Hoofdstuk 12

1.7K 72 7
                                    

Haar haren zijn door de kussens statisch en staan daarom ook recht overeind. Best een grappig gezicht, als je het mij vraagt.

'Ik heb het al miljoenen keren gevraagd, maar wat bekokstoven jullie twee?' Glunderend kijken ze elkaar aan.

'Nou, dat boek waar ik een stuk uit gescheurd heb..,' begint ze. Als ze nu gaat beginnen over de rekening, ben ik snel klaar. Ik heb geen geld mee kunnen nemen, dus meebetalen gaat het niet worden. 'Wat als de Goden informatie apart houden en we door de Golden Gate moeten gaan om de verlaten bibliotheek eens te moeten onderzoeken,' Oh-my... wat voel ik me nu dom. Dat we daar niet eerder aan dachten! 'Wat is het plan, C?' Ik stel de vraag expliciet aan haar, omdat zij de persoon van de plannen is. Helena is meer...hoe omschrijf ik dat....impulsief.

Het is middernacht. We hebben besloten om 2.30 bij elkaar te komen, wanneer de rest slaapt. Ik heb sinds het bespreken van het plan geen oog dichtgedaan. Het is dan ook een ontzettend moeilijke kwestie. Als wij gesnapt worden, kunnen we van deze grond verbannen worden. Met Xenion als supervisor in de stad lijkt het me een riskant plan. De klok slaat door. Seconde voor seconde tikt voorbij. Om 2.13 houd ik het niet langer. Onrustig sta ik op en doe het licht aan. Kreunend gooit Helena een kussen in mijn richting. Als ook Chloe met bij elkaar geknepen ogen opstaat, begint Helena weer te bewegen. Ze rolt zichzelf op in de deken, waardoor ze eruit iet als een opgerolde sandwich. Als ze zich wéér om wil draaien, word ik geïrriteerd. Ik geef haar een klein zetje, waar ze behoorlijk van schrikt. 'Nee!' roept ze, met grote angstige ogen. De sushirol kreeg een iets te harde stoot, waardoor ze haar evenwicht verloor. Jammerend ligt ze op de grond en gooit ze me een aantal scheldwoorden toe.

Na een uur zijn we eindelijk klaar om te vertrekken. 'Onthoud, we moeten om 6.14 stipt weer terug zijn, wanneer de zon opkomt. Ik wil echt niet in problemen komen,' Helena en ik schudden instemmend. 'Jullie hoeven niet mee hoor. Ik begrijp als je je opleiding en dergelijke niet voor mij aan de kant zet,' Chloe kijkt me met haar kleine glinsterende oogjes aan. 'Tuurlijk gaan we mee. Een voor allen, allen voor een!' Vrolijk kijkt ze me aan voordat ze haar hand op de mijne legt. 'En ik ga mee, omdat ik wil wel weten wat de wereld hierbuiten te bieden heeft,' voegt Helena er laconiek aan toe. Dan legt ook zij een hand op die van ons.

De kou slaat tegen mijn gezicht. Even mis ik de warme dekens om mij heen. Twee shirts over elkaar heen helpen niet tegen de ijzige wind, die er dwars doorheen gaat. Ook lijken Helena en Chloe moeite te hebben met de temperatuur deze nacht. De bladeren vliegen onrustig alle willekeurige richtingen mogelijk in. Na een oneindig lange weg lopen naderen we de poort. In het licht van de maan zien de poorten er verwaarloost uit, waarvan geen een goud is. 'We moeten kiezen. Een van deze poorten is de juiste,' Ze wijst behendig met haar "wandelstokje' naar de vier poorten. 'We mogen maar één enkele keer kiezen. Eén zal ons leiden naar de juiste bestemming. De andere poorten zijn zilver, krokuspaars en zeegroen,' Geritsel laat me opschrikken uit mijn gedachten. Waarschuwend zwaai ik met de zaklamp in de juiste richting. De zaklamp is bedekt met een viezige, kleverige stof. De anderen lijken het niet te merken en blijven naar de poorten kijken. Een gestalte is in het donkere gebied kijkt me aan. De persoon zijn ogen zijn felgroen. 'Meiden...,' Ik reik achter me om ze aan te tikken, terwijl ik de persoon in de gaten houd. Ik voel een stof en trek daaraan, voordat ik me omdraai....

Ik zie iets staan, maar niet de twee die ik verwacht had. Van schrik trek ik mijn hand terug, die met harsvloeistof bedekt is. Een aantal veren kleven aan mijn handen vast.
De Griffioen kijkt me onderzoekend aan, niet merkend dat ze net een paar veren verloren is. Ze ziet er klein uit vergeleken met de platen die ik in boeken gelezen heb. Het zal vast een jong zijn. Met zijn snavel hengelt hij naar mijn tas, die met voedsel gevuld is. Behoedzaam zet ik een stap naar achteren. Ik zie Chloe en Helena alert verscholen achter een rotsblok zitten. Met handgebaren wijzen ze naar de plek achter mij. Nu een grote schaduw over mij heen buigt realiseer ik me wat er achter mij staat. Het beest is circa vijf keer groter dan het onschuldige vogeltje voor me (als je 1.80 meter nog een vogeltje mag noemen).
Ik zet een stap naar de kleinere versie van de Griffioen. De grote vogel kijkt me met haar kop schuddend aan. Dan krijst ze schel en vliegt ze een aantal meter de lucht in. 'Ooh, nee...,' Mijn trillende handen houd ik voor me terwijl ik meer stappen de tegenovergestelde richting in ga. Het lijkt alsof ik haar alleen maar bozer maak. Ik begrijp dat ik beter niet bij het jong kan gaan staan, maar zodra ik een stap in de andere richting zet word ik vermorzelt. Letterlijk.

'Het was gezellig, maar het is tijd om te gaan,' zeg ik voordat ik het op een lopen zet. Ik ren naar het dichtstbijzijnde struikje en laat me er gemakkelijk in vallen. De Griffioen lijkt enigszins te kalmeren. Toch blijft ze om zich heen kijken, wachtend.

Hoe red ik mijzelf uit deze onmogelijke situatie? Alle poorten zijn hetzelfde. Ik realiseer me dat ik het struikje naast de poorten "gekozen" heb om in te kamperen... Mijn vinger haal ik over het viezige ijzer. Een paarse gloed komt tevoorschijn. Mijn hoofd breng ik dichter naar de plek om te kijken of ik het me inbeeld. Maar nee hoor, het is echt paars.
Het defecte lichtje in mijn hoofd begint te gloeien. De meiden kijken vanaf de rots vreemd naar mij, wanneer ik begin te glimlachen. Ik gebaar ze me te volgen op mijn teken. Mijn hartslag gaat zo snel dat het lijkt alsof mijn hart het elk moment kan begeven. Mijn trillende handen wrijf ik over elkaar en maak ze een klein beetje nat met het water uit mijn tas. Nog een laatste keer kijk ik naar de twee, wetend dat zij de aandacht op mij vestigen. Dan knik ik met mijn hoofd...

Mijn benen lijken gestopt te zijn met trillen. De adrenaline kan eindelijk positief gebruikt worden. Mijn handen gaan over elke poort, om zo iets van de stof weg te halen. Als ik bij de 3epoort aangekomen ben maakt mijn hart een sprongetje van blijdschap. Goud. De vogel, die compleet afgeleid is door het onverwachte "bezoek", let niet op. Zonder aarzeling duw ik de massieve poort open. Een helder licht komt mij tegemoet.
'Kom!' roep ik Chloe en Helena toe. Vlug rennen zij, blindelings vertrouwend op mij, door de poort. De vogels hebben het beiden opgemerkt en komen op mij afgerend. Een enorm net wordt over ze heen gesmeten. 'Graag gedaan!' Een jongen met rood glanzend haar kijkt me aan. Zijn donkere ogen observeren mij. Hij heeft zich opvallend gekleed. Hij draagt een legergroene broek met leren jack. Ik kan het niet helpen en staar een aantal seconden roerloos hem aan. Een ander persoon staat achter hem, waarvan ik de contouren niet kan zien. Ik bedenkt me geen moment en ren door de gouden poort.

'Dat ging beter dan verwacht,' meldt Helena, terwijl ze haar kleding afklopt. Haar haren staan door de harde wind alle kanten op. Ook Chloe ziet er verwaaid uit. 'Dus, vertel eens hoe je zo zeker wist dat het deze poort was?' vraagt Chloe sceptisch. Om ons heen ziet het er uitgestorven uit. In elkaar gestorte gebouwen en verdorde planten zijn het enige dat aanwezig is. Vlug leg ik ze mijn plan uit, samen met de ongewone verassing van het andere persoon. 'En hij stond voor je toen je de poort inliep?' Ongemakkelijk kijk ik heen en weer. Ik weet niet wat ze met die vraag wil bereiken. Al weet ik zelf niet of ikzelf wil dat zij dé vraag stelt. Lekker ingewikkeld hè?
'Dan kunnen ze ons door de poort volgen, Del,' De poort achter ons begint feller te schijnen. 'Kom, we moeten hier weg!' Chloe trekt me mee het eerste beste gebouw in. Ook Helena volgt haar voorbeeld...
---------------
Was het :)
Lekker lang deze keer, like en reageer als je het leuk vond of nog opmerkingen hebt!

Xx L.

Daughter of the unknown [Dutch/Nederlands]✔️Where stories live. Discover now