Hoofdstuk 2

3.3K 129 37
                                    

'Ze wordt wakker,' Gedempte stemmen vullen mijn oren. Met moeite open ik mijn ogen. Ben ik dood?

Een vijftal gezichten buigen zich om me heen. Geschrokken ga ik rechtop zitten. 'Laat haar, ze heeft rust nodig!' De kinderen verdwijnen, zo gauw als ze gekomen zijn. Een jongen, waarschijnlijk iets ouder dan dat ik ben, komt op me aflopen. Zijn blonde half geschoren haar valt een licht over zijn rechteroog. 'Hoe voel je je?' Mijn hand reikt naar mijn hoofd. Geen hoofdwond te bespeuren, gelukkig. 'I-ik voel me prima, alleen een beetje vermoeid,' breng ik uit. Als hij glimlacht vormt er een kuiltje in zijn wang. 'Mooi. Ik ben Aeolus, zoon van Apollo,'
Ik kan het niet laten een kleine grinnik uit te brengen. 'Jazeker, en ik ben de dochter van Walter Elliot Disney,'
Met gefronste wenkbrauwen kijkt hij me aan. Wat, het denk toch niet dat hij afstamt van een of andere verzonnen Griekse God? Dat klinkt belachelijk. Net zo belachelijk als dat ik altijd al geïntrigeerd ben geweest met de Griekse mythologie en weet dat Apollo onder andere god van de geneeskunde is.

Aeolus wil hoofdschuddend de kamer verlaten. Net bij de deur houd ik hem tegen. 'Denk maar niet dat je geld voor me krijgt,' Verbaasd kijkt hij op. 'Geld?'

'Ja, aangezien je me gekidnapt hebt lijkt het me logisch dat je iets van me wil,' Hij kijkt even bedenkelijk voordat hij antwoord.
'We hebben je eerder gered,' Met deze woorden sluit hij de deur achter zich. Dit geeft me de tijd de ruimte om mij heen te observeren, voor het geval ik hier moet ontsnappen. Een aantal bedden naast -en tegenover mij zijn opgesteld. In een aantal liggen mensen, die door vrouwen en mannen verpleegd worden. De muren zijn gemaakt van glas, waardoor je direct uitzicht hebt op buiten. Het gras staat vredig te dansen onder het waterige zonnetje. Het ziet ernaar uit dat ik in de ziekenboeg lig. Dat zouden ontvoerders zeker niet doen...toch?

'Goedemorgen. Mag ik vragen hoe je heet?' Ik kijk verschrikt op. Naast me staat een Centaurs. Hij lijkt op de persoon die ik dezelfde middag in het voertuig heb zien liggen, alleen dan met een aantal grijze plukken haar. Ik moet mijn hoofd wel heel hard gestoten hebben, wil ik dit alles geloven.

'Nou, ik ben Delia. Mag ik vragen wat dit poppenspel te betekenen heeft,' De bruine ogen van de man staan vriendelijk. Een stuk vriendelijker dan de personen die mij ontvoerden. 'Eigenwijs, ik mag jou wel. Welkom in het Parassnus-Kamp, een verscholen dorp aan de rand van de Parassnusberg. Ik ben Chiron,' Meteen flitsen mijn gedachten naar een óh-zo-bekende film. Het lijkt alsof deze naam nooit buiten de verhalen over de Griekse Goden gelaten kan worden. Logisch, als je je bedenkt dat Chiron een van de "vredige" Centaurs is. 'En nee, vergelijk hem maar niet met de beheerste man uit alle verhalen,' Een bijdehand jongetje steekt zijn hoofd door de wasmand waar hij zich achter verstopte. Nadat hij een flinke ademteug genomen heeft, vervolgt Chiron serieus zijn verhaal

'Om maar meteen met de deur in huis te vallen, je bent hier niet zonder reden,' Raadsels, serieus? Mijn hele tocht tot nu toe is een raadsel en ik heb er nog geen één op kunnen lossen. 'Vertel me waarom ik hier ben dan,' mijn geduld begint langzamerhand op te raken. Als hij niet snel verteld waarom zijn kont op die van een paard lijkt, gooi ik serieus waar die antieke vaas aan diggelen tegen een van die glazen muren.

'Je bent een demigod. De reden dat je hier bent is nog onduidelijk. Net zo onduidelijk als de afkomst van een van je ouders.' Vlug slik ik een brok in mijn keel weg.
Mijn ouders, Michael en Sarah. We waren op weg naar Spanje, toen mijn vader geen controle meer had over het stuur. De oorzaak was het ijs op de weg, beweerde de politieagenten later, al weet ik dat de weg sneeuwvrij was op dat moment. Op  mysterieuze wijze ben ik met mijn hoofd tegen een van de airbags gevallen, waardoor ik zonder verdere verwondingen vanaf ben gekomen. Voor mijn ouders liep het anders af...
Ik wrijf zachtjes over mijn kettinkje met het zilveren ster.

'Je échte ouders,' verduidelijkt hij, alsof hij mijn gedachten kan lezen.

Oké, keep calm. Laat die prachtig antieke vaas staan.

Mijn gebalde handen zijn wit van de spanning. Mijn blauw gelakte nagels boren zich in mijn vel. Adem in, adem uit, adem....

----------------------------------------------
Mededelingen zijn saai, ik weet het. Ook zal ½ van jullie dit misschien niet meer (willen) lezen, maar toch zeg ik het even: Heel-erg-bedankt-voor-alle-stemmen-en-reacties-die-jullie-achterlaten!

Laat vooral reacties achter, stem als je het leuk vindt en tot slot is het ook mogelijk om dit verhaal te delen en in je leeslijst te zetten!

Xx StoryWriterLarissa

Daughter of the unknown [Dutch/Nederlands]✔️Where stories live. Discover now