~ 17 ~

48 6 0
                                    

Ik kleed mij aan. Het is 9 uur 's ochtends. We vertrekken over een uur. Het liefst zou ik nog willen eten. Maar mijn vrijheid vind ik nu het belangrijkst. Ik trek mijn handschoenen aan en doe de bivakmuts over mijn hoofd. Ik loop naar de spiegel midden in de kamer. Het enige waar je mij aan kunt herkennen is het donkerblonde haar. De deur wordt opengedaan.

''Ik zie dat je klaar bent om te gaan.'' Zegt de man.

''Ja.''

''Volg mij.''

Ik loop hem achterna, we lopen een paar trappen naar beneden. We komen uit in een grote garage. Er staan nog meer mensen. Allemaal hetzelfde gekleed als ik. We stappen een busje in, waar we nog even doornemen wat we moeten gaan doen.

''Verandering in het plan.' Zegt een man.

''Jij,'' zegt hij tegen mij, ''jij zal vooraan lopen. Je hoeft dus niet meer helemaal alleen naar binnen te gaan. We zullen achter je lopen''

''Oké.'' Zeg ik.

Het duurt ongeveer 5 minuten voordat we bij de bank zijn. Er wordt afgeteld; ''4, 3, 2, 1, go go go go!'' We rennen het busje uit, ik vooraan. Ik duw de deur van de bank ruw open. ''Iedereen, ga op de grond liggen met je handen in de lucht!'' Mensen gehoorzamen. Het gaat allemaal best soepel. Totdat we weg willen gaan. Er staat veel politie voor de deur. 

''Gaan jullie mij nou vermoorden?'' Vraag ik angstig aan de man. '

'Ik weet het nog niet.'' Is het laatste wat hij zegt voordat de politie binnen komt stormen. 

''Ga op de grond liggen!'' Roepen er een paar. Ruw word ik op de grond gegooid. Mijn hoofd raakt hard de grond. Ik voel dat er veel bloed uit stroomt. ''Handen op je rug!'' Zeggen de politiemannen die mij op de grond hebben geduwd. Maar ik hoor dat niet meer, ik ben al buiten bewustzijn.

Door een hobbel wordt ik wakker. Ik zit achterin een politiebusje met de rest van het team en een paar politiemensen. Het enige wat ik nu wil, is vrij zijn. Even geen gedoe meer. Ik weet dat het mij veel moeite en tijd gaat kosten, om de politie te overtuigen wat er echt aan de hand is. Ik heb geen zin om mijn tijd te verdoen. Maar ik heb geen keus. Als ik ze wil overtuigen dat ik onschuldig ben, moet ik mee werken. 

Mijn hoofd doet enorm zeer. Het laatste wat ik weet is dat ik hard op de grond werd geduwd. Meer weet ik niet meer. Het busje stopt. De achterdeuren gaan open. We worden beveelt om uit het busje te gaan.

''Doe geen stomme dingen, je kan niet ontsnappen.'' Zegt een politievrouw. We worden naar binnen begeleid. Ik wordt in een verhoorkamer gezet, helemaal alleen. Ik zie mezelf in de grote spiegel tegenover mij. Heel mijn gezicht zit onder het bloed. 

Al zuchtend probeer ik comfortabel in de stoel te zitten. Ik kijk rond, de kamer is niet super groot, ongeveer 5 bij 5 meter. De vloer is grijs en het plafond en de muren zijn wit. In het midden staat een tafel waar twee stoelen aan staan.

''Wie hebben we hier?'' Zegt een man die binnen komt lopen.

''Wil je mijn naam weten?'' Vraag ik.

''Ja, dat zou handig zijn.''

''Zoëy.''

''Achternaam?''

''Van der Meulen''

''Dat klinkt niet Engels.''

''Nee, ik ben Nederlands.''

''Ok, dat had ik niet verwacht. Hoe oud ben je?''

''Zestien.''

''Heb je ouders die we kunnen bellen?''

''Nee.''

''Iedereen heeft ouders.'' Zegt hij.

''Behalve ik! Iemand heeft ze vermoord. Dus nee, ik heb geen ouders.''

''Oh, sorry. Ik wist dat niet.''

''Het is oké.''

''Waarom heb je de bank beroofd? Je bent nog zo jong.''

''Het is een lang verhaal.''

''We hebben alle tijd van de wereld.''

''Oké, maar voordat ik je heel het verhaal ga vertellen, moet ik je een vraag stellen.''

''Wat is het?''

''Heb je gehoord van het meisje in Nederland dat was ontvoerd?'' Vraag ik.

''Ja, iedereen was naar haar op zoek.''

''Ik ben dat meisje.''

''Nee, dat ben je niet.''

''Jawel.''

''Damn.'' Zegt hij.

''Ik weet het.''

''Zou je dan nu kunnen uitleggen wat er allemaal is gebeurd?''

Ik begin alles uit te leggen, van begin tot eind. Ik denk dat het wel een uur heeft geduurd voordat hij alles snapte.

''Dus,' zegt hij, ''je wilde gewoon vrij zijn. Je was namelijk al ontvoerd voor een lange tijd, je wilde gewoon naar huis gaan zonder moeilijkheden?''

''Ja, ookal heb ik geen huis. Dat is een probleem dat ik later op moet lossen.''

''Oké. Ik zal met een collega van mij, over de situatie praten.''

''Dank je.'' Zeg ik.

''Jij bedankt voor je medewerking.''

Hij loopt de verhoorkamer uit en laat mij achter. Ik merk dat het niet goed gaat met de wond op mijn hoofd. Is begint weer te bloeden. Het bloed druipt van mijn neus af. ''Hallo? Is er iemand daar? Ik moet naar een dokter!'' Dezelfde man komt weer binnen rennen.

''Oh god, wat is er gebeurd?''

''Het is weer begonnen met bloeden.''

''Ik zal iemand halen.'' Hij rent weer snel weg. Ik begin the wankelen. Ik kan mijn evenwicht niet bewaren. Ik begin licht te voelen in mijn hoofd. De deur slaat weer open. Een vrouw snelt naar mij toe. Ik ben al buiten bewustzijn. 

Gone Girl 1&2 [ Dutch ]Donde viven las historias. Descúbrelo ahora