Hoofdstuk 18

642 12 0
                                    

POV Hayley

Als ik weer recht sta zie ik wie het is................ Noah.
"Omg!"
"Hey kleine meid."
"Ik heb je gemist," zeg ik terwijl ik hem een knuffel geef.
"Ik jou ook. Het is lang geleden dat ik je heb gezien."
"Ja dat zeker."
Ik draai me om en zie 10 ogen mij aankijken.
"O sorry. Jongens dit is Noah. Noah dit zijn mijn beste vrienden. Dit is Amy, Liz, Mex, Dean en Aiden," zeg ik wijzend als ik ze voorstel.
"Hoi allemaal."
"Hallo Noah," zegt Amy anders dan normaal.
Heb ik iets verkeerds gedaan ofzo?

"We waren op weg naar het strand om te eten."
"Ik ook."
"Nou loop je mee?" vraag ik aan Noah.
Ik zie hem knikken. Ik spring op zijn rug omdat ik te lui ben om te lopen. Hij lacht alleen maar als reactie dat ik op zijn rug spring. Als ik rond kijk zie ik dat Mex, Dean, Liz en Amy druk in gesprek zijn met Aiden. Geen idee waar over het gaat. Eenmaal bij het strand aangekomen, ga ik weer van Noah's rug af.
"Ik ga naar mijn vrienden toe. Ik zie je nog wel weer kleine meid."
"Is goed," zeg ik terwijl ik hem nog een knuffel geef.

Als ik hem zie zitten bij zijn vrienden, ga ik ook maar eens op zoek naar waar mijn vrienden zitten. Ik kijk rond en uiteindelijk zie ik ze zitten. Eerst ga ik snel even wat eten halen en daarna ga ik zitten. Als ik langs Aiden ga zitten, schenkt hij mij geen aandacht en gaat verder in gesprek met de rest. Ze gaan natuurlijk ook eten halen en komen al snel weer terug. Wanneer ik begin te praten zegt Aiden niet heel veel en kijkt hij een beetje op zijn telefoon. Wat is er toch aan de hand met iedereen vandaag. Ik wist niet dat jongens ook ongesteld konden worden.

POV Aiden

Als ik Hayley het huisje uit zie komen, wil ik naar haar toe lopen. Al snel zie ik dat ze gaat vallen en probeer zo snel als ik kan bij haar te zijn zodat ze niet valt. Net voordat ik haar kan pakken, zie ik dat een andere jongen mij al voor is. Ik hoor Hayley iets roepen en daarna geeft hem een knuffel. Wie is die jongen in vredesnaam. Als ze klaar zijn met praten stelt Hayley hem voor. Zijn naam is Noah. Het boeit me eigenlijk niet zo heel veel. Als we aan willen lopen naar het strand zie ik dat Hayley bij hem op de rug springt, raar. Normaal doet ze dat altijd bij mij. Maar goed ondertussen dat we naar het strand lopen heb ik een gesprek met Mex, Dean, Liz en Amy.
"Uhm wie is die Noah eigenlijk," vraag ik.
"Geen idee. Zelfs Amy en ik weten het niet," zegt Liz.
"Ow Oke."
"Is hier iemand jaloers," zegt Amy.
"Née."
"Echt wel," zeggen Mex en Dean tegelijkertijd.
Ik geef ze een dodelijke blik, waardoor ze moeten lachen. Ik lach uiteindelijk zelf ook. Ik jaloers nee joh, denk ik.

Eenmaal aangekomen bij het strand zie ik dat Hayley van Noah zijn rug af gaat en afscheid neemt. Ik heb niet zo veel zin om er naar te kijken en ga alvast een plek zoeken, de rest volgt mij. Als Hayley aankomt met eten gaat ze zitten. We zijn in gesprek en ik besteed gewoon even geen aandacht aan haar. Ondertussen gaan we ook allemaal even eten halen. Als we terug zijn begint Hayley te praten, ze heeft nog niet gezegd wie Noah is dus ik zeg niet veel. Ik kijk vooral veel op mijn telefoon.

Eenmaal klaar met eten, gaan we weer terug naar de huisjes.
"Dus in welk huisje gaan we nu chillen?" vraagt Mex.
"Onze!" roept Amy.
We lopen met zijn alle de meisjes hun huisje binnen en lopen meteen door naar het woonkamertje. Ik ga op de bank zitten en Mex en Amy volgen mij voorbeeld. Dean gaat op de stoel zitten en Liz kruipt op zijn schoot. Die twee krijgen echt nog wat hoor, ik zeg sowieso binnen een week. Hetzelfde geld trouwens voor Mex en Amy maar goed. Ik zie dat Hayley weer te laat is zoals altijd en op de grond moet zitten. Ik weet nu echt niet wat ik moet doen. Normaal zou ik haar wel op mijn schoot trekken, maar van de ene kant ben ik boos op haar. Nee ik ben niet boos, geen idee wat er nu allemaal in mij omgaat.

Ik sta op en ze kijken me alle 5 aan.
"Hayley je kan hier zitten. Ik ga terug naar ons huisje," zeg ik.
"Wat ga je daar doen?" vraagt Hayley.
"Ow gewoon. Dingen."
Ze kijkt me raar aan maar knikt dan. Ik zeg gedag en loop hun huisje uit. Ik open de deur van ons huisje en loop naar binnen. Ik denk dat ik weet wat het is. Ik ben wel jaloers, maar dat is raar ik ben niet eens verliefd op haar. Bovendien ben ik ook nog nooit jaloers geweest. Ik laat het maar zo, het gaat vast wel over. Waarom zou ik jaloers moeten zijn, we hebben niet eens iets.

~Camp With The Popular Boy~Where stories live. Discover now