Deel 1♡

630 21 24
                                    

Pov Emma
"Sophie!" Klinkt er uit de verte. Er zwaait een hand voor mijn gezicht. Verbaasd kijk ik op. "How comes that you never listen to your own name." Lacht Naomi.

Omdat mijn naam niet Sophie is..

Een geluidloze lach verlaat mijn mond. "Sorry, I'm east Indian deaf."

"You're what?" Vraagt Naomi verward, bij het horen van deze slechte vertaling.

Je kunt spreekwoorden natuurlijk niet letterlijk vertalen. "Never mind. What's up?"

"We're done." Zegt ze. "Shall I give you a ride home?"

"No, thanks." Antwoord ik met een glimlach. "I love to walk home."

"You're so Dutch." Lacht ze. "I'll see you tommorow."

Een zucht ontsnapt uit mijn mond. Ik haat werken. "Alright, bye!" Ik zwaai haar uit en loop zelf de andere kant op.

Het Amerikaanse dorpje waar we wonen is rustig. De straten zijn bijna altijd stil en leeg. En het belangrijkste, niemand kan ons hier vinden. Zeker niet nu ik mijn naam heb veranderd. Vanaf nu heet ik, Sophie Smith. Héél origineel, kuch.

De regen tikt zacht op mijn blote armen. Ondanks de regen is het nog warm buiten. De warme wind waait door mijn haar. Het zorgt voor een relax en ontspannen gevoel.

Met een hoge snelheid raast er een voertuig langs me. Mijn hart maakt een sprong van schrik. Jeez, ooit gehoord van een snelheidslimiet? Idioot.

Door de schrik heb ik niet door dat het busje een stukje verderop is gestopt. Pas wanneer er iemand uit stapt en met een klap de deur dicht gooit, zie ik het voertuig. In de verte zie ik hoe er een gedaante mijn kant op komt lopen.

Abrubt blijf ik staan. Ik kan niet zien wie het is, in deze donkere nacht. Wat ik wel kan zien, is dat hij me aankijkt. Niet op de manier dat hij me checkt maar hij kijkt me recht in mijn ogen aan. Dat doe je niet bij een vreemde, dat is raar. Ook valt zijn zwarte kleding en lange mouwen me op. Mijn ogen blijven hangen bij zijn handschoenen. Mensen met handschoenen zijn niet te vertrouwen, zeker in de zomer niet.

Ik draai me met een ruk om. Zonder na te denken sprint ik weg. Noem me maar paranoide, maar ik neem geen risico's meer. Better safe than sorry.

Harde voetstappen klinken in mijn oren. Mijn hart klopt hevig. Fuck, niet weer.

Mijn zicht is wazig door de tranen die zich voor mijn ogen vormen. Om deze reden heb ik ook niet door dat er iemand staat. Met een knal bots ik tegen diegene op.

"Help." Zeg ik gehaast.

Zijn handen pakken me, zonder iets te zeggen, vast. Ik voel zijn handschoenen op mijn blote huid. Wie draagt er handschoenen in de zomer? Juist, iemand die geen vingerafdrukken wil achterlaten.

Mijn blik schiet omhoog. Er staat een blonde man, zijn gezicht kan ik niet heel goed zien. Een naar gevoel bekruipt me. Ik probeer me los rukken maar het helpt niet. Zijn hand omklemt mijn arm nog steviger en hij duwt me een kant op. De kant waar de andere ook man is.

"Nee," zeg ik. "Laat me gaan!" Ik trek hevig aan mijn arm. De man slaakt een geïrriteerde zucht, alsof hij hier geen zin in heeft. Nou, newsflash, ik ook niet. Hij slaat een arm om mijn middel en trekt me mee.

Tranen rollen over mijn wangen. "Laat me los, klootzak!" Roep ik. Opeens bedenk ik me dat we in Amerika zijn. Hij verstaat natuurlijk geen Nederlands.

"Let me go!" In plaats van dat hij luistert en me los laat, loopt hij met het zelfde tempo stug door, richting het busje verderop. Wat had ik dan verwacht? Dat hij me gelijk los zou laten en me nog zou uitzwaaien? Verwacht? Nee. Gehoopt? Ja.

Als hij even zou stoppen met lopen dan kan ik nadenken. Ik ga achteloos over op plan B, gillen. Mijn gil is zo luid dat ik er zelf van schrik. De man schrikt duidelijk ook en laat me met een klap vallen.

Hij herpakt zich echter sneller dan ik en nog voor ik op kan springen grijpt hij me vast. Hij trekt me met een brute kracht omhoog. De sterkte van zijn armen maken me vanhopig.

"Help!" Roep ik wanhopig. De angst in mijn lichaam wordt me bijna te veel.

Zijn hand dempt mijn verdere gegil. Hoe dichter we bij het busje komen, hoe meer ik in paniek raak. Ik sla en schop wild om me heen maar niks helpt.

"Jezus, zeg. Ze geeft niet zomaar op."

De andere man naast het busje lacht. Heel even stop ik met tegenstribbelen. Ze spreken Nederlands? Wie zijn deze gasten? Ken ik ze?

"Klaar om te gaan, mopje?"

Ik schud wild mijn hoofd en roep "Nee!" Maar door zijn hand hoor je alleen een vaag gemurmel.

"Wat zei ze? Was dat een 'ja'?"

De blonde man lacht. "Volgensmij, wel. Lets go." Hij gooit me letterlijk het busje in en loopt zelf weg.

De eerste man stapt het busje in, sluit de deur achter zich en klikt het in een vergrendeling. Hij draait zich naar me toe.

Ik, die nog steeds op de grond zit, kruip naar achter.

"Wat is er, moppie?"

Zijn accent.. Ik herken het.

Hij pakt iets uit een tasje en staat in een paar stappen voor me. Mijn ogen flitsen naar het doekje in zijn handen.

"Nee." Zeg ik. "Niet doen. Please, weet je hoe gevaarlijk dat is?" De tranen blijven maar uit mijn ogen stromen. Ik ben onwijs bang, en het feit dat deze twee mannen Nederlands spreken, maakt het niet beter.

De man zit ondertussen al voor me gehurkt. Hij lijkt mijn wanhoop erg leuk te vinden.

"Doe dit niet. I-Ik zal rustig zijn. Ik zal doen wat je zegt. Please." Smeek ik hem. Ik wil níet naar een tweede locatie vervoerd worden.

De man kijkt me met een valse grijns aan. "Wil je nog wat zeggen voor je gaat slapen?"

Ik schud mijn hoofd. "Nee, rot o-"

Midden in mijn zin duwt hij het doekje over mijn mond en neus. Omdat ik midden in mijn zin was, hap ik gelijk naar lucht, waardoor ik veel inadem. Een scherpe geur snijdt in mijn luchtwegen en longen. Ondanks dat ik het tegen probeer te gaan, voel ik mijn hoofd licht worden. Mijn angst neemt raar genoeg af.

"Droom zacht, Doornroosje."

Ik kijk hem boos aan. Met alle kracht die ik in me heb probeer ik op te staan. Maar hoe erg ik het ook probeer, het lukt niet. Ik ben te moe. En voor ik het weet heeft het duister al gewonnen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Oops i did it again, sorry Emma..


Ps. Langzame updates, wees geduldig♡♡

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu