Deel 42♡

352 13 3
                                    

Pov Emma
Tik. Tik. Kreunend draai ik me op mijn zij. Tik. Tik. Mijn mond is droog en mijn hoofd doet pijn. Tik. Tik. Regen klettert hard tegen het raam. Ik luister naar het rustgevende geluid, maar ergens klopt er iets niet. Waarom komt het geluid van links, als het raam rechts zit?

Voor het eerst openen mijn ogen zich. Het duurt een tijdje voor ik het me besef. Alles in de kamer staat in spiegelbeeld. Dit is niet Enzo zijn kamer. Wie zijn kamer is dit dan wel?

Ik probeer mezelf overeind te duwen, maar mijn armen zakken weer in elkaar. Het lijkt alsof er geen kracht in mijn armen zit.

Ik sluit mijn ogen weer. Nog vijf minuutjes. Langzaam dommel ik weer weg. Een zuchtje wind glijdt over mijn huid. Kippenvel verspreidt zich over mijn lichaam. Waarom is het hier zo koud?

Voor een tweede keer open ik mijn ogen. Nu pas zie ik waarom het zo koud is. Mijn hartslag schiet omhoog. Ademen lijkt plots een stuk lastiger. Waar is mijn shirt?

Mijn ogen zoeken de kamer af. Op de grond naast het bed vinden ze het zwarte lapje stof. Met alle kracht die ik in me heb beweeg ik mijn arm. Ik kan er net bij zonder uit te hoeven stappen.

Kramp schiet in mijn lichaam terwijl ik het shirt aan trek. Waarom was deze uit? Heb ik dat gedaan? Ik trek de deken van mijn lichaam af. Een opluchting overvalt me wanneer ik zie dat mijn spijkerbroek nog wel aan is.

Ik blijf overeind zitten. Er schiet een flits van herkenning door me heen. Deze kamer. Ik ken deze kamer. Ik ben hier eerder geweest. Mijn hart bonkt hard. De donkerblauwe muur. Het schilderij van Al Pacino. De tijdschriften die op het bureau gegooid zijn. Wesley. Dit is Welsey zijn kamer.

Angstig gooi ik mijn benen over de rand van het bed. Ik duw mezelf omhoog. Bijna gelijk zak ik weer naar beneden. Ik zie hoe ik op de grond af raas. Met een luide bonk beland ik op de grond. Het kan niet missen dat ze dit beneden ook hebben gehoord.

Ik duw mezelf omhoog zodat ik zit, maar staan lukt nog niet. Hoewel de kracht in mijn benen langzaam terug komt, krijg ik mezelf niet omhoog. Wat heeft Enzo gedaan?

"Goedemiddag."

Geschrokken kijk ik op. Wesley kijkt me met een vieze grijns aan.

Mijn ogen worden groot. Ik wist dat dit Wesley zijn kamer was, maar alsnog komt deze bevestiging aan als een shock.

"Wat is er gebeurd? Wat heb je gedaan?" Vuur ik op hem af.

Wesley lacht. "Weet je dat niet meer? Zonde."

De paniek wordt groter. "Wat heb je gedaan?" Herhaal ik met een trillende stem.

"Wat je je niet kan herinneren, is niet gebeurd."

Mijn hersenen kraken bij dit raadsel. Wat bedoeld hij daarmee? Met zenuwslopend langzame passen loopt hij naar me toe. Ik slik nerveus. "Waar is Enzo?"

En glimlach verschijnt op zijn gezicht. Hij hurkt naast me neer. Angstig schuif ik achteruit. Een hand op mijn knie houdt me tegen. "Enzo is een beetje druk nu."

Met ingehouden adem druk ik mezelf tegen de muur aan. "Waarmee?"

"Dat doet er niet toe." Zijn hand aait mijn been. "Hij vroeg zelf of ik je boven wilde houden."

Ik duw zijn hand weg. "Waarom?"

Hij kijkt naar zijn hand, maar houdt hem wel bij zichzelf. "Waarom stel je zoveel vragen?"

"Omdat jij geen antwoord geeft." Vuur ik.

Hij is verrast door mijn antwoord, waarschijnlijk had hij helemaal geen antwoord verwacht. "Ach, mijn schatje." Hij grinnikt. "Wat ben je toch weer schattig."

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu