Hoofdstuk 23

640 27 6
                                    

Dit deeltje is geschreven vanuit Mechels!

Maandagochtend. Dit zou wel nooit wennen. Al mijn werknemers stonden chagrijnig in de rij voor de automaat hopend dat ze snel een bekertje van het zwarte gloedje zouden bemachtigen. Pas dan zouden ze de dag rustig kunnen beginnen. Ik wou net een slok van mijn eigen koffie nemen toen er zacht op mijn deur werd geklopt. "Binnen." Daar stond mijn koningskoppel. "Wolfs. Van Dongen. Ga zitten." Wees ik naar de stoelen voor mijn bureau. "Wat kan ik voor jullie doen?" "Kunnen we even met u praten?" Begon Eva onzeker. Ik knikte vriendelijk naar haar. "Natuurlijk. Jullie altijd." Ik zag Eva twijfelen. Ik wist dat het niet mocht, maar ik had een vreselijk zwak voor haar. Ze deed me zo aan mezelf denken. Collega's die haar niet, goed, kennen vinden haar hard. Kil. Voor Wolfs, had niemand het ooit met haar uit gehouden. Als je het geluk hebt dat je haar vertrouwen wint merk je dat, dat harde alleen maar een schild is om zichzelf te beschermen. Mijn vrouwelijke toprechercheur had nogal een beladen verleden. "We gaan trouwen." Bracht Eva me terug op aarde. Ik wist dit natuurlijk al, Wolfs vroeg me of ik mee wou werken aan zijn aanzoek, maar dit zou ik nooit aan Eva laten blijken. "Gefeliciteerd! Ik ben oprecht heel blij voor jullie! Ik vind het heel erg fijn dat mijn koningskoppel ook in het echt zo'n gouden combinatie is. Mijn complimenten dat jullie werk en privé zo goed gescheiden kunnen houden." Ik zag Eva blozen. Met complimentjes kon ze moeilijk omgaan. "Dank u wel, mevrouw Mechels. Dank u wel dat u ons, ondanks onze relatie, nog steeds samen laat werken. Ik vertrouw Wolfs voor 200 % en zou nooit op een andere man zo kunnen vertrouwen. Ik hoef hem maar aan te kijken en ik weet wat hij bedoeld." Ik nam een slok van mijn koffie. "Dat weet ik toch. Ik zou het jou, jullie, ook nooit aan kunnen doen met een andere partner te werken. Als je over een aantal maanden met zwangerschapsverlof gaat, kan ik niet anders. Maar je krijgt van mij de garantie dat je na je verlof gewoon weer met Wolfs samen gaat werken." "Weet u al met wie hij samen gaat werken?" Had ik haar vraag al verwacht. Ze was zo bang dat ik Wolfs met een bloedmooie vrouw samen zou laten werken terwijl zij hoogzwanger thuis zat. "Ik zit er aan te denken hem een team te laten vormen met Marion, Romeo en Esmee. Voor hem vertrouwd, voor hun vertrouwd en voor jou vertrouwd. En ik weet dat dit ongewoon is, maar ik ben ongewoon. Ik ga voor die korte periode niemand nieuws hier heen halen om jou te vervangen. Jij bent namelijk niet te vervangen. En het is maar de vraag of ik iemand kan vinden die het uit zal houden met Wolfs." Grinnikte ik. "Waar wij eigenlijk voor kwamen." Was Wolfs voor het eerst aan het woord. "Eef wil zowel thuis als op het werk mijn achternaam aannemen. Nu beseffen wij dat dit erg verwarrend is dus hadden wij zelf al een oplossing bedacht." Hier hield ik van. Mijn rechercheurs dachten altijd met me mee. "Brand los, Wolfs. Ik luister." Hij pakte bemoedigend de hand van Eva vast. "We zouden het erg fijn vinden als u ons, als we getrouwd zijn, aan zou willen spreken met 'Wolfs en Eva' Eef wil niets meer met 'van Dongen' te maken hebben. Het doet haar te veel aan haar verleden denken. En als u het goed vind, zouden we op locatie 'Floris en Eva Wolfs, recherche Maastricht.' Willen gebruiken. Ze wil graag alleen Eva Wolfs heten. Zonder van Dongen. We hopen dat u dit geen probleem vind en u hiermee akkoord kunt gaan?" Wolfs deed zijn naam eer aan, kwam je aan Eva dan was hij een echte wolf in schaapskleren en liet hij niets meer van je over. Ik knikte. "Ik begrijp erg goed waarom Eva dit wil veranderen en voor mij is het geen probleem jullie voortaan met 'Wolfs en Eva' aan te spreken. Hoe jullie je op locatie voorstellen ga ik niet over. Dat is iets voor jullie zelf, maar jullie hebben ook daar mijn zegen in." Ik zag Eva een traan wegvegen en Wolfs geruststellend een kusje op haar hand geven. Hij wendde zich dankbaar tot mij. "Heel erg bedankt, mevrouw Mechels. Ik zou u graag nog iets willen vragen." Ik zag hem zenuwachtig worden. Iets wat niet vaak voor kwam bij Wolfs. Ik knikte bijna onzichtbaar dat hij me alles kon vragen. "Ik zou het een hele eer vinden als u op mijn bruiloft mijn getuige zou willen zijn." Ik viel bijna van mijn stoel. Dit was het laatste wat ik verwacht had. En hoewel ik Wolfs soms een klootzak vond, was hij goed voor de vrouw die ik, stiekem, als mijn dochter zag. Merkte je aan iedere blik, ieder gebaar, ieder woord, hoe vreselijk veel hij van die vrouw hield. En dat was de reden dat ik het besloot te doen. "Met liefde,Floris Wolfs."


Ik kan niet beloven wanneer er een nieuw deeltje komt. Mijn ideeën zijn even op. Mochten jullie een leuk idee hebben laat het gerust weten dan kijk ik of ik het in het verhaal kan verwerken! 

Troubles in paradise (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now