebie!" Ik keek naar het peuterbedje, wat mijn stuiterende peuter vrolijk aanwees, en slikte mijn opkomende tranen weg. Mijn kleine popje werd veel te snel groot. Ik haalde haar uit haar wagen en legde haar op het peuterbedje neer. "Ligt het lekker, popje?" "Jaa, mama! Oos lape in oot ed! Nie in eedieant! Eedieant magge eebie ebbe!" Mijn hormonen namen de overhand. Ik vond het heel lief van Roos dat ze haar ledikantje aan haar broertje of zusje wou geven maar ik zelf kon dat niet over mijn hart verkrijgen. Roos was mijn eerstgeborene en ik wou haar ledikantje graag bewaren voor als ze zelf ooit moeder zou worden. Net als ik het ledikantje voor ukkie zou bewaren tot hij of zij een kindje zou krijgen. Of ze het dan zouden gebruiken of niet lag bij hun. Misschien was het ouderwets maar dit was iets wat ik voor mijn gevoel moest doen. Ik was blij dat Wolfs mijn gedachten leek te lezen en bij Roos neerknielde. "Wat een mooi bed, prinses! Papa schrijft de nummertjes op en als jij dan een nieuw kamertje krijgt, krijg jij dit bed." Roos klapte vrolijk in haar handjes. Wolfs zette Roos op zijn nek. "Help je papa en mama zoeken naar een mooi bedje voor de baby?" Ik zag haar vrolijk knikken.

Kritisch keek Roos naar de verschillende ledikantjes en schudde bij alles resoluut haar hoofd. Niets leek ze goed genoeg te vinden voor haar broertje of zusje. Ik sjokte langzaam achter het tweetal aan. Ik was mijn laatste beetje energie langzaam aan het verliezen. Ik was blij dat ik wat steun had aan de kinderwagen. "DIIEEE!!" Hoorde ik Roos van verre nog roepen. Wolfs tilde haar van zijn nek en legde haar in het ledikantje. "En ligt hij goed?" Wolfs begon haar te kietelen en Roos schaterde het uit. Ik voegde me weer bij het tweetal. "Is deze goed genoeg voor je broertje of zusje, popje?" "Eedieant ooi oor usje!" Ik schudde lachend mijn hoofd. Mijn dochter leek niet alleen qua uiterlijk op haar vader. Ook het meeste van haar karakter had ze van Wolfs. "Je bent echt sprekend je vader, Roos Wolfs!" Wolfs knuffelde haar. "That's my girl!" Hij keek naar mij en ik zag zijn ogen veranderen. Van opgewekt naar bezorgd. "We gaan naar huis, Eef. Je bent lijkbleek." Ik kon niet anders dan instemmend knikken. Dit trok ik niet lang meer. Op dit soort momenten was ik zo blij dat Wolfs me soms beter kende dan ik mezelf kende.


Ik weet dat Roos te goed praat voor een kind van haar leeftijd maar ik vind die interacties zo leuk om te doen! Het volgende hoofdstuk zal een keer worden geschreven vanuit Mechels. Feedback hoor ik graag. Ik wil iedereen heel erg bedanken voor alle stemmen. Alle lieve, leuke reacties!



Troubles in paradise (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now