1.

1K 31 6
                                    

'Leyla, ey Leyla, anne wordt boos. Snel wordt wakker.' Ik open mijn ogen, pff het is ochtend. 2 seconde geleden deed ik mijn ogen dicht en nu is het maandagochtend! Ik draai me om, in de deuropening staat Alper abi, mijn broer. 'Tamam is goed.' Zeg ik. En hij loopt mijn kamer uit. Ik draai me weer om en staar naar mijn plafon. Ik zoek motivatie om op te staan, maar kan niet echt iets vinden. Oh ja wacht als ik niet heel snel op sta komt mijn moeder naar boven, dat is genoeg motivatie en ik sta meteen op. Ik loop naar de badkamer en was mijn gezicht. Pff gekke puisten op mijn voorhoofd, wat is dit. Ik loop weer naar mijn kamer en doe mijn kleren die ik de avond van tevoren had klaargezet aan. Ik die een donkerblauwe spijkerbroek met een lichtgroene blouse aan. Ik doe ook nog een horloge en een ketting om. Ik ren dan snel naar beneden. 'Hehe, ik dacht dat je nooit zou komen, goedemorgen.' Zegt mijn moeder. Ze heeft al mijn broodjes gemaakt. Ik glimlach. 'Dankjewel.' Zeg ik. En terwijl ik eet probeer ik op mn tellie te kijken. 'Telefon weg!' Roept mijn moeder zodra ze het ziet. Mijn moeder wordt echt panisch als ze telefoon ziet tijdens het eten. 'Sorry anne.' Zeg ik en ik leg mijn telefoon neer en eet verder.

Na het eten ga ik weer naar boven om makeup op te doen. Ik doe een beetje makeup op mijn puistjes en doe highliter, mascara en bruine oogschaduw op. Ik borstel mijn haar door en ik check mijn telefoon, oooh shit ik moet nu echt weg. En terwijl ik half mijn tanden zit te poetsen pak ik mijn tas. Ik ren naar beneden en roep: 'doei anne!' En ze roept terug:' dag schatje, let goed op in de lessen!' Ik doe de deur dicht en pak mijn fiets.

En dat is hoe mijn ochtend eruitziet.
Op de fiets fiets ik gewoon rustig met mn muziek, totdat ik opeens de hele tijd iemand achter me hoor bellen, net als ik me wil omdraaien, halen ze me in. 'Ey mooi meisje.' Zegt een van de twee. Het zijn twee jongens, ze zien er eng uit man, dit is niet goed. Ik krijg stress, wat moet ik doen? 'Ga weg.' Zeg ik en ik fiets snel verder. 'Dan niet! Je was toch lelijk.' Schreeuwen ze achter me. Pff rare mensen man, op school aangekomen zie ik Nisa. Ik loop snel naar haar toe en vertek haar wat er is gebeurd.
'Kafana takma.' Zegt ze. 'Het zijn mensen zonder toekomst, als je ze ooit weer ziet meteen je broer bellen, tamam mi?'  'Isgoed mama.' Zeg ik.
En lachend lopen we naar ons lokaal.

Heyy allemaal, ik weet dit hoofddstuk is echt saai, maar is nog beetje inkomertje haha. Wordt nog wel spannend...

Vergeet niet te stemmen!

Turkse Leyla Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu