Hoofdstuk 31: Run b*tch, run.

13.2K 700 118
                                    

Ik kon weten dat het geen goed idee was om Viktor hier niets over te vertellen. Zeker na onze "date" en de ontmoeting met zijn ouders. Jup, ik ben officieel de slechtste persoon die ooit bestaan heeft. Hij denkt waarschijnlijk dat ik hem aan het lijntje houd. Waarom denk je dat hij nu opeens wel om je geeft? Trouwens, als hij al om je gaf, dan is die kans nu zeker verkeken. Argh, hoe kan ik zo stom zijn?! Echt... Roy gaat eraan. Hij kan het vergeten dat ik nu nog met hem op een date ga! De enige reden waarom ik er ten eerste mee in stemde, was omdat ik meer aan Blue dacht dan aan mezelf. Waar is Blue eigenlijk? Blijf gefocusd, Lou! Je bent boos! Roy vindt me niet eens leuk, hij wil gewoon Viktor lastigvallen.

Naast mijn woede, welt er nog een ander gevoel in me op. Angst. Geloof me, als je Viktor zijn uitdrukking nu zou zien, zou je ook scared as shit zijn. Alhoewel mijn woede groot is, overwint de angst het. Hierdoor doe ik iets wat de hele menselijkheid al altijd heeft gedaan en altijd zal doen. Ik ren. Ik ren ver weg van het gevaar aka Viktor. Het lijkt wel slim op dat moment, maar nu ik alleen in het bos loop, betwijfel ik of mijn idee wel zo slim was.

Toen ik wegliep, zag ik alleen nog Elise haar verbaasde gezicht. Viktor riep mijn naam nog even, maar daarna was ik al te ver weg. Hij probeerde me niet eens achterna te lopen. Waarom zou hij? Wat geeft hij erom wat er met jou gebeurd? Jij bent het die hem gekwetst heeft. Je kon dit zien aankomen.

Uitgeput ga ik op een omgevallen boom zitten. Alle andere mensen zijn waarschijnlijk al naar hun kamers. Zou ik nog bij Viktor in één kamer zitten? Hij wil vast niet meer. Eerlijk gezegd keek ik ernaar uit. Ik geef het toe, ik vind hem leuk. Maar al mijn kansen zijn verpest, dat is zeker. Als ik al kansen had. Denk niet meer aan hem, Lou. Stalker. 

Nadenkend verplaats ik zodat ik in kleermakerszit op de boomstronk zit. Ik scan de omgeving rond me. Overal bomen. Een typisch bos dus. Wat had je anders verwacht? Dat er opeens casual een aliën voorbijloopt?

Mijn ogen glazen over. Ik verzink in mijn eigen wereld. Denkend over Viktor, Roy, Katie, Elise... Iedereen die zo veel en  zo weinig voor me betekenen. Het kraken van een tak schrikt me op uit mijn gepeins. Vanachter een boom loopt een klein, schattig, zacht katje. Blue. Hij loopt dichter naar me toe en springt op mijn schoot. Hij nestelt zich direct neer op mijn dijen en snort stilletjes.

Er komt iemand naast me zitten. Degene waar ik zo tegenop zag om te zien. De persoon wiens hoofd ik soms zou kunnen inslaan, maar waar ik tegelijkertijd zoveel om geef. De persoon met de ijsblauwe, diepe ogen. De jongen die mijn sterkte en mijn zwakte is. 

"Hoi." Fluister ik, bang om de vrede in het bos te verstoren.

"Hey Prinses." Ook hij fluistert. Het voelt gewoon verkeerd om luidop te praten op deze rustig plek.

"Het spijt me, ik had het je eerder moet--" Ik kan niets meer zeggen want hij onderbreekt me.

"Je moet geen sorry zeggen. Ik weet dat je een goede reden moet hebben om met Roy op een date te willen. Ik flipte gewoon even. Het spijt míj. Ik had meer vertrouwen in je moeten hebben. Dan nog, als je met Roy op een date wil, dan heb ik daarmee niets te maken." Zijn stem klinkt zwak en gebroken. Het is bijna alsof hij... pijn heeft. Onbewust laat ik de adem ontsnappen die vast zat in mijn keel. 

"Ik wil niet op een date met Roy. Nu zeker niet meer. Het kan me niet schelen dat ik mijn belofte verbreek, hij heeft het aan zichzelf te danken. Sorry dat je er op deze manier achter moest komen." Ik pauzeer even, ik voel Viktor naast me ontspannen na mijn woorden. Zijdelings kijk ik hem aan. Hij is zo mooi, zo perfect. Mijn blik valt naar beneden. Op de boomstronk, tussen ons in, ligt zijn hand met de palm naar boven.

Heel voorzichtig breng ik mijn hand dichter naar de zijne. Bang dat hij zijn hand zal terugtrekken, leg ik mijn hand in de zijne. Ik doe het met een zacht gebaar, alsof je je hand over satijn laat glijden. Onverwachts verstrengelt hij zijn vingers in de mijne. Ik kijk nog even naar onze handen en laat mijn blik dan weer naar boven gaan. Ik vang zijn ogen in de mijne. Hij kijkt me intens aan. Zijn ogen glinsteren. Zijn ogen staan liefdevol en teder, maar ook een tikkeltje angstig. Alsof ik elk moment kan wegrennen.

The Big Bad Jerk [traag aan het editen :p)حيث تعيش القصص. اكتشف الآن